JavaScript is required for this website to work.

Waarheid en fictie in de media

Jan Van de Casteele4/4/2019Leestijd 5 minuten

Johan Sanctorum is geen onbekende in het Vlaamse opinielandschap. Als onafhankelijk tekstschrijver legde hij al een interessant parcours af. Niet alleen omdat hij goed schrijft, maar ook omdat hij eigenzinnig en radicaal schrijft. In zijn jongste essay probeert hij een kritische analyse mee te geven over de Vlaamse pers. Interessant, ook al had wat meer harde informatie het werk van de kritische auteur wellicht meer impact kunnen geven. Na het journaal volgt het nieuws. Waarheid en fictie in de media. Oordeelt u vooral zelf.

Waakhond

Het uitgangspunt van Sanctorum is vrij helder: de media worden ten onrechte beschouwd als de waakhond van de democratie. ‘Dat hebben ze zelf verzonnen’, spot de auteur.

Sanctorum wou geen zwartboek schrijven, met een rist voorbeelden om zijn stelling te funderen, maar wel een ideeëntraject uitwerken.

In een eerste deel passeert Sanctorum via de Franse socioloog Jean Baudrillard (+2007). Volgens Baudrillard creëren we een beeld van de wereld aan de hand van wat we in de media zien. Denk aan de verslaggeving over Irak. Wat camera’s niet hebben opgenomen en uitgezonden is gewoonweg niet gebeurd, zo is de perceptie.

Mei 68

De aanloop naar zijn analyse gaat verder met de link andere malheuren waarover hij het had in zijn vorig boek De langste mars: mei ’68 en de machtsgreep van een revolutionaire, marxistische generatie. Die ging resoluut voor een machtsgreep in de media. Dat leidde tot ‘een woorden- en ideeëndressuur’, gericht op de verspreiding van een ‘leeghoofdig progressisme’. In ons land was Paul Goossens (nu nog schrijvend in De Standaard) hier het boegbeeld van.

De mei 68’ers slaagden erin een soort subestablishment te worden, dat via informele netwerken de baan ruimde voor een ‘kritische’ journalistiek. Het was de tijd dat Frans Verleyen (Knack), Hugo De Ridder en Manu Ruys (De Standaard), Luc Van der Kelen (Het Laatste Nieuws) intimi werden van de politici en hun journalistieke invloed koppelden aan politieke intenties.

Spektakel

Volgens Sanctorum zijn we zo stilaan terechtgekomen in een medialandschap met twee hoofddoelstellingen: spektakel verkopen om commercieel te scoren (1) en de lezers inpakken met politiek correcte informatie (2). Kranten veranderden van stijl, uitzicht en titel (van VUM naar Mediahuis, bijvoorbeeld) , en kozen resoluut voor glossy infotainment, zorgden voor een commerciële verpulping, schreven wat de lezer wilde lezen. Als regime- en systeempers trokken ze de lezer mee naar een pensée unique

Er is geen waarheid meer, alleen nog actua’, aldus Sanctorum, en vooral een gemeenschappelijke politieke correctheid (van antiracisme tot de klimaathysterie, van hysterie over Trump tot de eenzijdige verlaggeving over de brexit).

Concreet

Volgens Sanctorum, zelden zoekend naar nuance, is een ‘journalistiek beroepsleger’ bezig met montages, constructies, ensceneringen. Ook hier weer enkele voorbeelden: de hilarische verslaggeving over de kogels die Robin Ramaekers zogezegd om de oren vlogen, de oorlogsjournalistiek van Rudi Vranckx, de ‘lancering’ van Boudewijn/Bo, de intonatie en de blik van Martine Tanghe.

Daarnaast is er het tweede, zakelijke doel: het publiek moet verleid worden met allerlei toeren (Thomas Vanderveken speelt het hard, Hanne danst…), door een ‘parade van de nieuwsankers’ en een pathos die je mag verwachten in bladen als Dag Allemaal.

Gasten

Sanctorum heeft ook kritiek op de duidingsprogramma’s zoals Terzakeen De Afspraak (hij vergeet nog Van Gils & Gasten, enDe Zevendag Dag). Hij ergert zich aan het rijtje min of meer ‘vaste gasten’ die daar worden uitgenodigd. De linkse Nieuwssite Apacheheeft die enige tijd geleden trouwens opgesomd.

Bij nader toezien zijn de progressieve of linkse gasten er statistisch duidelijk in de meerderheid. Sanctorum maakt hier net iets te veel vaart. Rik Van Cauwelaert, Luckas Vander Taelen, Maarten Boudry, Tineke Beeckman, Mia Doornaert, Peter De Roover, Jean-Marie Dedecker kun je bezwaarlijk tot die groep rekenen.

Eenzijdigheid

Toch is Sanctorums kritiek niet onterecht. Van een ‘openbare omroep’ mag meer billijkheid worden verwacht. De auteur is niet de enige die zich mateloos ergert aan de eenzijdigheid van Björn Soenens over Trump, aan die van Lia Van Bekhoven over de brexit, aan de tonaliteit van ‘moeder de gans’ Martine Tanghe en die van veel van haar collega’s in nieuws- en duidingsprogramma’s.

