JavaScript is required for this website to work.
post

‘Regeringsonderhandelaars kunnen nog iets leren van onze schrijfmethode.’

Kris Van Steenberge en Geert Briers schrijven samen een roman

Michiel Leen4/10/2020Leestijd 6 minuten

foto © Dirk Pauwels

Kris Van Steenberge en Geert Briers wagen zich aan een gezamenlijke roman, over twee mannen die hun vriendschap tot het uiterste drijven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Het gevaarlijkste wat ik ooit heb gedaan’, zo bestempelt dichter en kersvers romacier Geert Briers De advocaat en de zeiler. Briers en Kris Van Steenberge (Woesten, Blindelings) vonden al langer dat ze samen eens ‘iets’ moesten doen. Het werd een roman over twee vrienden die nog een laatste keer hun vriendschap vieren tijdens een tocht langs het Noordzeestrand.

Laat me in huis vallen met de meest evidente vraag: samen een roman schrijven, hoe doe je dat?

Van Steenberge: ‘Na een ontmoeting op de Boekenbeurs groeide spontaan het idee: ‘Wij moeten samen eens iets doen.’

Briers: ‘Het heeft wel even geduurd voordat dat idee concreet werd. Tot we er een deadline op plakten: als we het voornemen voor 31 december 2018 niet concreter maakten, zouden we het definitief opbergen. Vlak voor die deadline hebben we een eerste keer samengezeten.’

Dialoog met jezelf

Was er een affiniteit tussen wat jullie beiden doen als auteurs?

Van Steenberge: ‘Tijdens een wandeling van Bray-Dunes naar Cadzand in april 2019 hebben we gepraat over de thema’s en verhalen die aan bod konden komen. Aan het einde van die wandeling wisten we: het wordt een roman, wat we samen gaan maken. Tijdens die wandeling ontstonden ook de twee personages van de Advocaat en de Zeiler. Een aantal onderwerpen hadden we tevoren vastgelegd. Wat ik zo mooi vind aan het intense jaar dat aan de voltooiing van deze roman voorafgaat, is dat de dialoog die je als schrijver met jezelf voert, nu veruitwendigd werd naar elkaar. Zo hebben we het boek bijeen gepraat.’

Hoe moet ik me dat schrijfproces voorstellen?

Briers: ‘Deze roman moest één stem hebben, dat stond vast. We hebben daar zelf over gewaakt en ook aan de uitgeverij gevraagd om dat te doen. Het is niet dat een van ons de ‘Advocaat’- hoofdstukken schreef en de andere de Zeiler voor zijn rekening nam. We werkten op basis van een lijst met een dertigtal scènes, die elk genoemd werden naar een trefwoord. Zo konden we snel een modus operandi bepalen om verder te werken op basis van in totaal zestig tekstfragmenten.’

Van Steenberge: ‘Er is geen letter, geen zin in het boek waar we niet samen aan geschaafd hebben. Dat betekent niet dat je constant aan het sparren bent. Er is een vriendschap gegroeid tussen ons, en een groot respect voor elkaars stem. Ik heb nooit het gevoel gehad dat we aan het vechten waren om bepaalde scènes of formuleringen te behouden. Het was meer een gesprek, een kwestie van: ‘Wat doet jouw geloven dat deze passage in het boek moet?’ Er is altijd gepraat tot er een consensus was.’

Briers: ‘Een methode die misschien ook voor de onderhandelaars over een regeerakkoord vruchten kan afwerpen. Woont een van hen niet aan zee?’ (lachen)

‘Corona heeft ons een nieuw trucje geleerd. Door de lockdown konden we niet meer fysiek afspreken. We vergaderden dan maar via Skype. Dat werkte erg goed. We hielden elkaar bij de les. En we zijn heel deadlinegevoelig, dat helpt ook.’

Als vrienden aan dit project begonnen

Zijn er schrijversduo’s van wie je een aanpak kon navolgen?

Van Steenberge: ‘Ik denk niet dat wij een bepaalde aanpak hebben overgenomen. Misschien zijn er raakpunten met de werkwijze van Elvis Peeters en zijn echtgenote, maar ik denk dat het in Vlaanderen nog niet is voorgekomen dat twee auteurs die géén koppel zijn een roman schreven waar zo duidelijk één stem uit spreekt.’

