JavaScript is required for this website to work.
post

Ruslands belangen in Syrië

Joris Verbeurgt14/11/2019Leestijd 5 minuten
De Syrische president Bashar al Assad is één van de weinige leiders uit de
regio, die zich expliciet geschaard heeft achter de Russische inval in Oekraïne.

De Syrische president Bashar al Assad is één van de weinige leiders uit de regio, die zich expliciet geschaard heeft achter de Russische inval in Oekraïne.

foto © Reporters / Abaca

Rusland is niet voor niets actief in Syrië. het heeft er concrete belangen bij. Trump laat het gebeuren, Europa staat erbij en kijkt ernaar.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De plotse terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Noord-Syrië afgelopen maand, bood NAVO-lid Turkije de mogelijkheid om Koerdische milities van de Turks-Syrische grens te verdrijven. Tegelijk kreeg Ruslands bondgenoot Assad een groot deel van het Syrische grondgebied opnieuw in handen. Niet Trump, maar president Poetin van Rusland was de grote gangmaker van deze ommekeer.

In de media wordt beweerd dat Poetin de Turkse frustraties over het ontstaan van een autonoom Koerdisch gebied in Noord-Syrië heeft aangewend om verdeeldheid te zaaien binnen de NAVO. Een strategie die goed lijkt te lukken na de veroordeling van de Turkse inval in Syrië door de EU-landen en na het torpederen van een Duits voorstel om een VN-vredesmacht in Noord-Syrië te stationeren. Dat mag dan wel het geval zijn, feit is dat Rusland zelf een aantal belangen in Syrië heeft die het nu maximaal weet te vrijwaren.

Even terugspoelen

Om te begrijpen welke Russische belangen er in Syrië op het spel staan, moeten we terug naar 2015, het jaar waarin Rusland besloot om militair tussenbeide te komen aan de zijde van Assad in de Syrische burgeroorlog. Die oorlog was toen al vier jaar aan de gang en was het gevolg van de zogenaamde ‘Arabische Lente’ die vanaf 2011 en met wisselend succes over grote delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten was getrokken. Het doel in Syrië was het van de macht verdrijven van de Assad-clan, die Israël en het Westen vijandig gezind was en naar de mening van Washington te nauw aanleunde bij Iran en Rusland.

Wat in Libië – een andere voormalige bondgenoot van Rusland – een fluitje van een cent was gebleken (het van de macht verdrijven en liquideren van Khadaffi en zijn medestanders), was in Syrië een stuk moeilijker. Op het terrein maakten milities die aan Al Qaida gelieerd waren of ermee concurreerden, de dienst uit, zoals het door de Amerikanen gesteunde Al Nusra Front en vooral Islamitische Staat, dat door het veroveren van een zelfverklaard kalifaat, de talloze onthoofdingen en massa executies en de terroristische aanslagen in Westerse landen, in de hele wereld afschuw opwekte. Toen Assad het pleit leek te gaan verliezen, kwam Rusland militair tussenbeide en verklaarde het IS de oorlog, daarin schoorvoetend gevolgd door de VS en Europa die onder druk van de publieke opinie, weinig anders konden dan Rusland volgen.

Voor geld danst de beer

De steun van Rusland aan Syrië en aan het Assadregime is echter niet onbaatzuchtig. Assad senior, de vader en voorganger van de huidige president Assad, was vanaf de jaren 1970 een van de belangrijkste bondgenoten van de Sovjetunie ten tijde van de Koude Oorlog. Poetin heeft gezien hoe Rusland na het uiteenvallen van de USSR quasi al zijn traditionele bondgenoten had verloren. Er is hem veel aan gelegen om een van de laatste partners van Rusland in het Midden-Oosten, namelijk Syrië, te behouden. Meer dan de Amerikanen de voet dwars te willen zetten in het Midden-Oosten, is de militaire interventie van Rusland en de continue steun aan Assad gestoeld op kille machtspolitieke berekeningen. De Russische belangen in Syrië zijn immers niet min en vallen uiteen in drie categorieën: nationale veiligheid, energieveiligheid, en maritieme veiligheid.

Rusland steunt het Assadregime eerst en vooral omwille van de nationale veiligheid van Rusland zelf: het wil vermijden dat Syrië, net zoals Afghanistan, Irak en Libië – drie andere landen die mochten kennismaken met westerse militaire interventies om er ‘vrede, welvaart en democratie’ te brengen – tot een failed state  zou worden die makkelijk als operatiebasis voor jihadisten zou kunnen dienen. Rusland kent immers zelf een decennialang aanslepend conflict met wahabitische opstandelingen in het noorden van de Kaukasus, een conflict dat in het verleden tot bloedige aanslagen in Moskou en in andere plaatsen in Rusland heeft geleid. De oorlog in Tsjetsjenië mag dan wel voorbij zijn, de instabiliteit is wel gebleven, alsook de gretigheid van externe machten om via het moslimfundamentalisme te stoken in de strategisch en economisch belangrijke regio van de Kaspische Zee .

Gas geven

Aardgas vormt een tweede reden voor steun aan Assad: Rusland is ’s werelds tweede grootste producent van aardgas en de Russische overheid en economie zijn sterk afhankelijk van de inkomsten die het haalt uit de export van deze fossiele brandstof. Naast financieel en economisch gewin, levert de export van aardgas Rusland ook een stuk politieke controle over de EU op. Die is immers voor 60% van haar gasinvoer afhankelijk van Rusland, dat zijn gas exporteert via netwerken als Nord Stream (via de Baltische Zee), Brotherhood (via Oekraïne) en Blue Stream (via de Zwarte Zee en Turkije).

Deze grote afhankelijkheid is de leiders van de EU (en de Amerikanen) al langer een doorn in het oog. Europa streeft ernaar om zijn energiebevoorrading te diversifiëren. Daartoe werden plannen gemaakt voor de aanleg van een pijplijn die de circa 60 biljoen (!) m³ aardgas en afgeleide producten van het South Pars/North Dome gasveld in de Perzische Golf naar Europa zou kunnen transporteren. Deze grootste aardgasvoorraad ter wereld is voor 60% eigendom van Qatar, maar ook Saoedi Arabië heeft een stevige vinger in de pap. Het traject van de voorgestelde pijplijn zou lopen over Saoedi Arabië, Jordanië, Syrië en Turkije, en zo de EU in.

Deze pijplijn vormt voor Moskou een van de grootste bedreigingen voor zijn dominante positie op de internationale energiemarkt, en Poetin heeft Assad er kunnen van overtuigen om zijn medewerking aan het project te weigeren. Wél was Assad bereid om mee te werken aan een alternatieve Russisch-Iraanse aardgasdeal om de grote Iraanse gasreserves via een pijplijn over Syrisch grondgebied en onder de Middellandse Zee door om NAVO-lid Turkije te omzeilen, naar Europa te vervoeren. Toeval of niet, kort na de bekendmaking van de deal brak in Syrië de opstand tegen Assad uit.

Havens

Ten slotte is Syrië voor Rusland op maritiem gebied van vitaal belang: ijsvrije havens het hele jaar door zijn voor de Russische marine immers een conditio sine qua non wil het een rol van betekenis in de wereld kunnen spelen. Toegang tot de Middellandse Zee, met doorgangen naar de Atlantische Oceaan via Gibraltar en tot de Indische Oceaan via het Suezkanaal, is daarvoor cruciaal. De Russische Zwarte Zeevloot heeft zijn basis in Sebastopol op de Krim en is voor toegang tot de Middellandse Zee afhankelijk van NAVO-lid Turkije, want de vloot moet de Bosporus passeren, een smalle zee-engte die het Europese deel van Turkije scheidt van het Aziatische deel.

In geval van een conflict met de NAVO, zit de Russische Zwarte Zeevloot dus als een rat in de val. Na het verlies van zijn maritieme steunpunten in Albanië en Egypte, bouwden de Sovjets in 1971 een zogenaamd ‘Materieel-technisch steunpunt’ voor hun marine in de Syrische havenstad Tartus om dit euvel (deels) te verhelpen: schepen kunnen er (beperkt) bevoorraad, onderhouden en hersteld worden, en er zijn ook faciliteiten om te bunkeren, dit is de schepen van brandstof te voorzien. Het verlies van dit steunpunt zou voor de bevoorradingslijnen en voor de bewegingsvrijheid van de Russische marine een enorme tegenvaller zijn. Om dit rampscenario te vermijden, steunde (en steunt) Rusland Assad in zijn strijd tegen de ‘rebellen’.

Nieuwe orde

Met de terugtrekking van de Amerikanen uit Noord-Syrië en hun vervanging door Russische en Turkse militairen, is een nieuwe stap gezet in de richting van minder Amerikaanse en meer Russische invloed in het Midden Oosten, wat kadert in Trumps beleid dat voorziet in minder Amerikaanse inmenging in de Arabische wereld om zich des te meer te kunnen focussen op de Stille Oceaan, de regio van de toekomst en van potentiële conflicten met China. Ondertussen is er ook een stevig bondgenootschap tussen Rusland, Iran en Syrië ontstaan, een alliantie waar ook Turkije hoe langer hoe meer tegen aanschurkt. En Europa? Dat blijft ondertussen hulpeloos toekijken hoe zich aan zijn buitengrenzen stilletjes aan een nieuwe ordening aan het aftekenen is.

Joris Verbeurgt (° 1975) studeerde geschiedenis, communicatiewetenschappen en internationale betrekkingen & diplomatie. Na een loopbaan als beroepsofficier bij Defensie, geeft hij nu les in het middelbaar onderwijs en is hij Brussels correspondent voor European Security en Defense. Daarnaast is hij vertaler en auteur van verschillende geschiedkundige werken.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

De oorlog tussen Israël en Hamas, islamisme, terreuraanslagen, fake feminisme, westerse zelfhaat, … Het hangt allemaal samen, schrijft Darya Safai in haar boek. Het werk is ons boek van de week.