JavaScript is required for this website to work.
post

Spookfietsers van links of het recht van de sterkste

Chris Ceustermans25/10/2016Leestijd 2 minuten

Chris Ceustermans hekelt de subjectieve verontwaardiging van de politieke linkerzijde in het verkeersbeleid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De tijden dat fietsen een ontspannende bezigheid was, ligt in een stad als Antwerpen steeds meer achter ons. Dat heeft niet alleen te maken met het autoverkeer maar ook met de mentaliteit van de zogenaamde ‘zwakke weggebruiker’. Langs de politieke linkerzijde blijft men het liefst blind voor deze werkelijkheid.

Om de evolutie van de samenleving aan te voelen blijft het verkeer een uitgewezen plek. Niet alleen als automobilist maar ook als fietser. Misschien vooral als fietser. Wie tijdens het spitsuur tegen de woon-werkstroom op de belangrijkste fietsroutes zoals de erg comfortabele ‘fietsostrade’ naast de spoorweg fietst, heeft het gevoel in een behendigheidsspel terecht te komen: ontwijk de spookfietsers. Niet zelden ziet men op het fietspad immers meer fietsers tegen de richting op je afrazen dan fietsers die aan de juiste kant van de weg rijden.

Hoewel de fietsinfrastructuur voldoende comfortabel is om te zonder te veel stress of angst om door een auto aangereden te worden te rijden, zijn het hier de zwakke weggebruikers zelf die maken dat je als fietser permanent op je hoede bent. Het meest verontrustende is dat het aantal spookfietsers lijkt toe te nemen. Spookfietsers zien er steeds minder graten in om gezellig naast elkaar kwebbelend tegen de richting waardoor je bijna van het fietspad en in overtreding wordt gedwongen. Onlangs werd ik voor de eerste keer luidruchtig berispt door een spookfietser omdat ik naar zijn smaak niet genoeg opzij ging.

Deze cowboymentaliteit op de nochtans kwalitatieve Antwerpse fietspaden (Antwerpen stond op de shortlist voor de titel ‘Fietsstad van het jaar’) is een afspiegeling van het doorgeslagen narcisme en Facebook-leven; een droeve uitvergroting van de mei ’68-mentaliteit die mensen tot asociale consumenten maakt. Of zoals Patti Smith onlangs nog op Jazzmiddelheim uitkreette: ‘Do whatever you want!’ Het gevolg van die mentaliteit is dat het verkeerssysteem als geheel steeds minder goed functioneert. Dit houdt immers in dat men zich voor het algemeen belang in enkele minimale regels wil inpassen. Om het systeem werkbaar te houden, is repressie soms noodzakelijk. Anders heerst er ook op de weg het recht van de sterkste.

Toen het Antwerpse stadsbestuur en de politie vorig jaar een campagne ‘veiliger verkeer’ lanceerden die ook focuste op de overtredingen van de zwakke weggebruikers en op spookfietsers, kreeg ze meteen de hele linkerzijde over zich heen. Die schreeuwde moord en brand omdat de stad de brave fietsers wilde aanpakken, terwijl de boze wolf toch de boze automobilist of een onvolmaakt fietsnetwerk is. Meteen werd geponeerd dat het ‘stadsbestuur tegen de fietser is’. Het bekende scenario: wij zijn ethisch hoogstaand, de andere is op ethisch vlak een inferieur wezen. Dus kan alles wat die voorstelt alleen maar slecht zijn.

Sinds de op 31 augustus 2015 aangekondigde campagne en de felle reacties daarop is er, op een paar stichtende affiches na, op het terrein weinig te merken van controle of repressie. Dat de fietsers het eerste slachtoffer worden van die kop-in-het-zand-mentaliteit zal zoals gewoonlijk de ‘sociale’ linkerzijde worst wezen. Net zoals die jarenlang op de kap van de arbeiders en de migranten zichzelf als ethisch hoogstaand trachtte te profileren zonder werkelijk voeling of interesse te hebben voor hun dagelijkse realiteit. En wanneer er binnenkort een fietser sterft omdat die door een plotse spookfietser onder een auto belandt, zal het ongetwijfeld weer de schuld zijn van ‘de anderen’ omdat die niet genoeg in de infrastructuur zouden hebben geïnvesteerd.

 

Foto: (c) Reporters

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties