JavaScript is required for this website to work.

Tijd voor een menselijke correctie op de markt

Tom Garcia5/6/2016Leestijd 3 minuten
TitelTijd voor een menselijke correctie op de markt
AuteurPeter Van Rompuy
UitgeverLannoo
ISBN9789401433112
Aantal bladzijden150
Prijs€ 17.99

In een al bij al vlot leesbaar en dun boekje – 140 bladzijden, voor- en nawoord inbegrepen – werkt Van Rompuy naar zijn besluit toe: het is tijd voor een ‘menselijke correctie’ van de markt. Het leest eigenlijk meer als een pamflet, een oproep aan iedereen en vooral de jongere generatie om anders naar de economie te kijken. Niet met uitsluitend materieel, maar ook met emotioneel en mentaal gewin voor ogen. Niet alleen welvaart, maar ook welzijn nastreven. Economische groei is wenselijk en zelfs nodig, maar ze moet wel ten dienste van de gemeenschap staan, ten dienste van de algemeen levenskwaliteit van alle burgers.

In drie hoofdstukken ontrafelt en ontleedt Van Rompuy het grote geluksmysterie. Hij vertrekt daarbij vanuit de vrije markt. Na de industrialisatie werd algemeen aangenomen dat de vrije markt automatisch zou leiden tot de best mogelijke toestand voor iedereen. De ‘onzichtbare hand van de markt’, zoals econoom Adam Smith het noemde, zou alles regelen. Maar met de Grote Depressie in 1929 kwam volgens Van Rompuy abrupt een einde aan dat geloof. De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt stelde zijn ‘New Deal’ voor en stuurde de vrije markt flink bij. De eerste ‘correctie’ was een feit, namelijk de sociale correctie.

Dat nieuwe systeem bracht ons ongekende welvaart tot ver na de Tweede Wereldoorlog. Maar de ongebreidelde groei woog ook zwaar op het milieu. Vanaf de jaren zeventig groeide dat besef en we werden helemaal wakker geschud toen de orkaan Katrina de stad New Orleans verdronk. Sindsdien is ‘duurzaam en milieuvriendelijk ondernemen’ helemaal ingeburgerd geraakt. Dat is de tweede correctie: de groene.

Nu is het volgens Van Rompuy tijd voor de derde grote correctie van de markt. We zien namelijk dat we nu socialer en duurzamer werken er andere, onmiskenbare problemen de kop opsteken en deze keer is onze gezondheid er rechtstreeks de dupe van. De druk om te presteren en de winst naar almaar hogere sferen te stuwen, weegt blijkbaar zwaar op ons algemeen, mentaal en zelfs lichamelijk welzijn. Mensen zijn meer ziek, chronisch vermoeid, leiden aan burn outs of zakken zelfs weg in diepe depressies. Hoog tijd volgens Van Rompuy voor wat hij de ‘menselijke correctie’ noemt.

Hoe komt het nu dat we niet gelukkiger worden, terwijl we wel alsmaar welvarender worden? En wat moeten we dan doen om dat geluk te vinden? Om het antwoord te vinden, zoekt Van Rompuy uit wat geluk, welvaart en een menselijker economie precies zijn. En ten slotte schuift hij een aantal eerder klassieke oplossingen naar voor, gaande van het meer betrekken van de werknemers, over meer burgerparticipatie, tot deeleconomie en een verbeteren van het algemeen vertrouwen in de democratische instellingen. 

Het is dus geen wereldschokkend boek, dat ons nieuwe inzichten brengt. Het doet zelfs een beetje naïef en wat wollig aan. Het nawoord van Geert Noels moet wellicht voor wat meer aplomb zorgen, ook al komt dat eigenlijk niet veel verder dan een uitgebreide samenvatting van wat vooraf ging.

Maar het is wel een hoopvol boek, duidelijk met overtuiging geschreven, vanuit een oprechte gedrevenheid om de wereld een stukje beter te maken. Geen makkelijke opdracht, want onze geesten worden al generaties lang ingeprent dat werken het allerhoogste goed in ons leven is. Wie werkt, hoort erbij, wie hard werkt, geniet aanzien, wie heel hard werkt, vergaart status. Bedrijven en ondernemingen teren met graagte op die gevoelens om hun eigen drang naar meer te bevredigen. En zo draait de maalmolen van de vrije markt genadeloos door. Hoe moeilijk het is om die menatliteit te wijzigen, is duidelijk gebleken in de nasleep van de jongste bankencrisis. Hoewel de molen van het winstbejag volledig oververhit raakte en compleet ontspoorde, gaat alle aandacht naar het krampachtig terugvinden van hetzelfde hoge tempo in de rat race en niet naar het zoeken naar manieren om de economie voor de mens te doen werken en niet omgekeerd.

Er zal dus meer nodig zijn dan een boekje van 140 bladzijden. Maar auteur Peter Van Rompuy is ook politicus. Misschien kan hij van daaruit wel meer collega’s, ondernemers en andere econmische actoren overtuigen om samen het geluk te vinden in de economie.

Tom Garcia (1967) is zelfstandig reclameman met grote interesse voor migratie, integratie en gemeenschapsvorming. Hij is bezieler en kernlid van Vlinks.

Meer van Tom Garcia

100 jaar geleden stierf de linkse activist Herman Van den Reeck. Hij raakte zwaargewond door een politiekogel tijdens een Vlaams-nationale betoging. Daarmee werd hij een icoon van een aparte generatie.

Commentaren en reacties