JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Taalfaciliteiten in Ronse: afschaffen? Ja, maar…

Nodig of nuttig maar Belgisch niet mogelijk

Tijl Rommelaere26/4/2019Leestijd 5 minuten
Het Debat in volle gang in Ronse

Het Debat in volle gang in Ronse

foto © Fabrice Gevaee

Ronse heeft eensgezinde Vlaamse partijen nodig om de hoop op het afschaffen van de taalfaciliteiten hoog te houden, en dan nog…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Naar aanleiding van de Vlaamse en de federale verkiezingen van 26 mei schreef de werkgroep ‘Flor Grammens’ onder de vleugels van de Vlaamse Volksbeweging een manifest voor de ontgrendeling van Ronse. Dit manifest sluit aan bij de motie voor de afschaffing van de taalfaciliteiten die door de gemeenteraad van Ronse op 18 december 2017 werd goedgekeurd.

De werkgroep organiseerde op 25 april een debat over het manifest met de Oost-Vlaamse politici: Robrecht Bothuyne (CD&V), Matthias Diependaele (N-VA), Barbara Pas (Vlaams Belang), Björn Rzoska (Groen), Carina Van Cauter (Open VLD) en Julien Vandenhoucke (SP.A). Pieter Bauwens (Doorbraak) was de moderator van dienst. Wat hebben we geleerd uit dit debat?

Grootstedelijke problematiek

Tijdens het debat spraken de Vlaamse partijen hun steun uit voor Ronse. De analyse over de socio-economische situatie wordt door alle panelleden bevestigd. Dat dit grondig moet worden aangepakt, staat voor alle partijen buiten kijf. Toch merken we verschillen in de visie over de oorzaak en de oplossing.

Barbara Pas merkt een duidelijk verband tussen de taalfaciliteiten en de maatschappelijke realiteit in Ronse. Matthias Diependaele stelt dat de taalfaciliteiten een negatief effect hebben op de maatschappelijke problemen in Ronse. Bovendien zorgen die voor een perceptie van tweetaligheid en dit heeft een effect op de instroom uit Brussel en Henegouwen. Voor Robrecht Bothuyne betekenen de faciliteiten een rem op de ontwikkeling van de stad. Hij beklemtoont dat het stadsbestuur onder leiding van burgemeester Dupont heel wat stappen vooruit heeft gezet. Iedere stap voorwaarts wordt echter geconfronteerd met het remmend effect van de taalfaciliteiten. Carina Van Cauter ziet ook het negatieve effect en het kostenplaatje van deze taalmaatregel. Ze geeft aan dat deze middelen veel beter kunnen worden ingezet voor armoedebestrijding, onderwijs en de toeleiding naar werk.

Björn Rzoska en Julien Vandenhoucke zien minder verband tussen de maatschappelijke realiteit in Ronse en de taalfaciliteiten. Björn Rzoska beklemtoont dat Ronse kampt met grootstedelijke problematieken, maar ook andere steden zonder taalfaciliteiten staan voor gelijkaardige uitdagingen. Julien Vandenhoucke verwijst daarbij naar de andere faciliteitengemeenten in de Vlaamse rand rond Brussel waar totaal andere problemen spelen. In die zin wil men, meer dan louter te focussen op de taalfaciliteiten, vooral werk maken van de socio-economische toestand.

Draagvlak in Ronse

Het democratisch draagvlak voor het afschaffen van de taalfaciliteiten in Ronse is voor de panelleden een belangrijk signaal. De partijen die de motie hebben goedgekeurd, steunen hun afdelingen en waarderen het werk van het stadsbestuur voor de relance van Ronse. Julien Vandenhoucke licht het standpunt van zijn partij toe in de gemeenteraad van Ronse. Sp.a heeft zich destijds onthouden bij de motie, omdat een aantal bekommernissen over o.a. de dienstverlening aan de burger niet werden meegenomen in de tekst.

Barbara Pas legt de bal in het kamp van de stad Ronse. Het is vooral aan Ronse om de faciliteitenproblematiek blijvend op de agenda te plaatsen. Ze verwijst hiervoor naar het voorstel van de VB-fractie in 2017 om een Franstalig loket te installeren. Matthias Diependaele is het daarmee niet eens. Verwijzend naar de loketten van burgemeester Nols in Schaarbeek gaan we toch niet teruggrijpen naar middelen die de Vlaamse beweging destijds heeft bestreden?

Hoe de Franstaligen overtuigen?

