JavaScript is required for this website to work.
post

Spanje neemt afscheid van tweepartijenstelsel

Voor het eerst coalitieregering in zicht

Christophe Bostyn17/12/2015Leestijd 3 minuten

Na decennia afwisselen tussen conservatieven en sociaaldemocraten, krijgt Spanje nu voor het eerst een coalitieregering.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De peilingen gaven het al langer aan: Spanje mag vaarwel zeggen aan het roterende tweepartijenstelsel. Aan de vooravond van de algemene Spaanse verkiezingen staat het land voor een ongezien scenario: geen van de twee grote traditionele machtspartijen zal nog groot genoeg zijn om op eigen kracht een regering te vormen. Het voor de politieke elites absolute horrorscenario valt zelfs niet meer uit te sluiten: een regering van nationale eenheid met de Partido Popular en de PSOE.

Gestage trend

Bij de Europese verkiezingen van 2014 kregen zowel de conservatieve Partido Popular (PP) als het sociaaldemocratische PSOE al te kampen met een verlies van een derde van hun stemmen. Toen gingen de stemmen naar alternatieven aan zowel linkse als rechtse zijde. Enerzijds hebben we aan linkse zijde de oud-communisten van Izquierda Unida (Verenigd Links – IU) en het nieuwe project Podemos (Wij kunnen) en anderzijds hebben we aan rechterzijde Unión, Progreso y Democracia (Unie, Vooruitgang en Democratie – UPyD) en Ciudadanos (Burgers). Het lijkt er nu op dat de twee alternatieven Podemos en Ciudadanos niet alleen hevige concurrentie zullen betekenen voor PP en PSOE, maar ook hun kleine rivalen mogelijks zullen opslokken, zich daarmee vestigend als grote partijen.

Erosie machtspartijen

Na de herinvoering van de democratie werd in Spanje een kiessysteem ingevoerd dat een stabiel tweepartijenstelsel moest veiligstellen. Dunbevolkte provincies kregen verhoudingsgewijs een grotere vertegenwoordiging dan stedelijke gebieden, waar tot 5 maal meer stemmen voor een enkele zetel nodig kunnen zijn. Dit manipuleren van kieskringen is een tactiek die in wel meer landen bestaat en in het Engels ‘gerrymandering’ wordt genoemd. Het zorgt ervoor dat de winnende partij een bonus krijgt die een stabiele meerderheid moest verzekeren. Doordat alle vier partijen nu dichter bij elkaar zullen liggen in stemmenaantallen, komt dit systeem nu in gevaar.

Corruptie en wanbeleid

Wanneer een regeringspartij onpopulair was, was het eenvoudig: de andere grote partij nam het roer over. Zo gebeurde ook vier jaar geleden, toen in volle economische crisis de Partido Popular opnieuw aan de macht kwam. Normaal gezien zou de partij dan genoeg krediet gekregen hebben om twee legislaturen uit te zitten. Dat is nu voorbij. De Partido Popular heeft de voorbije legislatuur te kampen gekregen met een lawine aan corruptiezaken uit vooral haar regionale afdelingen, hoewel het publiek geheim is dat zelfs premier Rajoy en andere kopstukken extra’s toegestopt kregen afkomstig van smeergeld (Zaak Barcenas). Ook het economisch palmares oogt bijzonder mager: de werkloosheid blijft torenhoog terwijl de actieve bevolking gedaald is. Er zijn m.a.w. veel mensen geschrapt uit de officiële werkloosheid. Maatregelen als het snoeien in de sociale zekerheid, lonen en arbeidsrechten enerzijds en anderzijds de miljardensteun aan de banken, de dieperik in geleid door oud-politici, maakten de PP nog minder populair.

De PSOE dan maar weer?

De Spanjaarden zijn de aanpak van de crisis door vorig premier Zapatero nog niet vergeten. Ook de PSOE heeft met corruptiezaken te maken, zij het in mindere mate. Vele mensen zien er dus geen alternatief meer in. De kiesintenties geven aan dat vooral de jongere generaties zich afkeren van de oude machtspartijen. Gezien deze jongere generaties ook de meest verstedelijkte generatie zijn, gaf dit de kans aan de alternatieve partijen om via de regionale kieskringen te groeien. Het rechtse alternatief Ciudadanos ontstond bijna 10 jaar terug in Catalonië en is daar nu het grootste unionistische alternatief tegen de Catalaanse pro-onafhankelijkheidspartijen. Ciudadanos is het voorbije jaar vooral gebracht geworden via een heuse campagne in de Spaanse media. Podemos is dan weer wel een recent fenomeen dat teert op de Indignados-beweging, maar toch een klassieke centralistische partijstructuur vanuit Madrid kent. Beide partijen profileren zich als het alternatief met de schone handen.

Coalitieregering

Het huidige Spanje kende nog geen coalitieregeringen. Indien er al een minderheidsregering was, kreeg deze gedoogsteun van kleine – regionale – partijen voor enkele wederdiensten. Tot recent gaven de peilingen een rechtse meerderheid aan voor een coalitie van PP en Ciudadanos. Hoewel dit het scenario is met de meeste kansen, geven de laatste peilingen aan dat deze meerderheid misschien net niet zou behaald worden, wat voor een moeilijke situatie zou zorgen. Het enige waarschijnlijke alternatief zou dan een coalitieregering zijn van PP en PSOE, een scenario waar geen van beide partijen op hoopt.
Voor het benoemen van een eerste minister, die de regering moet vormen, krijgt men in Madrid twee maand, zo niet moeten nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Belgische scenario’s krijgen we daar dus nog niet te zien.

Foto (c) Reporters (Premier Rajoy)

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties