De zaak-Sihame blijft etteren. Nu blijkt, althans volgens Bart Brinckman in De Standaard, dat de vzw Let’s Go Urban (LGU) een deel van El Kaouakibi’s verkiezingscampagne heeft betaald. Het Nederlandse communicatiebedrijf Aces of Space factureerde €44 095 aan LGU voor het ontwerpen van een 'brand identity'. Volgens de informatie van dit bedrijf zelf ging het hier ook om de 'branding' van El Kouakibi als politica: 'Aces of Space created the branding around her political "coming out" for #openvld'. Als dit…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De zaak-Sihame blijft etteren. Nu blijkt, althans volgens Bart Brinckman in De Standaard, dat de vzw Let’s Go Urban (LGU) een deel van El Kaouakibi’s verkiezingscampagne heeft betaald. Het Nederlandse communicatiebedrijf Aces of Space factureerde €44 095 aan LGU voor het ontwerpen van een ‘brand identity’. Volgens de informatie van dit bedrijf zelf ging het hier ook om de ‘branding’ van El Kouakibi als politica: ‘Aces of Space created the branding around her political “coming out” for #openvld’.
Als dit klopt, dan ging het hier om een gift van LGU aan de campagne van El Kaouakibi. Aangezien enkel natuurlijke personen giften mogen doen, zou dit een inbreuk zijn op de regels inzake de campagnefinanciering, en dus verkiezingsfraude. Alweer. Want eerder was al gebleken dat El Kaouakibi’s campagne vermoedelijk veel duurder was dan uit de officiële aangifte blijkt.
Hoe zat dat weer in elkaar? Een werknemer van het communicatiebedrijf WannaCatch werkte voor de campagne van Sihame El Kaouakibi. De kostprijs hiervan, €33 000, werd gefactureerd aan Open Vld. Dit bedrag werd echter niet aangegeven als verkiezingsuitgave. Was dat bedrag wel aangegeven, dan bedroeg de totale verkiezingsuitgave van El Kaouakibi ongeveer €87 000, een pak meer dan de toegelaten €54 278.
Open Vld boter op het hoofd
Open Vld had allicht weinig zicht op het ingewikkelde financiële kluwen rond El Kaouakibi. Toch heeft de partij wel degelijk boter op het hoofd wat de aangifte van de verkiezingsuitgaven betreft. De politica zegt zelf dat haar aangifte was opgesteld door Open Vld. ‘Dit is iets wat steeds door de partij werd opgevolgd. Mijn eigen verkiezingsaangifte werd opgemaakt en ingediend door een campagnemedewerker van Open Vld’, verklaart ze in Knack. Dat is ook wat Egbert Lachaert laat uitschijnen in zijn persmededeling van 11 februari, als hij het heeft over dat niet aangegeven bedrag van €33 000: ‘Bij de aangifte van de verkiezingsuitgaven werd destijds geoordeeld dat deze kost niet aangifteplichtig was.’
Navraag door journalisten leert ons dat Open Vld zich hiervoor baseerde op een richtlijn in het Vademecum van de federale Controlecommissie inzake de verkiezingsuitgaven: ‘De loonlast van de individuele medewerkers van politieke mandatarissen en van de fractiemedewerkers in de brede zin van het woord dient niet in rekening te worden gebracht.’
Het is zonneklaar dat de Controlecommissie hier verwijst naar de parlementaire medewerkers van de politici. Elk parlementslid heeft een individuele medewerker. Daarnaast heeft elke fractie een aantal fractiemedewerkers, al naargelang het aantal zetels. Sommigen daarvan werken de facto voor de partij. Zowel de individuele medewerkers als de fractiemedewerkers zijn formeel werknemers van het parlement, en worden ook betaald door het parlement. Toch draaien zo goed als alle parlementaire medewerkers in de aanloop naar de verkiezingen mee in de campagne. Maar hun loonlast moet niet worden meegeteld bij de verkiezingsuitgaven, zegt de Controlecommissie.
Gigantische achterpoort
Het is wel erg vergezocht om hieruit af te leiden dat de kostprijs van een werknemer van een bedrijf dat diensten levert en factureert voor een verkiezingscampagne, niet moet worden meegeteld als verkiezingsuitgave. Als men die redenering van Egbert Lachaert toch zou volgen, dan wordt hiermee een gigantische achterpoort opengezet om de wet te omzeilen.
De wijze waarop Egbert Lachaert de richtlijnen van de Controlecommissie interpreteert, ondergraaft de hele regelgeving. De verwachting was dan ook dat de Controlecommissie snel de puntjes op de i zou zetten, en zou verduidelijken hoe de bewuste bepaling in haar Vademecum moet worden geïnterpreteerd. Op de jongste vergadering van de Controlecommissie (23 februari) werd de kwestie aangekaart door N-VA-Kamerlid Wim Van der Donckt. De Vivaldi-meerderheid gaf echter niet thuis. Ze speelde de hete aardappel door naar de vier externe experts die sinds de zesde staatshervorming aan de Commissie zijn toegevoegd. Dat zijn momenteel Herman Matthijs, Raymond Molle, Philippe Quertainmont en Gunther Vanden Eynde.
Juridische handigheidjes
Maar die experts maakten er zich van af met een juridisch handigheidje. Sihame El Kaouakibi was kandidaat voor het Vlaams Parlement, dus betreft het hier een bevoegdheid van de Vlaamse Controlecommissie, zeiden ze. Formeel juridisch hebben de experts gelijk. De regels voor de verkiezingscampagne van het Vlaams Parlement worden weliswaar federaal vastgelegd (wet van 19 mei 1994), maar de controle daarop is een Vlaamse bevoegdheid.
Toevallig wordt die Vlaamse Controlecommissie voorgezeten door een N-VA-er, namelijk Andries Gryffroy. Maar die heeft niets gedaan met de bal die hem door de federale experts werd toegespeeld. Ook Gryffroy maakt er zich, volgens Knack, van af met een juridisch handigheidje: inbreuken op de wet inzake de verkiezingsuitgaven verjaren 200 dagen na de verkiezingen. Dus is dit dossier voor de Vlaamse Controlecommissie afgehandeld.
Het is vreemd dat die verjaring geen beletsel vormt voor de N-VA om de kwestie aan te kaarten op het federale niveau, maar wel wordt aangegrepen om de zaak af te wimpelen op het Vlaamse niveau. Zou dit iets te maken kunnen hebben met het feit dat Open Vld op het Vlaamse niveau een coalitiepartner is, maar op het federale niveau niet?
Fundamenteel probleem
Dit neemt niet weg dat ook Andries Gryffroy formeel juridisch gelijk heeft, ten minste zolang het enkel over het dossier Sihame El Kaouakibi gaat. Alleen is het evident dat deze kwestie dit dossier overstijgt. In hoeverre moeten personeelskosten worden meegeteld bij de officieel gedeclareerde verkiezingsuitgaven? Hoe moet de desbetreffende richtlijn van de federale Controlecommissie precies worden geïnterpreteerd? Dit moet worden uitgeklaard door de Controlecommissie, en wel zo snel mogelijk. Maar door welke Controlecommissie?
Het dispuut brengt inderdaad een meer fundamenteel probleem aan het licht. Het Vademecum van de federale Controlecommissie is strikt genomen een louter federale aangelegenheid. Daarin geeft de commissie aan hoe de federale wet (van 4 juli 1989) betreffende de verkiezing van het federale Parlement, moet worden geïnterpreteerd en toegepast. Maar de Vlaamse Controlecommissie hoeft zich daar niet aan te houden en dient enkel de wet (van 19 mei 1994) betreffende de verkiezing voor het Vlaams Parlement toe te passen. In de praktijk echter baseren de kandidaten en de partijen zich ook voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement op dat federale Vademecum. Dat komt omdat de regels voor de federale en de Vlaamse campagne zo goed als identiek zijn.
Maar op die manier laat de Vlaamse Controlecommissie zich eigenlijk de kaas van het brood eten. Het zou logischer zijn dat de Vlaamse Commissie zelf verduidelijkt hoe ze de federale regels in de wet van 1994 toepast, en dus een eigen Vademecum opstelt. Daarin kan het Vlaams Parlement verduidelijken hoe rekkelijk of strikt ze de federale regels interpreteert. Dan kan het Parlement de achterdeur die Egbert Lachaert wijd open heeft gezet opnieuw sluiten, als het dat ten minste wil.
Zo bekeken is het eigenlijk goed nieuws dat de federale Controlecommissie inzake Sihamegate de kaart heeft getrokken van een rigoureus respect voor de Vlaamse bevoegdheden. Het is nu aan de Vlaamse Controlecommissie, en de voorzitter daarvan, om deze bal binnen te trappen en een eigen Vlaams Vademecum op te stellen.