JavaScript is required for this website to work.
post

Saoedie-Arabië: quo vadis?

Deel I

Robert Vandemeulebroucke27/3/2015Leestijd 3 minuten

Er staan geen hervormingen op til in de oliestaat. Het vernislaagje moderniteit slaagt er niet in een diep feodale staat te verbergen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie met het aantreden van de opvolger van de in januari overleden koning Abdullah, koning Salman, hoopt op hervormingen in de oliestaat, zal bedrogen uitkomen: een toenemend gevoel van onveiligheid in eigen land gekoppeld aan de oorlogen en politieke spanningen in de regio laten hiervoor geen ruimte. Een jongere generatie prinsen op de troon is nog lang niet aan de orde.

DEEL I

Op 22 januari 2015 overleed koning Abdullah bin Abdulaziz. Hij had bijna 10 jaar lang geregeerd en hij werd opgevolgd door zijn halfbroer, koning Salman bin Abdulaziz, 79 jaar oud, een man die in zwakke gezondheid verkeert. Onder de regering van koning Abdullah was, in 2011, de Arabische lente uitgebroken die voorlopig in de wijde regio tot de volgende toestand heeft geleid: een broos opbloeiend democratisch Tunesië, door jihadisten belaagd aan zijn grenzen, een chaotisch Libië waar al meer dan tien maanden een burgeroorlog woedt, een nieuwe militaire machthebber in Egypte na een kort democratisch intermezzo, een vastgelopen bloedige burgeroorlog in Syrië die het vijfde jaar ingaat, Yemen aan de zuidgrens van Saoedi-Arabië dat op ontploffen staat en ten slotte de zwarte vlag van de Islamitische Staat (IS) die op korte tijd nagenoeg een derde van de territoria van Syrië en Irak ingepalmd en een kalifaat opgericht heeft en thans tot dicht tegen de grens met Soedi-Arabië actief is.

Schuchtere hervormingen

De onrust en het oorlogsgeweld hebben Saoedi-Arabië het eerste jaar na 2011 ogenschijnlijk ontzien: koning Abdullah besteedde ongeveer $ 130 miljard van het budget van het olierijke land om zijn landgenoten zoet te houden met het uitdelen van baar geld en door een reeks grote infrastructuurprojecten op te zetten. Voordien al had hij enkele schuchtere politieke hervormingen trachten door te voeren ondanks sterke tegenwind van de wahhabistische clerus. Eén ervan is verwezenlijkt namelijk het toekennen van het kiesrecht aan vrouwen waarbij deze mogen kiezen en zich verkiesbaar stellen maar alleen voor gemeenteraden. De macht van deze gemeenteraden is louter consultatief en de inbreng van de verkozen dames is dus erg beperkt. De tweede hervorming van de koning, namelijk de hervorming van de sharia-wetgeving, is politiek en religieus erg gevoelig en omstreden, maar zij stond in de steigers op het ogenblik van het overlijden van de koning. Het is onduidelijk of koning Salman deze hervorming tot de zijne zal maken.

Verstening

Saoedi-Arabië is een land opgesplitst in een overwegende soennitische bevolking (90 %) en een sterk minoritaire sjiietische bevolking (10 %). De soennieten behoren tot de wahhabistische strekking, een strenge vorm van islambeleving op de letterlijke interpretatie van de sharia gegrondvest. Andere godsdiensten buiten de Islam worden in het land niet toegelaten. Op de saoedi- arabische sjiietische landgenoten wordt laatdunkend neergekeken en zij worden scherp in het oog gehouden. Op godsdienstig gebied is Saoedi-Arabië dus een intolerant land. Het belet de wahhabistische clerus niet om met financiële steun van het koningshuis wereldwijd actief aan proselytisme te doen, verboden in eigen land: honderden moskeeën van wahhabistische strekking werden en worden nog overal ter wereld gebouwd met saoedi- arabisch geld. De wahhabistische clerus is bijzonder invloedrijk: de voor de buitenwereld starre religieuze lijn wordt onverminderd aangehouden en, sterker nog, deze strenge godsdienstbelevenis is niet alleen de absolute prioriteit in het land maar zij legitimeert feitelijk het saoedi-koningshuis en dus ook het (voort)bestaan ervan. Het betekent dat de saoedi-koning zeer omzichtig te werk moet gaan bij alles wat het politieke en religieuze leven van zijn thans 30 miljoen tellende bevolking betreft. De hierboven gemelde pogingen tot hervorming van koning Abdullah mogen, in onze ogen, op kabouterpasjes lijken. In een saoedi-arabische context betekenen zij reuzeschreden. De clerus en het saoedi-koningschap houden elkaar dus in een soort labiel evenwicht en wee de koning die deze trapeze-oefening onnadenkend en zonder de goedkeuring van de clerus in een andere richting zou trachten om te buigen. Het betekent, onder een vernislaagje van moderniteit en technologie, een algehele verstening van het politieke en religieuze leven in de belangrijkste oliestaat ter wereld die, daarbij, vandaag de dag precies in het epicentrum van het oorlogskrakeel in het Midden-Oosten staat. ‘Liberaal’ gedachtengoed wordt al lang niet geduld.

Verkoeling

Met het begin van de arabische lente in Tunesië in 2011, werd het repressieapparaat in Saoedi-Arabië zelfs nog verscherpt. De blogger Raif Badawi is een goed voorbeeld: hij werd niet zo lang geleden – nog onder de regering van de overleden koning – tot 10 jaar gevangenisstraf en 1000 zweepslagen veroordeeld omdat hij het had aangedurfd voor hervormingen te pleiten. Onder druk van de internationale gemeenschap werd het toebrengen van de zweepslagen (tijdelijk?) opgeschort. De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Margot Wallström, die op uitnodiging van de Arabische Liga op 9 maart laatsleden in Caïro het woord wenste te voeren onder andere, maar niet uitsluitend, over mensenrechten, werd onder druk van Saoedi-Arabië belet haar toespraak te houden. Het heeft tot een pijnlijk diplomatiek incident en de verkoeling in de betrekkingen tussen beide landen geleid.

De auteur is oud-ambassadeur.


(c) Reporters

 

Commentaren en reacties