JavaScript is required for this website to work.

Thierry Baudet: rechts, recalcitrant, rebel

Karl Drabbe13/11/2020Leestijd 4 minuten
TitelMijn meningen zijn feiten
SubtitelDe wording van Thierry Baudet
AuteurHar Ede Botje & Mischa Cohen
UitgeverAtlasContact
ISBN9789045041131
Onze beoordeling
Aantal bladzijden375
Prijs€ 22.99
Koop dit boek

Recalcitrant, bevlogen, excentriek. Een dandy, verloren gelopen in de Nederlandse politiek. Het zijn maar enkele beschrijvingen die opgaan voor Thierry Baudet, de rijzende ster aan het Nederlandse politieke firmament. Hij schoot op korte tijd als een komeet naar boven, wat hem vele vrienden en volgelingen opleverde. Maar zo mogelijk nog meer vijanden. In 2017 haalde hij uit het niets twee Kamerzetels. In 2019 werd zijn Forum voor Democratie de grootste partij bij de Statenverkiezingen. Of hij dat op 17 maart kan overdoen, is maar de vraag. Waar velen hem nog met een zekere interesse volgden in zijn beginjaren als politicus, neemt de afstand steeds meer toe. Hij flirt te veel met alt-right en extreemrechts. Het succes is hem naar het hoofd gestegen. En zijn partij kampt met vele interne strubbelingen.

Groter dan zichzelf

Haast gelijktijdig verschenen er twee boeken over Baudet en zijn Forum voor Democratie. Forum-watcher Chris Aalberts schetst de Werdegang van de partij, maar journalisten Harm Ede Botje en Mischa Cohen schetsen een biografie van ‘de dandy van Den Haag’. Ze borstelden een breed portret van Baudet, zijn afkomst, zijn jeugdjaren en politieke ontwaken. Rode draad: hij is groter geworden dan zichzelf en loopt nogal vaak naast zijn schoenen.

Baudet is geboren in een familie met een lange intellectuele, academische en kunstminnende geschiedenis. Als leerling in de latere jaren van het secundair en als student aan de universiteit laat hij zich al opmerken als een wat afstandelijke, teruggetrokken intellectueel die graag zijn medeleerlingen en docenten tegenspreekt. Recalcitrant als hij is, spuit hij meningen die niet populair zijn, vaak doorspekt met tal van verwijzingen naar Dikke Boeken en Grote Auteurs. En het niet altijd nauw nemend met de bronnen of de werkelijkheid. Hij richt zelfs een eigen studentenvereniging op, Leesclub Winfried, met een knipoog naar Wagner, waar hij graag het hoge woord voert. En waar hij, samen met medestudenten de klassieke literatuur tot zich neemt, inclusief Oswald Spengler wiens cultuurpessimisme hij al snel schatplichtig wordt.

Edmund Burke

Zijn politieke ontwaken pinnen de biografen vast op een zomeruniversiteit van de Edmund Burkestichting. Die intellectuele club wou het politieke conservatisme munten in Nederland. Tot dan was conservatisme er ‘de hobby van een handvol loslopende niet-oninteressante denkers’. Het is ook de start van een zekere verschuiving van het publieke debat in Nederland, waar voortaan wel stemmen van rechts een plaats krijgen, of zelfs een eigen kanaal (met zenders en webinitiatieven als De Dagelijkse Standaard, WNL, Café Weltschmertz, The Post Online (TPO), het weekblad Opinio…)

Veel van die conservatieve stemmen en pennen vinden elkaar in Elsevier weekblad én in de gangen van de rechtsfaculteit in Leiden. Daar zijn de hoogleraren Paul Cliteur en Andreas Kinneging gangmaker van enkele lichtingen conservatieve rechtsfilosofen. Waaronder dus ook Thierry Baudet. Een aantal van die stemmen bracht hij trouwens samen in het bijzonder leesbare en leerrijke boek Conservatieve vooruitgang, dat verschillende conservatieve denkers ontsloot voor het bredere publiek.

Baudet studeert af op een in academische kringen zwaar omstreden scriptie over grenzen en naties. De vertaling verschijnt al snel in het Nederlands onder de titel Aanval op de natiestaat. Kernidee: de (Nederlandse) natiestaat wordt ondergraven door de Europese Unie, een grotesk project zoals ook Napoleon of Hitler dat wilden. De EU wil alle culturen van de lidstaten wegvlakken, gleichschalten. Later zal hij naast de EU ook de islamimmigratie als een tweede fundamentele bedreiging voor eigen cultuur, normen en waarden zien. De verantwoordelijken voor dat alles? Het partijkartel, zeg maar de particratie georganiseerd door de middenpartijen.