Er zijn wel meer kijkers die meteen snapten dat de reportage over het migrantenwinkeltje in het ‘witte’ Tremelo het decor moest zijn van een uitlokkingsreportage waarvan het doel al vooraf vastlag: de Vlaming een racismegevoel aanpraten.

Hetzelfde geldt voor de Pano-uitzending van Tim Verheyden over Schild & Vrienden. Het pleit voor Sanctorum dat hij die club van Dries Van Langenhove een grenzeloze naïviteit aanwrijft en een ‘dom’ vertrouwen in de VRT. Was het programma, behalve soms irritant ‘duidend’, bij momenten ook niet ‘verhelderend’ informerend? Naast hitsig links bestaat er ook zoiets als hitsig rechts. Die nuance vind je niet vaak.

De intentiejournalistiekwerk niet alleen met selectieve informatie en duiding maar nog veel meer met een onevenwichtige keuze van gasten en analisten. Het is geen nieuws dat radicaal links de meeste zitjes krijgt voor allerlei snelle duiding over seksisme, racisme, migratie, discriminatie en andere hete thema’s…

Saters

De conclusies van Sanctorum zijn interessant, maar schieten we ermee op? Hij wil ‘saters’ lezen en horen, die de boel op stelten durven zetten met echte politieke satire. Hij vindt dat de modale pamperende papierpers hooguit nog tien jaar overleeft, ondanks alle fiscale, discriminerende voordelen en de toenemende verpulping. Ook de houdbaarheidsdatum van de VRT is bereikt. De VRT is een linkse en roodgroene regimezender, dus ‘maak er een privézender van’, laat andere omroepen toe op de kabel en doe iets aan de discriminatie voor de alternatieve (web)media, stelt Sanctorum.

Is een ongenuanceerde aanval op dat instituut de beste manier om dat te realiseren? En is de chaos en het gebrom van de trollen van links en rechts werkelijk het terrein waar we naartoe moeten?

Sanctorum hoopt dat onderzoeks- en burgerjournalistiek de waarheidzoekt, stenen omkeert, het stof van de dossiers blaast, de vierde macht zal heroveren. Media als Doorbraak en Apache hebben evenwel nog veel werk voor de boeg.

Leve het vrije internet dus, ‘de straat en de agora van het derde millennium’, het medium van de vrije nieuwsgaring? Sanctorum bekt niet mee met de kritiek op Facebook, Youtube en Twitter. Misbruiken die ons? ‘Wees dan slim, gebruik zelf de sociale media’, is zijn advies. Maar even verderop signaleert hij de vrees dat ook die bedrijven almaar meer kiezen voor angstwekkende ‘opruiende’ of ‘politiek correcte’ interventies. Die zorg zullen velen delen. Maar is die brij van meninkjes en narcisme zoveel beter dan de traditionele media? Bovendien: verkiezingen bewijzen dat de modale burger niet zomaar weg te blazen is door welk progressief gekwaak dan ook.

Kritiek

Sanctorum veralgemeent snel. Hij heeft het vooral over de openbare omroep. Hij is ook kritisch over decommercein het vak. Ach, niet iedereen wil van het Journaal over Terzake, De Afspraak en Van Gils naar het laatavondjournaal en dan naar bed. Zoals ook niet iedereen een ‘politieke’ gazet wil lezen.

Het klopt dat de ‘samenwerking’ van die omroep met de schrijvende pers opvallend groot is. Bert Bultinck en Liesbeth Van Impe (allebei ex-De Morgen) of Karel Verhoeven (De Standaard) frequenteren de VRT-studio’s, maar dat geldt ook voor Jan Segers (Het Laatste Nieuws), Rik Van Cauwelaert en Isabel Albers (De Tijd). Dat zijn niet allemaal journalisten die de kijker/lezer beschouwen als ‘onverlichte idioten’.

Een beetje jammer toch dat Sanctorum niet wat dieper ingaat op het venijnigste mechanisme, met name de keuze van de politieke gasten. Welke politici worden in informatie-, duidings- en zelfs entertainmentprogramma’s uitgenodigd? Is dat een beetje conform de politieke krachtsverhoudingen? Het antwoord is duidelijk: de blauw-groene as overheerst in de duidingsprogramma’s.

Zijn terechte kritiek op de al te selectieve ‘fichebak’ van info- en duidingsprogramma’s had hij beter kunnen uitwerken. Met het telraam bij de hand. Wat we ook wat misten was de verwijzing naar bestaand onderzoek over de politieke overtuiging van de journalisten. Er is hierover wel degelijk universitair onderzoek beschikbaar. Er zijn hierover parlementaire vragen gesteld. Er is hierover in een aantal media wel degelijk gepubliceerd.

Slot

Laat ons – met enig gevoel van déja lu– eindigen met wat Frank Thevissen tien jaar geleden in Doorbraak over Johan Sanctorum zei: ‘Ik vind de visie van Johan eerbiedwaardig, maar ben niet altijd overtuigd van zijn gelijk. Met de kritiek op de mainstreamdictatuur ben ik het eens, met een makkelijke doorbraak van een alternatief niet’.

Jan Van de Casteele is historicus. Hij was journalist bij Het Nieuwsblad (1989-1999), werd stafmedewerker van de VVB (vanaf 1999) en hoofdredacteur van Doorbraak van 2003 tot 2012. Sindsdien is hij zelfstandig journalist.

Commentaren en reacties