Briers: ‘Vooraf kon ik me niet voorstellen dat we zo goed zouden kunnen samenwerken. Dit is het gevaarlijkste dat ik in mijn leven als auteur gedaan heb. Je moet je durven bloot te geven en opkomen voor je ideeën. Als dichter had ik nog geen “kilometers” op de teller zoals Kris die wel heeft. Bovendien heeft hij een bepaalde staat van dienst als auteur. Dat werkte in het begin intimiderend, maar Kris heeft dat mooi ondervangen.’

Bestond de kans dat er een onuitgesproken hiërarchie ontstond tussen de ervaren romancier en de dichter die zich voor het eerst aan proza waagt?

Briers: ‘Misschien zijn we niet als schrijvers aan dit project begonnen, maar wel als vrienden. We zien onszelf als makers, waaruit volgt dat we deze roman eerder gemaakt dan geschreven hebben. Mocht de uitgeverij gewoon de auteur Van Steenberge en de dichter Briers aan tafel hebben gezet, was er misschien wel een andere verhouding ontstaan.’

Van Steenberge: ‘Ik heb nooit iets van hiërarchie ontwaard. Dat heeft misschien ook te maken met mijn werk als schrijfdocent. Elk schrijfproces, ook het mijne, probeer ik te doorgronden. Iedere auteur heeft zijn eigen methodes. Dit boek is bijvoorbeeld niet ontstaan volgens een methode die ik eerder in mijn werk had toegepast. Wat ik wel kon doen, was bepaalde mogelijkheden opperen. Voor mij is dit evengoed een debuut. Ik heb van Geert ook veel geleerd, door op een heel andere manier stil te staan bij de woorden.

Briers: ‘Als dichter die zich eindelijk eindelijk waagt aan een roman, stond ik versteld van de goesting die ik plots had om lange zinnen te schrijven. Kris wist dat in te tomen. Hij heeft een mooie manier om “neen” te zeggen, zonder de creativiteit te fnuiken. (lacht) Kris begon aan dit project met een zekere métier, ik galoppeerde het veld in als een wellustig jong veulen. Kris heeft me geduld bijgebracht.’

Zonder naam

Welke thematieken springen er voor jullie uit? Vriendschap, liefde, jaloezie, zelfbeschikking …?

Van Steenberge: ‘Die vraag beantwoorden is moeilijk zonder spoilers weg te geven, al klopt dit lijstje wel. Ook wroeging, het omgaan met gemiste kansen, speelt mee, net als de vraag onder welke omstandigheden je verder wil leven.’

Briers: ‘Wanneer ik auteurs vroeger hoorde beweren dat ze verrast waren door de richting die hun personages uitgingen, dacht ik vaak : het zal wel. Doorheen het schrijfproces, terwijl het verhaal vorm kreeg, hebben we iets gelijkaardigs meegemaakt. De dynamiek tussen de zeiler en de advocaat doet je ook stilstaan bij vriendschappen in je leven. Soms ontdek je karaktertrekken die je tevoren misschien wegfilterde, aspecten die je doen denken: ‘Die gast, die ik mijn beste vriend noem, is misschien toch niet zo’n toffe kerel. Kan ik hem nog wel een vriend noemen?’

De personages zijn bijna archetypes: ze krijgen geen voornaam mee en noemen elkaar consequent ‘Advocaat’ en ‘Zeiler.’

Briers: ‘Als ze Jos en Mohammed hadden geheten, zou dat het verhaal vooruit geholpen hebben?’

Van Steenberge: ‘De Advocaat en de Zeiler hebben op een bepaald moment die stempel gekregen, die hun leven bepaald heeft. De confrontatie tussen de twee vrienden, na vele jaren, is het verhaal dat we willen vertellen. Het was voor ons meteen duidelijk dat ze zonder naam door het verhaal moeten gaan.’

Briers: ‘In het werkelijke leven worden advocaten ook enkel met “meester” aangesproken. De zeiler is een kunstenaar die door het leven zeilt.’

Van Steenberge: ‘De advocaat staat veel rechtlijniger in het leven. Hij beslist zelf over goed en kwaad, hij houdt zelf de balans van de gerechtigheid in handen. De balans van de zeiler hangt af van de wind.’