We stellen vast dat niemand vragende partij is om de taalfaciliteiten te behouden, integendeel. Alle panelleden zijn deze liever kwijt dan rijk en beklemtonen dat dit systeem op termijn moet (of zal) verdwijnen. De grondwettelijke betonnering van de faciliteiten -door de bijzondere meerderheid die nodig is om deze taalregeling aan te passen- vormt een moeilijk te ontwarren knoop. Een meerderheid in Vlaanderen volstaat niet. Om een bijzondere wet gestemd te krijgen, moet er een meerderheid zijn in elke taalgroep en dat is niet eenvoudig, situeert Carina Van Cauter. Daar verschillen de partijen van mening. Iets beloven dat niet realiseerbaar is, is immers zand in de ogen strooien. Kan dat dan in functie van een nieuwe grote staatshervorming of zal dat de wagen nu net overladen waardoor het tot niets zal leiden? Het zal zeker niet gebeuren door een communautaire stilte te handhaven, vindt Barbara Pas. Robrecht Bothuyne stelt dat de Vlaamse partijen zich strategisch moeten bezinnen.

Groen is de enige partij die een sterke band heeft met de Waalse zusterpartij, merkt de moderator op. Björn Rzoska ziet daarin een belangrijke meerwaarde om de dialoog over de taalgrens aan te gaan. Om iets aan deze regeling te veranderen, hebben we de steun van de Franstaligen nu eenmaal nodig.

Nederlands versterken

De taalwet moet worden gerespecteerd en de kennis van het Nederlands is noodzakelijk. Dat staat voor niemand ter discussie. Er moeten voldoende onderwijskansen worden gegeven, stelt Björn Rzoska. Vlaanderen moet daarvoor (nog meer) investeren in taalverwerving. In het kader daarvan licht Robrecht Bothuyne zijn voorstel toe om meer taalopleidingen te voorzien voor werkzoekenden die het Nederlands onvoldoende tot niet beheersen, het niveau van de opleidingen op te trekken en een attest uit te reiken dat de kwaliteit weerspiegelt en dus een grotere waarde heeft op de arbeidsmarkt. Matthias Diependaele situeert de noodzaak van goed onderwijs en Julien Vandenhoucke pleit voor het verlagen van de leerplicht naar 3 jaar. Barbara Pas situeert de verplichte taalbadklassen.

De faciliteiten zijn mede de oorzaak van de instroom van Nederlandsonkundigen uit Brussel en Henegouwen. Carina Van Cauter bespreekt een jarenlang falend migratiebeleid waar onvoldoende oog was voor integratie. Daar dragen we vandaag nog de gevolgen van. Matthias Diependaele verwijst naar het beleid van de Vlaamse overheid waar meer belang wordt gehecht aan integratie en de kennis van het Nederlands. Illustrerend is de evolutie van een inspanningsverbintenis naar een resultaatsverbintenis voor bewoners van een sociale woning of wie moet inburgeren.

Meer middelen voor Ronse?

Matthias Diependaele geeft aan dat de faciliteiten een aanslag zijn op het goed bestuur van de stad. Ronse kan geen fusie aangaan, daardoor beschikt de stad niet over voldoende slagkracht om de grootstedelijke problemen aan te pakken. Ook Robrecht Bothuyne ziet hierin een direct aanwijsbaar nadeel. Volgens Julien Vandenhoucke zal Vlaanderen de gemeenten dwingen tot schaalvergroting. Carina Van Cauter betwist dit en geeft aan dat gemeenten niet mogen gedwongen worden tot fusie.

De taalfaciliteiten mogen alleszins geen alibi zijn om bij de pakken te blijven zitten. Julien Vandenhoucke gooit de knuppel in het hoederhok door de huidige financiële ondersteuning van Vlaanderen naar Ronse in vraag te stellen. Daar hebben politici als Robrecht Bothuyne wel oren naar, maar dan moeten we er wel voor zorgen dat niet alle middelen naar de grote steden gaan. Matthias Diependaele pareerde deze opmerking door aan te geven dat de lasten van bijvoorbeeld het migratiebeleid beter moeten worden gespreid over alle lokale besturen.

Een conclusie van hoop?

De partijen erkennen de specifieke problematiek en zijn eensgezind om Ronse een duw in de rug te geven door te investeren in onze stad. Geen enkele Vlaamse partij pleit voor het behoud van de taalfaciliteiten en iedereen is erover eens dat dit op termijn zal verdwijnen. Maar, het draagvlak in Vlaanderen om komaf te maken met de taalfaciliteiten botst op de grondwettelijke vergrendeling en de onvolmaakte staatsstructuur. Het dossier kan maar op de rails worden gezet als er ook een meerderheid wordt gevonden over de taalgrens. Zal dat gebeuren binnen een nieuwe grote staats(her)vorming of bij de vorming van een nieuwe regering? Het signaal vanuit Ronse is duidelijk, nu is het aan de Vlaamse partijen om eensgezind een strategie uit te werken en onze vraag te laten weerklinken in Brussel.

Tijl Rommelaere is initiatiefnemer ontgrendel Ronse.

Commentaren en reacties