JavaScript is required for this website to work.

Strijd voor de vrijheid

Jef Abbeel28/7/2022Leestijd 3 minuten
TitelStrijd voor de vrijheid
SubtitelHoe we die kwijtraken en hoe we terugvechten
AuteurNathan Law, Evan Fowler
UitgeverLemniscaat
ISBN9789047714316
Onze beoordeling
Aantal bladzijden199
Prijs€ 24.99
Koop dit boek

Nathan Law (°1991), de auteur van Strijd voor de vrijheid, was vanaf 2014 een van de leiders van het Hongkongse verzet tegen de groeiende Chinese invloed. In 2016 werd hij verkozen in het Hongkongse parlement, maar na negen maanden zette Hongkong hem op vraag van Beijing uit.

Law groeide op in een eenvoudig arbeidersgezin. Hij vertelt dat er door het wanbeleid van Mao 30 miljoen Chinezen stierven van de honger en 30 miljoen baby’s geaborteerd werden door hun verhongerende moeders. Het geweld van de Culturele Revolutie kostte volgens hem ook nog eens aan 20 miljoen mensen het leven (p. 21). Dit laatste getal ligt een pak hoger dan meestal wordt aangenomen.

Vrijheid van pers, media en mening ingeperkt

In zijn boek geeft Law vele voorbeelden van hoe China met economische chantage wereldwijd de vrijheid van pers en andere media inperkt, tot in Engeland en Amerika toe. Zelfs in Hollywood bepaalt de Chinese Communistische Partij (CCP) welke films er (niet) mogen uitkomen (p. 95).

In 2017 kreeg hij twee maanden gevangenis wegens zijn deelname aan betogingen. In 2020 voerde China de nationale veiligheidswet in: wie in Hongkong een ‘misdaad’ beging, kon krachtens een uitleveringsverdrag uitgeleverd worden aan China. ‘Free Hongkong’ roepen is een voorbeeld van een ernstig misdrijf. In de Britse tijd (1842-1997) konden de Hongkongers hun eigen bestuur ook niet kiezen, maar was de vrijheid van meningsuiting en pers zeer groot. In 1964 traden de Beatles er op, wat in China ondenkbaar was (p. 40-41).

Hongkong na 1997

In 1997 was er geen vreugde: de inwoners vertrouwden Beijing niet. En ze kregen gelijk: de censuur beperkte de persvrijheid door zelfcensuur en de scholen vervingen het Kantonees door het Mandarijn. Verder werd het beloofde kiesrecht ‘kiesrecht met Chinese karakteristieken’ en mochten in het gerecht enkel nog ‘loyalisten’ (aanhangers van Beijing) zetelen. De jaarlijkse herdenking van Tiananmen werd verboden en de politie deed voortaan wat de Chinese veiligheidsdienst eiste (p. 51).

In de Chinese grondwet is sinds 1982 de vrijheid van meningsuiting en pers opgenomen, maar China weert buitenlandse media en zet mensen in de gevangenis als ze hun mening durven te uiten. Nog in 2021 moest de Apple Daily, het laatste prodemocratische dagblad van Hongkong, zijn deuren sluiten en acht managers werden gearresteerd. In Turkije, Rusland, Hongarije gebeuren gelijkaardige ingrepen (p. 58-64).

De verkiezing van de leider van Hongkong gebeurt sinds 1997 onder toezicht van Beijing en de prodemocratische kandidaten maken geen kans, hoewel ze meer steun van de bevolking krijgen. In 2013 ontstond vanuit de bevolking het idee van burgerlijke ongehoorzaamheid om algemeen kiesrecht te eisen. De CCP reageerde hierop met Communiqué nummer 9: zeven onbespreekbare onderwerpen, zoals persvrijheid, burgerrechten, onafhankelijke rechtspraak (p. 77-82). En sinds 2021 zijn enkel nog patriotten verkiesbaar in Hongkong.

Chinese bedreigingen tot in de VS aan toe

Law toont ook aan dat de CCP op diverse manieren desinformatie verspreidt over de Zuid-Chinese Zee, de Oeigoeren en de ongelijkheid in China. Merk verder op dat de rijkste 1% in China meer dan de armste 50% bezit, 40% of 600 miljoen mensen minder dan € 140 per maand verdienen en vrouwen 20% minder dan mannen verdienen (p. 128-129).
In juni 2019 betoogden eerst 1 miljoen en dan 2 miljoen Hongkongers (op 7,5 miljoen) tegen het uitleveringsverdrag. Law sprak hen toe. Beijing stelde de betoging voor als gewelddadig.

In augustus 2019 mocht Law gaan studeren aan de universiteit van Yale. Beijing noemde hem een verrader en anti-Chinees (p. 140-143). Tot in de VS kreeg hij doodsbedreigingen en op elke universiteit waar hij mocht spreken, kwamen er Chinese tegenstanders opdagen (p. 140-155).

De macht van handelsboycot

China is de grootste handelspartner van de EU en de tweede van de VS. Het misbruikt die economische macht: toen Liu Xiaobo in 2011 de Nobelprijs kreeg, bevroor China zijn relaties met Noorwegen voor zes jaar, totdat de Noorse regering zich distantieerde van het Nobelprijscomité (p. 173). En toen Australië in 2020 een onafhankelijk onderzoek vroeg naar het ontstaan van het coronavirus, stelde China een zware economische boycot tegen het land in. Ook internationale kledingmerken moeten buigen voor de Chinese eisen in verband met katoen uit Xinjiang. (Daar verrichten de Oeigoeren dwangarbeid, nvdr.) (p. 179).

Law besluit: ‘Hongkong was ooit de meest levendige, open en vrije stadsstaat van Azië, die model stond voor het nu democratische Taiwan. In een paar jaar heb ik het zien wegkwijnen tot een bijna autoritaire politiestaat.’ Het verhaal in dit boek is een waarschuwing voor de vrije wereld (p. 181).

Beoordeling

Law schrijft met veel idealisme over zijn strijd voor vrijheden in Hongkong. Hij doet dat vanuit Londen, waar de Britse regering hem politiek asiel heeft verleend. Hij vertelt niet waarom hij zijn universiteit in Amerika verlaten heeft. Zijn verhaal is niet chronologisch, maar eerder chaotisch.

Er zijn veel overeenkomsten met het boek van Joanna Chiu, getiteld China over grenzen. Beide auteurs waarschuwen namelijk voor het autoritaire China, dat landen straft die kritisch zijn, dissidenten achtervolgt tot in het verre buitenland. En in Hongkong heeft China alle vrijheden en de democratie afgeschaft, tegen de afspraken van 1997 in. Law vecht terug, maar zonder succes.
De vrije wereld is gewaarschuwd.

Strijd voor de vrijheid, van Nathan Law, is verkrijgbaar bij onze webwinkel.

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties