JavaScript is required for this website to work.
Sport

Sportprotocollen bij extreem weer voor verbetering vatbaar

Ondanks protocol amper discussie over doorgaan Parijs-Roubaix

Kevin Vanbuggenhout1/11/2021Leestijd 4 minuten
Niet intensief sporten de eerste week na coronavaccin.

Niet intensief sporten de eerste week na coronavaccin.

foto © Unsplash

Er zijn protocollen in de sportwereld om atleten te beschermen tegen weersomstandigheden, maar die moeten nog verder uitgewerkt worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wanneer de periode van de onderscheidingen en individuele trofeeën is aangebroken, weet je dat het einde van het jaar nadert. En het sportseizoen al grotendeels achter de rug is. In een aantal sporttakken staan er nog enkele belangrijke afspraken op het programma, maar in de meeste outdoorsporten – of het moesten wintersporten zijn – is het seizoen zo goed als afgelopen. Er vallen lessen te trekken uit de verhoudingen tussen de atleten, maar evengoed uit de organisatie van de evenementen.

Het Europese seizoen in het wegwielrennen kende zijn ontknoping op zondag 24 oktober met de Ronde van Drenthe. De laatste grote koersen waren Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije. Vooral Parijs-Roubaix, dat met ‘de Helleklassieker’ zijn bijnaam sowieso al niet gestolen heeft, ging door onder omstandigheden waar het best even bij stilstaan is.

Slecht weer, dus spektakel

In de week in aanloop naar het weekend van 2 en 3 oktober, verkikkerde iedere analist en liefhebber er zich al op: het zou de eerste Parijs-Roubaix in de regen in jaren worden. Net in het jaar ook men de eerste editie voor vrouwen organiseerde. De laatste keer dat de renners op een glad wegdek door ‘de Hel’ reden, was in het jaar 2000. Dit moest dus een spectaculaire editie worden. Eentje om nooit te vergeten.

Bij de dameskoers op zaterdag deden er zich dan ook onvermijdelijke beelden voor: valpartij na valpartij kwam tot stand op de modderige kasseistroken. Dat beloofde voor de mannen. Misschien zou het eerder een veldrit worden dan een klassieker op de weg. Een dag later waren er zeker lekke banden en valpartijen, maar of er nu zoveel meer incidenten waren dan andere jaren? Op het eerste zicht niet. Nu is het wel een feit dat in Parijs-Roubaix elk jaar zoveel dingen aan de hand zijn, dat ze niet allemaal op camera kunnen worden vastgelegd.

Niet nog extremer

Een mogelijke conclusie is ook dat het vrouwenpeloton nog de behendigheid miste om in die omstandigheden over die kasseien te rijden. Die zal alleszins enkel beter worden door de wedstrijd elk jaar te rijden. De tendens bij de analisten was: meer incidenten dan nu voorkwamen, moesten er toch ook niet gebeuren. Het was misschien niet over de rand, maar wel op het randje. Extremer moest het in elk geval niet worden.

Dan zou je al eens kunnen denken dat er vooraf wel een grondig debat was over de vraag of er überhaupt wel gereden moest worden. Neen, niets van dat. ASO-baas Christian Prudhomme beweerde kurkdroog dat renners die er geen zin in hadden maar niet moesten vertrekken. Vertaling: de koers zou sowieso doorgaan. Weinigen zullen stellen dat het onverantwoord was om te koersen, maar enige discussie is in zo’n situatie toch gewenst.

Medisch bulletin

Neem er het medisch bulletin maar bij: een op twee plekken gebroken schaambeen en een schouderbreuk bij Annemiek van Vleuten, breuken in de linkerhand voor Imanol Erviti en renners als Vanmarcke en Kreder die bij zware crashes aan breuken ontsnapten. Inderdaad al erg genoeg.

Gelukkig zijn er wel protocollen inzake weersomstandigheden, toch? Ja, maar zijn ze ook voldoende uitgewerkt? In 2015 stelde de UCI een protocol in om bij extreem weer, zoals sneeuw of bijzonder hoge temperaturen, wedstrijden af te kunnen gelasten, nadat er de jaren voordien al bepaalde koersen doorgingen onder helse omstandigheden, zij het door combinatie van wind en regen, door koude of door een zandstorm.

Extreme Weather Protocol

Aanvankelijk kwam er uit rennershoek al eens kritiek omdat dit Extreme Weather Protocol te weinig werd toegepast. Inmiddels is daar wel al een evolutie in doorgemaakt. Alleen wordt er weinig rekening gehouden bij een scenario als Parijs-Roubaix, wanneer de renners een parcours voorgeschoteld krijgen waarbij het weer niet eens zo extreem moet zijn vooraleer het gevaarlijk  kan worden. In dit geval ging dat over gladde kasseistroken, maar het kan evengoed over technische afdalingen met scherpe bochten gaan. Het zou goed zijn moest hiervoor nog een protocol verder in detail uitgewerkt worden.

Ook in andere sporten zijn er wel protocollen om atleten te beschermen tegen ondraaglijke weersomstandigheden, maar zijn die niet op alles voorbereid en kan daar ook anno 2021 nog verder aan gesleuteld worden. Bijvoorbeeld in het tennis is de lodende hitte vaak een factor op de Australian Open. Een in 2018 opgesteld actieplan schenkt aandacht aan de temperaturen waarin spelers en speelsters fysieke inspanningen moeten leveren, de sterkte van de zon, de vochtigheid en de windsnelheid. Maar toen in 2020 de luchtkwaliteit zodanig slecht was door bosbranden, gingen matchen soms toch door in verre van ideale omstandigheden.

Geen temperatuurgrens

In het honkbal en softbal is er tevens een protocol rond koude en hitte, maar in Nederland kiest de bond er voor om geen minimale of maximale temperatuur in te stellen. “Weersomstandigheden over één kam scheren, is te star”, klinkt de redenering. “In sommige gevallen heb je te maken met een hoge temperatuur maar daarbij ook een verkoelende wind waardoor het een draaglijker is om toch te kunnen spelen. Dit kan ook andersom zijn. De temperatuur is goed, maar door een ijzig koude wind kan het toch niet verantwoord zijn om te spelen. Ditzelfde geldt ook bij een minimale temperatuur.”

Daar valt zeker iets voor te zeggen. Alleen blijft er dan ook een zekere vrijheid van kracht om daar mee om te gaan. Dat is op zich prima, zolang die niet overslaat naar onduidelijkheid in geval van een noodsituatie. “Het blijft altijd lastig om het weer in te schatten. Daarom geven we de verenigingen mee om vooral met ‘common sense’ te kijken naar de situatie en dit met elkaar te bespreken waarbij de veiligheid van de spelers uiteraard voorop staat.”

Draaiboek

Goed in theorie, in de praktijk is het handiger om dit soort zaken zoveel mogelijk in kaart te brengen, zodat er een draaiboek klaar ligt om te volgen. Ook bij situaties die zich pakweg één keer om de twintig jaar voordoen.

Kevin Vanbuggenhout studeerde journalistiek aan KHM en volgt sport en politiek op de voet.

Commentaren en reacties