Net als de kaste van intellectuelen, opiniemakers, journalisten en politici die zichzelf wegcijferen. Hij schrijft er tig columns over, later gebundeld in Oikofobie. De titel keek hij af van het begrip dat de eerder dit jaar overleden Britse conservatieve filosoof Roger Scruton muntte. Baudet noemt Scruton net als Theodore Dalrymple zijn leermeesters; bij die laatste bracht hij geregeld een korte vakantie door. Geen van beiden liepen echter warm voor Baudets latere partijpolitieke exploten. Dalrymple waarschuwde hem niet in de val van extremen te trappen.

Down and out

Ondanks een academische carrière en het feit dat hij ruim werd opgepikt door de brede media als een ‘propere’ rechtse stem (in vergelijking met de ‘extreme’ Geert Wilders), merkt Baudet dat hij nergens nog concreet aan de bak komt. Hij noemt zichzelf de grootste intellectueel van het land, maar geraakt niet aan de slag als academicus. Hij beschouwt zichzelf als de scherpste opiniemaker van het land, maar krijgt nergens een column. (Eerder had Peter Vandermeersch hem aangeworven als columnist bij NRC. Maar die zette daar na een tijd ook een punt achter, Baudet was hem te ‘ranzig’ en een ‘relschopper’.) Hij schreef twee romans, maar zelfs zijn uitgever schaamt zich er ondertussen voor dat hij ze uitgaf… ‘Hij stond nergens,’ schrijven de biografen, hij was ‘down and out’.

Zijn optreden, stijl en het vereiste decorum, zouden hem veel parten spelen, aldus de biografen. En ze spelen ook een rol in de heibel die er ondertussen is opgedoken in het Forum voor Democratie. Medestichter en organisator achter de schermen, Henk Otten, die ook al actief was in de Lijst Pim Fortuyn en met lede ogen moest toezien hoe die partij van onkunde en ruzies uit elkaar viel, heeft ondertussen gebroken met Baudet. Of liever: werd door die laatste uit de partij gezet. Ook die weinig fraaie geschiedenis hebben de biografen te boek gesteld. Otten vindt dat Baudet ondertussen van het recht(s)e padje afgeweken en noemt Baudet een ‘een wandelende kopieermachine als het om meningen gaat‘.

Radicalisering

Mijn meningen zijn feiten leest als de biografie van iemand die door de biografen wordt verweten graag in het middelpunt van de belangstelling te staan. Voor iemand die uiteindelijk, na lang twijfelen en de boot afhouden, koos voor een partijpolitieke carrière lijkt me dat nochtans de gewoonste zaak van de wereld. Die partijpolitieke carrière werd ingegeven omdat hij nergens aan de bak kwam en op zijn spaarcenten teerde. Het succes van de denktank/lobbygroep Forum voor Democratie in de organisatie van het Oekraïnereferendum, overtuigde hem en de zijnen het Forum uit te bouwen tot een partij.

In dat referendum stemden 400.000 tegen het associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Otten rekende uit dat dit het equivalent is van vijf Kamerzetels. Nadat eerder Elsevier-hoofdredacteur Arendo Joustra Baudet had geadviseerd om in de politiek te gaan (‘dan krijg je geld’). En hoewel  Dalrymple en Kinneging hem adviseerden dat vooral niet te doen, werd Baudet voorzitter van de op 1 september 2016 opgerichte politieke partij FvD. ‘De D66 van zijn generatie’, schrijven de biografen, en daarvan was Baudet de natuurlijke leider.

Ondertussen wil het Forum meer zijn dan een partij. Het wil een hele beweging oprichten, een heuse zuil, een mars door de instellingen voltrekken, als antwoord op de lange mars van de ‘oikofobe’ mei 68-beweging. Vertegenwoordiging in het parlement is niet voldoende. Er is ook de jongerenorganisatie JoFVD, een online FvD-Journaal en een eigen uitgeverij. De inspiratie daarvoor haalt Baudet volgens Mijn meningen zijn feiten bij alt-right en de Europese identitaire beweging. Wat de auteurs ertoe brengt dat Baudet steeds meer de rechts-radicale toer opgaat. Begrippen als ‘omvolking’ en ‘Europese renaissance’ vormen de hoofdtoon van Baudets huidige discours. De Nederlandse kiezer beslist op 17 maart volgend jaar hoe dat verder zal lopen, en of ie dat ‘hipsterfascisme’ überhaupt smaakt.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties