JavaScript is required for this website to work.
post

Schrappen van bibliotheekplicht: vertrouwen of controle?

Wim Van Dijck16/3/2015Leestijd 3 minuten

‘Het werk is af, we heffen die verplichting op’. Wim Van Dijck verdedigt de afschaffing van de bibliotheekplicht.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met stijgende verbazing heb ik de voorbije week het debat gevolgd over de beslissing van de Vlaamse regering om de ‘bibliotheekplicht’ af te schaffen, de verplichting voor lokale besturen om een bibliotheek in te richten, die dateert van 1978. Vooral de tegenstanders van die afschaffing schuwen de grote woorden niet: van ‘afbraakpolitiek’ tot ‘zelfmoord’.

Eerlijk gezegd: ik begrijp niets van die verontwaardiging, van die bijna tot paniek opgeklopte angst dat Vlaanderen zal verworden tot een culturele woestijn. Een echo daarvan was te lezen op Doorbraak, met de bijdrage van Chris Ceustermans. Niets minder dan onze Vlaamse identiteit zou bedreigd zijn. Dames en heren, een beetje gevoel voor proportie graag!

Papierwerk

Elke gemeente heeft een bibliotheek. Dát heeft die jarenlange verplichting als gunstig resultaat opgeleverd. Niet dat Vlaanderen vóór 1978 een zwart gat was van analfabetisme en culturele leegte, maar heel wat kleinere gemeenten konden nog wel een ‘boekerij’ gebruiken. Eén op vijf inwoners is inmiddels ingeschreven bij een bibliotheek; bibliotheken zijn dus stevig ingeplant in het lokale cultuurweefsel. Dus is het niet meer dan logisch dat de Vlaamse overheid zegt: ‘het werk is af, we heffen die verplichting op’.

Jarenlang werkte de Vlaamse overheid volgens het principe dat aan het geld dat naar lokaal beleid ging, ook een reeks verplichtingen moest vasthangen. Voor elke pot met euro’s een beleidsplan. Cultuurbeleidsplan, milieubeleidsplan, sociaal beleidsplan, jeugdbeleidsplan: er zijn wat plannen geproduceerd de voorbije decennia. Meestal door peperdure externe bureaus die een passe-partout afleverden, waarin alleen de naam van de gemeente moest worden vervangen. Kassa! In Brussel las geen mens al dat papierwerk. Compleet zinledig. Ook de vorige Vlaamse regering trachtte al voorzichtig een einde te maken aan die betuttelende papierslag en de huidige deelt gelukkig diezelfde visie. Het schrappen van de bibliotheekplicht past daar perfect in. 

Subsidiëring

Maar dat is dus slecht gevallen bij vele culturo’s. Vooral schrijvers en mensen uit de boekenwereld zijn furieus. Maar hun grote woorden verbergen al te doorzichtig de eigen mercantiele belangen. Chris Ceustermans komt de verdienste toe daar open en eerlijk over te zijn: het fijnmazige netwerk van bibliotheken is voor een stuk een zekere afzetmarkt voor schrijvers en boekhandels. In feite is het een vorm van onrechtstreekse subsidiëring. Een beetje te vergelijken met het aankopen door de overheid van kunstwerken die haar gebouwen moeten opfleuren. Ook die verdwijnen na een tijdje naar het depot, net zoals het door Ceustermans vermelde ‘Boek Alfa’. Daar geraken ze haast nooit meer uit (omdat niemand ze nog wil hebben, zelfs de makers ervan niet).

Het nut van cultuursubsidiëring, en de omvang ervan: dat is een debat op zich. Net als de verhouding tussen de patrimoniumfunctie van bibliotheken en de ‘vraagerrichte benadering’. Erg interessant allemaal, maar als argumenten tégen het afschaffen van de bibliotheekplicht toch enigszins naast de kwestie. Persoonlijk zie ik het overigens allemaal niet zo somber in. Er is nog altijd het bibliotheekdecreet dat de kwaliteit van de lokale bibs moet waarborgen. Ik heb ook vertrouwen in het bibliotheekpersoneel en de lokale omkadering van de bibliotheken. En in de gemeentelijke autonomie, jawel. 

‘Boerkes op den buiten’

Wat me nog het meest stoort is het manifeste gebrek aan vertrouwen van de tegenstanders in de lokale besturen en de lokale democratie. Er is op dit moment –  en vrijwel iedereen geeft dit ook grif toe – geen enkele aanwijzing dat gemeenten van plan zijn om bibliotheken te sluiten. Maar het doembeeld dat zulks op lange termijn haast onvermijdelijk wordt, duikt wel op in bijna alle opiniestukken. Hier klinkt toch net iets te nadrukkelijk het dedain van de culturele ‘elite’ voor de ‘boerkes op den buiten’, die na 1978 uit de klei zijn getrokken, maar zo weer in het moeras van achterlijkheid zullen wegzinken als ze niet verplicht bij de les worden gehouden. Ik vind dat een stuitende gedachte. Omdat ze ook veronderstelt dat de mensen in kleinere gemeenten al zo onverschillig zouden zijn dat ze hun besturen niet tot de orde zouden roepen (of wegstemmen) als die het in hun hoofd zouden halen de lokale bibliotheek te sluiten. Al wie alleen al het verzet bekijkt dat telkens rijst wanneer ‘ergens te velde’ een uitleenpost wordt gesloten, wéét dat die veronderstelling op niets is gestoeld.

Voor mij is de afschaffing van de ‘bibliotheekplicht’ dus geen reden tot (al dan niet bewust gecreëerde) paniek. Ik zie die afschaffing niet als de voorbode van een verarming van de Vlaamse cultuur. Die cultuur is een zaak van mensen, van de Vlamingen, van álle Vlamingen. Die zijn al lang volwassen en ontvoogd genoeg om zélf voor hun culturele behoeften op te komen. Daar hebben ze geen betuttelende hogere overheid bij nodig en al helemaal geen cultuur-marxistische schijnelite die de krijtlijnen uitzet volgens het adagium: ‘vertrouwen is goed, maar controle is beter’.

 

De auteur is oud-volksvertegenwoordiger van het Vlaams Belang.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties