JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Sire, il n’y a plus de républicains

ColumnJohan Sanctorum12/7/2017Leestijd 4 minuten
Jan Peumans bij de officiële 11 juliviering op het Brusselse Stadhuis

Jan Peumans bij de officiële 11 juliviering op het Brusselse Stadhuis

foto © Reporters

Uitgerekend op 11 juli pleit Vlaamse parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) voor het behoud van de Belgische monarchie. Johan Sanctorum kon zijn ogen niet geloven, of toch weer wel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het leger en het koningshuis, dat moeten we nog federaal doen, in Belgisch verband, aldus Jan Peumans, voorzitter van het Vlaams Parlement in een DS-interview naar aanleiding van, u raadt het, 11 juli. Elf wat? Ach ja, die Guldensporenslag waar naar goeie traditie ook Vlamingen tegenover elkaar stonden, Brabanders tegenover Flandriens bijvoorbeeld. Of waarom dit ook het feest van de Vlaamse kneuterigheid zou kunnen zijn, dat we nog het best lichtvoetig kunnen houden met pensenkermissen en Johan Verminnen.

Maar goed, de keuze van Jan Peumans dus, voor vorst, leger en (Belgisch) vaderland. Het leger, tja, men zou zich kunnen afvragen wat het woord ‘landsverdediging’ nog inhoudt, gezien de conflicten van deze eeuw steeds minder rond grenzen draaien en steeds meer rond migratie, verdringing en het daarbij behorende geweld van cultuurpopulaties, groepen, enkelingen, tot en met uiteraard de losgeslagen éénmansoorlogen van al dan niet religieuze psychopaten. Misschien is een Europese task force dan nuttiger, tenzij we kiezen voor een burgermacht die gedecentraliseerd en daarom juist efficiënt kan tussenkomen als de nood aan de man is. Hebben wij Vlamingen, uitvinders van de belforten, goede expertise in. Ja, daarover kan gediscussieerd worden. Maar een republikeinse partij –volgens de statuten dan toch-, die ervoor pleit om België samen te houden met de monarchie als bindmiddel, daar kijken we op 11 juli wel even van op.

Façadedemocratie

Natuurlijk hebben mensen als Bart Maddens al lang de rekening van de N-VA gemaakt, die gaat voor Belgische macht liever dan Vlaamse onmacht. Maar dat interview bevat een paar rare accenten die toch weer ontluisterend zijn voor volbloedrepublikeinen als ondergetekende.

De vermaledijde dissidenten Vuye en Wouters krijgen er uiteraard van langs, maar onderhuids heeft Peumans zich ook neergelegd bij het centenflamingantisme (sic) van de partij die al lang gekozen heeft voor het beheer van la Belgique à papa, zoals wij het klassieke Belgische establishment pleegden te noemen, met zijn vertakkingen naar de haute finance, de invloedrijke cercles, de politieke coulissen waar écht aan staatsbeheer wordt gedaan. In deze façadedemocratie is het parlementaire spel voor de kleine jongens. Peumans is wat dat betreft de juiste man op de juiste plaats: het speeltuingehalte van het Vlaamse Parlement is berucht (sommigen spreken van ‘veredelde gemeenteraad’), en niemand ziet in de welmenende minister-president Geert Bourgeois, compleet omringd door de hem passende middelmatigheid, ook maar iets van een staatsman. Het blijft een troostfunctie, een protocollair ambt, een uitvloeisel van particratische rekensommen en de noodzaak om elke partijman of vrouw een waardig onderkomen te gunnen.

Vele vrienden ter linkerzijde begrijpen niet wat ik in Vlaams-nationalistische kringen verloren heb, waar het conservatieve discours, schatplichtig aan een katholieke opvoeding, en het economisch-rechtse VOKA-verhaal hardnekkig de boventoon blijven voeren. Soms uit zich dit in een gemakzuchtig superioriteitsdenken (‘wat we zelf doen, doen we beter’) dat met enig ‘Walenbashen’ gepaard gaat, soms toont het zich ook als genant underdogdiscours ofte het welbekende kaakslagflamingantisme (nu weer de ééntalig-francofone voorzitter van de Belgische voetbalbond!). Beide geven blijk van politieke onvolwassenheid die weinig hoop laten voor een gemeenschapsgedragen eis tot autonomie. Autonomie waartoe? Om een schim van het oude België te reanimeren tot meer van hetzelfde, geregeerd in een tussentaaltje dat De Kampioenen, de TV-soap die sinds zowat 1302 elke zomer terugkeert, als standaardtaal naar voor schuiven?

Seculiere civil society

De cultuurflaminganten zijn eraan voor hun moeite, aldus Jan Peumans, en hij berust. Dat die goedmoedige Vlaams parlementsvoorzitter vervolgens onbekommerd gaat voor de Belgische monarchie, betekent zonder meer dat zijn partij geen republikeins project heeft, die naam waardig. Daarom gebruik ik voor mezelf het woord flamingant al lang niet meer. Ik verkies het etiket Vlaams-republikein, omdat de ontwikkeling van een Vlaamse natie in een ‘ander’ Europa voor mij gelijk moet gaan met een cultureel réveil, maar ook met een update van het sociaal en ecologisch bewustzijn. In mensentaal: een Vlaamse republiek moet voor zijn mensen zorgen en de zwakkeren niet aan liefdadigheid overleveren. Zonder sociaal programma overleeft geen enkele republikeins project. Daaraan gekoppeld moet er een hedendaags identiteitsverhaal uit de verf komen dat misschien eerder de Franse Revolutie dan de Vlaamse Guldensporenlegende als startpunt heeft: de moderniteit omarmen, een rigoureuze scheiding van kerk en staat voorop stellen, gelijkheid van man en vrouw,- een aantal ijkpunten die de seculiere civil society zonder schroom en onverkort als uitgangspunt moet nemen.

Deze 21ste eeuwse samenleving in een Vlaamse vorm gieten, en voorwerp maken van een echte constitutioneel debat (géén ‘handvest’ van een regio, juridisch ondergeschikt aan de Belgische grondwet), daar situeert zich de republikeinse uitdaging. Het voornemen om in een min of meer uitgekleed Belgisch karkas het status-quo te handhaven en daar ook de monarchie een plaats in te geven, is een ontstellend zwaktebod. De Vlaamse Beweging verwijst graag naar Catalonië, maar inzake republikeins bewustzijn is Catalonië lichtjaren vooruit. Het stamt dan ook uit de rebellie tegen Franco, tegen de oerconservatieve clerus en tegen het autoritair-verticale denksysteem van Madrid dat tot in de stierengevechten weerspiegeld wordt. In Catalonië is er wél plaats voor een progressief-sociale denkpiste, gedragen door de socioculturele netwerken en het ‘middenveld’, als motor van het streven naar autonomie.

Uitgerekend op 11 juli valt er met een dreun weer een diepgevroren Vlaams lijk uit de kast. Koning Filip mag op twee oren slapen, en met hem alle krachten voor wie échte verandering helemaal niet hoeft. Perfecte opmaat naar het defilé van 21 juli. Kunnen we zo langzamerhand die twee feestdagen niet laten versmelten en wat toeters en bellen uitsparen?

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties