JavaScript is required for this website to work.
post

Rik Torfs verlaat na veertien jaar De Standaard

ColumnJohan Sanctorum31/5/2017Leestijd 3 minuten

Over onze middelmatige pers, en waarom Vlamingen met zoveel overgave dingen tegen hun zin doen

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Maandag j.l. publiceerde ex KUL-rector Rik Torfs zijn laatste column voor De Standaard, waar hij sinds maart 2003 wekelijks voor schreef. Dat is een hele tijd. Zijn zwanenzang is best bitter: het heet dat zijn ethisch besef en mensvisie onverenigbaar zijn gebleken met dat van die zelfverklaarde kwaliteitskrant.
 
Daarin kan ik hem volgen, al gaat het bij mij niet zozeer om ethische onenigheid maar gewoon om bedenkelijke journalistieke onafhankelijkheid: De Standaard houdt zich al decennia strikt aan de krijtlijnen van de political correctness, deels uit gemakzucht en banaal comformisme, deels vanwege commerciële imperatieven. Jonge journalisten worden door seniors getraind om de scherpe kantjes eraf te vijlen, dingen te verzwijgen ook (spreek bv. nooit over een “dader met allochtone roots”, dat is echt een taboe), en de gladde dagelijkse pudding te produceren met een paar welgemikte human interest-krenten.
 
Nog iets scherper gezegd: De Standaard is onze Lügenpresse op haar best. De wollige stijl van berichtgeving die nooit tot de essentie gaat, maar altijd verbloemt op de weg tussen journalist en eindredactie, enige zelfcensuur incluis, wordt verondersteld om een meerderheid van lezers aan te spreken die niet willen verontrust worden en denken dat ze met zo’n nette, gladgestreken pulpkrant uitstekend bij de les blijven.
  
Wellicht omdat vooral op de sociale media de kritiek groeide op deze journalistieke middelmatigheid, inclusief de ijzeren hand waarmee Anni Van Landeghem (die ook ooit ene Abou Jahjah binnenloodste) door de opinieteksten wiedt, besloot men dan maar om uit te pakken met ‘onthullende onderzoeksjournalistiek’. Het resultaat was bijvoorbeeld de heksenjacht (Torfs spreek van ‘moralistisch kapittelen’) op kankerspecialist Dr. Stefaan Van Gool, iemand die wetenschappelijk aan de weg timmerde maar het niet zo nauw nam met het academische protocol. Hij werd in 2015 uit de KULeuven wandelen gestuurd om in een Duitse privé-kliniek te werken en verder onderzoek te doen, maar De Standaard vond het nodig om wekenlang nog eens dat verhaal op te warmen en de man aan de schandpaal te spijkeren.
 
Ook die aanpak heeft gespeeld bij Torfs’ beslissing, zegt hij zelf, en ook daar kan ik hem volgen, ik schreef hier twee maanden geleden ook over deze bedenkelijke moddercampagne. DS viseert in haar zoektocht naar transparantie bij voorkeur personen, mensen die geen media achter zich hebben om zich te verdedigen,- en zelden of nooit de machthebbers, structuren of mechanismen. Uitspitten bijvoorbeeld hoe de machtige farmaceutische lobby teert op onze ziekteverzekering en de politieke beslissingen aanstuurt,- daarvoor moet je bij DS niet zijn.
 
Lof der Lankmoedigheid 
 
Dus ja, Torfs heeft een punt. Alleen: waarom heeft zo’n briljante intellectueel er veertien jaar over gedaan om te ontdekken wat voor een krant DS eigenlijk is? 
Het antwoord op die vraag ligt misschien wel in een NRC-bevraging omtrent de cultuurkloof tussen Vlaanderen en Nederland die alhier studerende Hollandse studenten ondervonden. Hun gevoel: de Vlaming is braaf, gezagstrouw, laat het achterste van zijn tong niet zien, tenzij in intieme kring, en dan nog. Veel meer dan de Nederlanders leven wij in een roddelcultuur die het echte publiek debat vervangt. Dat is precies wat een krant als DS verstaat onder ‘onderzoeksjournalistiek’: veredelde roddel, quod demonstrandum.
 
Maar ook de positie van kerkjurist Rik Torfs is bedenkelijk: veertien jaar schrijven in een krant waar je eigenlijk ethisch een probleem mee hebt, en dan nog helemaal niet om de brode,- zoiets kan toch niet? Jawel, in Vlaanderen dus wel. Men wijt het aan onze traditie van bevoogd worden, het feit dat Vlaanderen van 1585 tot 1830 in handen is geweest van buitenlandse machten, om dan nog minstens een eeuw door het Belgische regime geminoriseerd te worden. Dat zal wel, maar is die historische smoes zo langzamerhand niet gedateerd?
 
De Vlamingen zuchten en houden hun smoel, behalve als ze lekker veilig achter hun pc zitten om op facebook of twitter wat te kankeren in een soort tussentaal.
Of ze sublimeren dat Lamme Goedzak-complex tot zogenaamde ironie en levenswijsheid. In zijn uitmuntend geschreven boekje Lof der Lankmoedigheid (Van Halewyck, 2006) verheerlijkt de übertjeef Rik Torfs dan ook helemaal die Vlaamse manier om het leven te verdragen: lankmoedigheid als geduld, verdraagzaamheid, barmhartigheid, maar dus ook ‘passief verzet’, zich plooien, zich onzichtbaar maken, de slagen van de zweep in stilte verdragen, en voor de rest bier drinken, in talkshows vrolijk naast de kwestie lullen of kakmachines maken. Het Bourgondisch cliché.
 
Torfs is opgestapt uit De Standaard, het werd tijd, maar het wordt ook tijd voor iets anders dan lankmoedigheid. Vijf na twaalf, het is een kei van een cliché, maar een wekker die niet afloopt is nog erger. De Vlaming moet ook maar eens leren neen zeggen, het meest onderschatte woord uit onze taal. Dat weten onze judoka-meisjes ondertussen ook.
 
Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.
 

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties