Deze donderdag, 5 mei, trekt de Noord-Ierse kiezer naar de stembus om zijn volksvertegenwoordigers aan te duiden voor Stormont, het Noord-Ierse parlement in Belfast. Deze assemblée telt negentig zitjes die via een proportioneel systeem verdeeld worden. In totaal negen partijen dingen naar de stem van de kiezer. De angel van het brexitakkoord In februari nam de First Minister van Noord-Ierland, Paul Givan, ontslag omwille van zijn ontevredenheid over het Noord-Ierland protocol. Dat is een onderdeel van het Brexitakkoord tussen het Verenigd…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Deze donderdag, 5 mei, trekt de Noord-Ierse kiezer naar de stembus om zijn volksvertegenwoordigers aan te duiden voor Stormont, het Noord-Ierse parlement in Belfast. Deze assemblée telt negentig zitjes die via een proportioneel systeem verdeeld worden. In totaal negen partijen dingen naar de stem van de kiezer.
De angel van het brexitakkoord
In februari nam de First Minister van Noord-Ierland, Paul Givan, ontslag omwille van zijn ontevredenheid over het Noord-Ierland protocol. Dat is een onderdeel van het Brexitakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Givan is lid van de Democratic Unionist Party (DUP), zoals de naam al weggeeft: dat is de partij van de protestantste unionisten in Noord-Ierland.
Beter gezegd, het is de radicale stem van die bevolkingsgroep. De DUP voerde in 2016 ook overtuigd campagne voor een Brexit en was nadien de belangrijke partner voor de Britse conservatieve minderheidsregering van Theresa May. De DUP voelt zich vandaag door diezelfde conservatieven verraden, omdat het Brexitakkoord dat Boris Johnson met de Europese Unie bedisselde een economische grens trekt tussen het Britse eiland en het Ierse eiland. Noord-Ierland bevindt zich dus volgens het Noord-Ierlandprotocol economisch nog binnen de EU. De protestanten steigeren bij de gedachte dat zij op die manier een unie vormen met de Ierse Republiek en ‘afgesneden’ zijn van de rest van het Verenigd Koninkrijk.
De derde hond in het spel
Toen Givan zijn ontslag indiende, had dat meteen gevolgen voor zijn coalitiepartner. Dat is de katholieke en nationalistische partij Sinn Féin. Die partij belichaamt op zich alles waar de unionistische protestanten zich tegen verzetten. Het Goedevrijdagakkoord van 1998 bepaalt dat een Noord-Ierse regering zowel leden van unionistische als van nationalistische zijde bevat. Tot nog toe betekende dat er een unionistische minister-president het voortouw nam en dat de functie van viceminister-president naar een lid van de nationalistische, katholieke zijde ging.
Traditioneel heeft het protestantse deel van de bevolking de overhand. Maar statistieken tonen inmiddels al jaren aan dat het overwicht van de protestanten in Noord-Ierland gestaag krimpt. De klassieke protestantse stem verdeelt zich intussen ook over drie partijen, gaande van gematigd naar radicaal en heel radicaal. Bij het katholieke deel gaat het over twee partijen. De grootste van die twee, Sinn Féin, zou volgens zowat alle peilingen ook wel eens de grootste partij van Noord-Ierland kunnen worden. Sinn Féin peilt rond 26 procentpunt en de DUP rond de 20 procentpunt.
Let op, zowel Sinn Féin als de DUP verliezen volgens de peilingen volop kiezers aan een nieuwe derde. De Alliance Party is een links-liberale partij die de oude tweedeling tussen protestanten en katholieken beu is. De partij pleit ervoor dat de politiek zich bezighoudt met ‘de echte problemen van de mensen’. Dat pleidooi klinkt heel bekend in de oren, maar in een regio waar de samenleving al honderd jaar en langer in de greep is van een sektarisch conflict, klinkt zo’n pleidooi heel verlossend. De Alliance Party zou volgens de peilingen zijn kiezersaantal verdubbelen – van zo’n 9 naar zo’n 18 procentpunt.
Het steentje in de schoen
Een uitslag waarbij Sinn Féin de grootste is, wordt een bijzonder historisch moment in de Noord-Ierse geschiedenis. Het gebied van de zes graafschappen werd in 1921 net gecreëerd om de protestantse meerderheid te verzekeren van de macht. Noord-Ierland kent daarom al honderd jaar een unionistisch bestuur. Sinds 1997 kregen de republikeinse nationalisten de garantie om deel te nemen aan de macht, zij het als de kleinere partner. In realiteit is het ook zo dat de First Minister altijd rekening moet houden met zijn Deputy First Minister. Er is dus geen almacht van een fractie. De mogelijke overwinning van Sinn Féin is in de praktijk vooral van enorm groot symbolisch belang, even groot als de nederlaag van de unionisten om dit te voorkomen. De psychologische tik dat het veroorzaakt, is heus niet te onderschatten.
Bovendien geeft het de nationalistische, katholieke en republikeinse zijde de motivatie om te pleiten voor een referendum over de hereniging van de twee Ierlanden. Zo’n referendum is een mogelijkheid die in het Goedevrijdagakkoord vervat zit. De kans is echter groter dat Noord-Ierland voor de komende tijd politiek vastzit, nog maar eens.
De gekrenkte trots van de DUP kan ertoe leiden dat de Noord-Ieren opnieuw voor maanden zonder regering zitten. Op zich heeft de partij tot november de tijd om te beslissen of het in een regering stapt of niet. London moet mogelijk terug alle touwtjes in handen nemen. Dat is niet voor het eerst, bij elke crisis in Noord-Ierland moet Londen ingrijpen. Maar het moeit zich telkens met grote tegenzin in het wespennest van de Noord-Ierse politiek. Noord-Ierland is immers altijd het steentje in de Britse schoen. Hoewel, Schotland is nu al een poosje het tweede steentje. En als Sinn Féin wint, dan betekent dat er zowel in Noord-Ierland als in Schotland een partij heerst die het VK wil opdelen.