fbpx


Cultuur, Media

‘s Mensen taal is ‘s mensen stijl

Over een halve eeuw vriendschap



A Kort na de creatie en het organiseren van KAZUNO [nu: Nekka] werd ik gevraagd als promotieverantwoordelijke van Humo. Het blad zocht iemand om initiatieven op te sporen die gunstig voor Humo zouden zijn en om de activiteiten van jongeren daaromtrent promotioneel te steunen. De geschikte man hiervoor leek de man die een sportpaleis kon volstoppen voor de optredens van drie dozijn kleinkunstenaars en Donovan. Een win-win affaire. Een dag later maakte ik kennis met de hoofdredacteur die me engageerde…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.

(Proef)abonnement reeds verlopen? Dan kan u hier abonneren.


U hebt reeds een geldig (proef)abonnement, maar toch krijgt u het artikel niet volledig te zien? Werk uw gegevens bij voor deze browser.

Start hieronder de procedure voor een gratis maandabonnement





Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media als u daar hetzelfde e-mail adres hebt.








Wachtwoord vergeten of nog geen account?

Geef hieronder uw e-mail adres en uw naam en we maken automatisch een nieuw account aan of we sturen u een e-mailtje met een link om automatisch in te loggen en/of een nieuw wachtwoord te vragen.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Heeft u een maandelijks abonnement of heeft u reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw abonnement bij voor deze browser en u leest zo weer verder.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als uw abonnementshernieuwing al (automatisch) gebeurd is, dan moet u allicht uw gegevens bijwerken voor deze browser. Zoniet, dan kan u snel een abonnement nemen, dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw gegevens bij voor deze browser of check uw profiel.


A
Kort na de creatie en het organiseren van KAZUNO [nu: Nekka] werd ik gevraagd als promotieverantwoordelijke van Humo. Het blad zocht iemand om initiatieven op te sporen die gunstig voor Humo zouden zijn en om de activiteiten van jongeren daaromtrent promotioneel te steunen. De geschikte man hiervoor leek de man die een sportpaleis kon volstoppen voor de optredens van drie dozijn kleinkunstenaars en Donovan. Een win-win affaire. Een dag later maakte ik kennis met de hoofdredacteur die me engageerde en drie maanden later weer ontsloeg: Karel Anthierens [°1935].

B
Dat ontslaan was de logica zelve. Ik heb geen zitvlees. Nauwelijks was ik een week bij Humo of mijn krachten vielen van me af. Ook Karel had dat door. Hij riep me bij zich. Na de gebruikelijke begroeting zei hij: ‘Ik ga je ontslaan.  Als ik er ben, ben jij er niet en als jij er bent, ben ik er niet. En ik wil bevriend met je blijven.’

C
Die vriendschap is tot op heden blijven bestaan. Hoefde in geen 50 jaar naar de stomerij. Is met de jaren een reus van een boom geworden, kaarsrecht, zoals kolonels militaire parades inspecteren.
Een gedeelte van de boomomvang bestond erin dat hij als redactiesecretaris van Knack mijn literaire initiatieven volop steunde. Rik De Nolf hoefde niet overtuigd te worden, maar de patronage van Karel maakte dat de redactie en Roularta als sponsor meer uit de kast haalde dan gebruikelijk.

D
Voor het weekblad uit Roeselare heb ik nooit geschreven onder Anthierens’ bewind als intern organisator. Dat gebeurde wel toen hij redactiesecretaris van De Zwijger werd. Johan Anthierens was de drijvende kracht en de hoofdredacteur, maar als organisator was hij een ramp. Daarom werd Karel erbij gehaald. Een gouden greep. Hij gaf jonge schuinlopers de kans een carrière op te bouwen met hun tekeningen of artikels.

E
Die gouden greep was ook nodig. Wat Johan beoogde, lukte maar matig: wekelijks een blad maken waar satire van elke pagina droop. Karel zorgde er ook voor dat de drukkerij tijdig alle artikels kreeg. Deadlines drong Karel niet op gestrenge toon op aan de redacteurs en medewerkers. Zijn aanpak vertrok vanuit vertrouwen en respect. Met die aanpak oogstte hij meer resultaat dan als hij met de zweep had gezwaaid.

F
In rockkostuum en met hoge hoed was ik de ceremoniemeester bij de feestelijke presentatie van het eerste nummer van De Zwijger in de Ancienne Belgique. De band met het blad is toen ontstaan. Sinds Karel zich bij de bent voegde, kreeg ik de kans artikels te schrijven. Met als schuilnaam Cicero. Niet dat ik mij wilde meten met de legendarische Romeinse redenaar. De naam refereerde aan het begin van mijn carrière in de grafische en literaire wereld: leerjongen in een drukkerij. Ik heb aan de letterkast gestaan en aan de degelpers Heidelberg. In een typodrukkerij is niet de centimeter maar de cicero de eenheidsmaat.

G  
Ik herinner mij als de dag van gisteren het moment dat ik Karel mijn eerste artikel voor De Zwijger aanbood. Het was een onthullende bespreking. Met een toneelstuk nam Claus wraak op Jos Murez die de cultuurpagina Geestesleven van Louis Paul Boon kort voor zijn pensionering had gekaapt.
Ik overhandigde mijn artikel aan Karel en hij las het. Duidelijk kon ik volgen hoe hij opschoot, zijn rode balpen was een wegwijzer. Onderaan gekomen bekroop mij een gevoel dat het artikel hem beviel. Tot zijn balpen toesloeg. ‘Hier begint het artikel,’ zei hij,’ terwijl zijn pen een schuine opwaartse streep trok over alles wat er boven de op drie na laatste regel stond. Een lange bloedende wonde.
Maar, het moet gezegd… hij had gelijk. Zoals Karel bij volgende bijdragen ook wist waar een artikel begon, waar het eindigde en waar het hart lag.

H
Ik ben niet de enige die Karel als leermeester erkent. Heel wat Vlaamse journalisten zijn dank verschuldigd aan de middelste van de drie broers die rondreisden in de Vlaamse pers: Jef, Karel en Johan Anthierens. Johan had een scherpe en tegelijk zwierige pen, maar toen hij zijn wekelijkse bijdrage bij Knack inleverde, kroop hij haast letterlijk in een hoekje en wilde niet opkijken, tot Karel zijn kroniek had gelezen.

I
De broers werden wel eens de Cartwright Brothers genoemd, refererend aan Adam, Eric en Little Joe, die samen met hun vader Ben de Pondorosa ranch runden en het opnamen voor zwarten, Indianen, enfin, iedereen die gepest werd. De cowboyserie heette Bonanza en werd door de BRT in de jaren zestig uitgezonden.

J
Na het ter ziele gaan van De Zwijger is Karel gaan redden wat er te redden viel bij heel wat magazines en kranten. Overal gaf hij mij de kans los medewerker te worden. Onder meer bij de krant Het Volk. De oplage daalde en Karel werd gevraagd het tij te keren. Na een half jaar nam hij ontslag. Zijn visie en die van de raad van bestuur botsten frontaal. En hij stoorde zich ontzettend aan de vergaderitis in het bedrijf. Voortdurend moest er worden vergaderd. Bijvoorbeeld over de kleur van het briefpapier en op momenten (vijf uur ‘s middags) dat hij op de redactie moest zijn die dan helemaal onder stoom kwam voor de krant van de volgende ochtend. Na zijn vertrek was het spoedig gedaan met de krant. Een bewijs dat de RvB niet wist hoe die gemaakt moest worden.

K
Toen Karel als hoofdredacteur van Het Volk was ingegaan op mijn vraag om een column te mogen schrijven, zei hij op een dag dat hij iemand zocht voor een snoepreisje. De minst geslaagde schilder van COBRA, de Deen Carl-Henning Pedersen, schonk zijn atelier met alles erop en eraan aan de staat, op voorwaarde dat het een museum werd. Journalisten waren uitgenodigd de plechtige inwijding te verslaan. Vliegtuigreis en hotelverblijf werden door het Deense ministerie van Cultuur betaald. ‘Wil jij gaan?’, vroeg Karel, de invitatie in de hand. Ik knikte, waarop hij me de uitnodiging overhandigde, eraan toevoegend: ‘Maar schrijf er vooral niets over. Dat is niet besteed aan de lezers van Het Volk.’

L
Met Karel heb ik – bij mijn weten – geen kroegentocht gemaakt, maar wel meer dan eens met zijn broer Johan. En het gebeurde dat ik in diens Lakense flat in het bed van een van de afwezige kinderen bleef slapen. Een overnachting bij Karel en zijn immer lieve en bezorgde vrouw Annie is er – dacht ik – maar eenmaal geweest, toen ik weer eens geen bad en bed had.

M
Toen ik monologen in huiskamers bracht, heeft er ook een voorstelling in hun huis in Woluwe plaats gehad. Een bewerking van het toneelstuk Wie is bang voor Virginia Woolf? tot Wie is bang voor Guido Lauwaert? Wie er Karel over aanspreekt hoort een verslag op licht ironische toon, hoe het er die middag en avond aan toe is gegaan.

N
In weerwil van zijn 85 jaar, heeft Karel de ironische toon behouden. Er gaat geen week voorbij of ik heb hem aan de lijn, schuine streep, valt er een e-mail in mijn mailbox. Bovendien blijf ik hem de artikels of boeken die ik als belangrijk beschouw bezorgen, met de vraag ze te lezen met de rode pen in de aanslag. Ik schaam me daar niet voor. Hugo Claus had een eindredacteur bij De Bezige Bij, net als Willem Elsschot bij zijn Amsterdamse uitgever P.N. Van Kampen en Zoon.