Mei 68-sfeer

Fascinerende setting ook waarin het verhaal zich afspeelt. Een rijk, elitair villa-milieu waarin kinderen van hun ouders pardoes manèges en zeiljachten cadeau krijgen. Vanwaar de keuze om het verhaal in een dergelijke setting te plaatsen?

Briers: ‘We wilden personages creëren die in hun materiële omstandigheden niet te veel problemen kenden, zodat het contrast met de problemen die ze ervaren op persoonlijk en emotioneel gebied, maximaal zou zijn.’

Van Steenberge: ‘Gefascineerd ben ik niet, al heb ik die milieus wel leren kennen. In het gezin van de Advocaat hangt een zweem van de Mei 68-sfeer, vooral via het minzame personage van zijn moeder. Ze leven in een grote villa met tuin en vijver, maar ze pakken er niet mee uit. De Advocaat groeit op in een tolerante, warme cocon, maar toch is hijzelf in zijn omgang met vrouwen veel minder hoffelijk. In het gezin van de zeiler overheerst de tristesse: een afwezige vader, een moeder aan de drank. Zeiler zal geen materiële ellende gekend hebben als kind, maar groeit wel op als een eenzaat, op zoek naar iets wat hij thuis niet krijgt.’

Briers: ‘Hij zoekt een hechting die hij nergens vindt. Beide vrienden gaan op een rare manier om met vrouwen. Alleen heeft Advocaat van thuis uit een onstuitbaar zelfvertrouwen, terwijl de zeiler worstelt met zijn scrupules.’

Waarom Oostende?

Van Steenberge: ‘Een aantal toevalligheden hebben dat bepaald. Ze nemen zich immers voor om van Bray-Dunes naar Cadzand te wandelen. Dan zou het toch logischer zijn geweest om de apotheose in Cadzand te situeren? Maar de timing van de wandeling bepaalt nu eenmaal dat je op dag twee in Oostende aankomt. De indrukken die we daar opdeden gaven de doorslag.’

Hoopvolle signalen

Hoe zien jullie de promotie van deze roman? Veel klassieke kanalen om een boek te promoten: lezingen, signeersessies, de Boekenbeurs, zien er dit jaar helemaal anders uit of vallen weg?

Van Steenberge: ‘We zijn blij dat we het boek nu kunnen voorstellen en dat de uitgeverij daar ook in meegaat. Voor het overige zal veel afhangen van wat boekhandels en grotere ketens aandurven. Daarnaast is het hopen op interessante initiatieven van bijvoorbeeld de bibliotheken. We zien wel hoopvolle signalen, bijvoorbeeld door te werken met een doorschuifsysteem.’

Briers: ‘We komen graag buiten, dus we werken graag mee. Blijft de vraag wat haalbaar is. Het mondmasker is bijvoorbeeld een praktisch probleem bij de uitwerking van een aantal ideeën. Voorstellingen in open lucht zijn in de herfst minder evident. Een boek online laten leven is moeilijk, bijna contradictorisch, al doen we online wat we kunnen, onder andere met een promovideo. Iemand als Chris van Camp heeft wel een mooie online community rond haar boek gecreëerd. Als auteur kun je je beschikbaar stellen voor interviews, voorstellingen of theatrale projecten. Een boek online laten leven is iets waar uitgeverijen nu plots erg mee aan de slag moeten. Het is nog te vroeg om ervan uit te gaan dat je dat hele proces 100% digitaal kunt maken.’

Van Steenberge: ‘Het grootste gemis zal voor mij het ontmoeten van de lezer zijn.’

Hoe zien jullie de toekomst? Gaan jullie nog samen boeken schrijven?

Van Steenberge: ‘Wie zal het zeggen?’ (lacht)

Briers: ‘Anderhalf jaar geleden wisten we niet dat we een roman gingen schrijven, en nu ligt hij er. Wat er nu komt is voor ons ook een open vraag. Ongeacht het succes van dit boek.’

Van Steenberge: ‘Ik kan er geen ja of neen op antwoorden. Tot nu toe is alles komen aanwaaien, misschien zal dat ook voor het vervolg zo zijn. Dus ja, mogelijk. Of misschien ook niet, mogelijk. (lacht)

Michiel Leen (°1987) is zelfstandig journalist en redacteur voor verschillende publicaties, waaronder De Lage Landen, Deus Ex Machina, Verzin en verschillende vakbladen. Leen woont en werkt in Antwerpen.

Commentaren en reacties