O
Wanneer mijn literaire konterfeitsels bij me terugkomen, zie ik een kleurenpalet waarin rood de boventoon voert. Omdat Karel niet alleen kromme zinnen heeft rechtgetrokken, maar ook suggesties voorstelt om het artikel of het boek meer vaart en spanning te geven. Op z’n minst driekwart van zijn adviezen volg ik op. Want Karels taal is niet met zijn lichaam verouderd. Integendeel. Er blijft een kwajongenslucht uit opstijgen. En niemand in Vlaanderen beheerst de Nederlandse taal beter dan hij. Lees ik zijn proza ontwaakt de muziek van Erik Satie. Ogenschijnlijk een bizarre combinatie, maar beiden hebben een verrassende speelsheid, onverwachte tempovariaties, abrupte omwentelingen. Moeiteloos vormen ze een concerto zonder de minste hapering.

P
Ook dit artikel zal naar Karel gaan, als het eindpunt is gezet. Censureren zal hij niet doen – daar is het recht van spreken en schrijven hem te heilig voor. Toen ik voor Doorbraak ging schrijven waren enkele vrienden verbaasd. ‘Jij, Lauwaert, schrijven voor die rechtse club! Je bent geen rebel meer.’ [Alsof ik dat ooit geweest ben!] Toen ik de oprispingen aan Karel vertelde, zei hij: ‘Het is niet belangrijk voor WIE je schrijft, maar WAT je schrijft.’ Als voorbeeld zijn broer Jef erbij halend: ‘Jef is beginnen schrijven voor het weekblad Links en geëindigd als medewerker van ‘t Pallieterke.’


Wat Karel wel zal doen, is als een technicus kijken naar mijn compositie.
Karel leerde me dat het ‘politicus’ is en ‘politici’ en niet ‘politieker[s]’, dat het ‘technicus’ is, i.p.v. ‘technieker’ en dat je geen ‘nagels met koppen slaat’ maar ‘spijkers’. Dat het ‘vuilnisbak’ is, en niet ‘vuilbak’. Dat het niet ‘gom’ is maar ‘gum’ of ‘vlakgom’. Dat een journalist niet interviewt, een zanger niet zingt met een ‘micro’ maar met een ‘microfoon’. En zo kan ik blijven doorgaan. Naar schatting een halve eeuw reeds [of is het ‘al’ Karel?] adviseert hij mij.


Dat niet één van zijn opmerkingen mij ooit heeft geërgerd komt omdat Karel geen pedant toontje aanslaat. Al is je Nederlands over de hele lijn kromtaal, zit er een zachtheid, een tederheid in zijn mondelinge of schriftelijke correcties en suggesties. Het lijkt wel of hij als een verpleegster/verpleger een zieke moed inspreekt en hem genezing in het vooruitzicht stelt. En een terminale patiënt niet de hemel belooft, maar de mannelijke een verblijf in een zomerpaleis met twaalf voor hem voorziene maagden en de vrouwelijke evenveel olympische jongelingen.

S
Gaandeweg dit epistel schrijvend bekroop mij de gedachte dat ik bezig was aan een in memoriam. Dat is geenszins het geval. Ik wens Karel [en Annie] nog een lang leven – zonder al te veel ouderdomskwaaltjes en -kuren. Dat zijn denken helder blijft. Dat ik nog lang mijn geschriften naar hem kan sturen, want o, hij doet dat zo graag, ze nalezen. Het is sinds zijn pensionering zijn liefste hobby.

T
Was de lijfspreuk van broer Johan ‘Niemands meester – Niemands knecht’, bij Karel lijkt me ‘‘s Mensen taal is ‘s mensen stijl’ het best te passen. Want voor Karel Anthierens maken niet de kleren de man, maar de taal.

V
Dank je, Karel, voor het vertrouwen in mij. Een vertrouwen dat vroeg bij mijn aantreden in de artistieke en journalistieke wereld ontstond. Ik heb altijd opgekeken naar jou omdat je helemaal geen wantrouwen, achterdocht, voorbehoud et cetera hebt, maar wie zich aanbood, om hulp vroeg, hebt geholpen. Totaal belangeloos.

W
Schiet me daar nog wat door het hoofd; een van mijn strapatsen waarmee jij flink kon lachen.
Toen ik voor de zoveelste maal financieel aan de grond zat, richtte ik de VBvGL op. De Vereniging ter Bevordering van het Voortbestaan van Guido Lauwaert. De leden moesten lidgeld betalen en kregen als bewijs van betaling een lidkaart. Als lid konden ze mij vrij aanspreken, hoefden ze geen afspraak te maken. De eerste was de drukker. In ruil voor het drukken van de lidkaarten werd hij Lid 001. Ook jij wou meteen een lidkaart kopen. Toen ik voorstelde dat je Erevoorzitter voor het leven zou zijn, als je i.p.v. 100, 200 frank betaalde, aarzelde je geen moment.

X
Ruim zestig jaar ben jij, Karel, de Stille Kracht van de Vlaamse mediawereld. Een hoge hoed kan ik niet afnemen voor jou. Ik heb er nu eenmaal geen. Zelfs figuurlijk niet. Wat ik bij deze wel doe, is een hoofse buiging maken.

Y
Karel, ik wens je geen A-dieu, maar adieu. Tot weerziens.

Z
Amen.

Guido Lauwaert

Guido Lauwaert is regisseur, acteur, auteur, columnist en recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Knack en Doorbraak.