JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Staatshervorming te goeder trouw uitvoeren

Hendrik Vuye5/6/2013Leestijd 5 minuten

Overeenkomsten moeten te goeder trouw worden ten uitvoer gebracht, stelt artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek. Geldt dit ook voor staatshervormingen? Blijkbaar niet. Zelfs de staatshervorming van 1988-89 is op heden nog niet volledig uitgevoerd. Welkom in het land van René Magritte: ‘Ceci n’est pas une réforme de l’Etat’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een paar proevertjes uit de snelkeuken van het Belgische staatsrecht leren de kwaliteit van de koks kennen..

Staatshervormingen 1988-89 en 2001 nog niet volledig uitgevoerd

Vraag nr. 140 van volksvertegenwoordiger Ben Weyts (N-VA) is bijzonder interessant. Bij elke staatshervorming dienen onroerende goederen overgeheveld van de federale overheid naar de deelstaten. Weyts vraagt aan Servais Verherstraeten (CD&V) voor welke goederen dat nog het geval is.

Blijkt dat de Zeevaartscholen in Antwerpen en Oostende nog niet werden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap. Nochtans is onderwijs sedert de derde staatshervorming (1988-89) een gemeenschapsbevoegdheid. Al 24 jaar geleden moesten deze gebouwen worden overgedragen.

Verder zijn er nog 47 gebouwen die men na de staatshervorming van 2001 had moeten overhevelen. Het betreft onder meer gouverneurswoningen, provinciale gouvernementsgebouwen, de Nationale plantentuin domein Boechout, Rundvee- en varkenshouderijen te Wetteren en Melle, …

Staatshervorming 1970 en 1980: de moeizame gewestvorming

Bij de staatshervorming van 1970 werden naast drie cultuurgemeenschappen ook drie gewesten opgericht. Dat was het eertijds beruchte artikel 107quater. Toen reeds was de Grondwet een toonbeeld van rede en logica. Er was een artikel 107, een artikel 107ter en het reeds vermelde 107quater. Een artikel 107bis bestond echter niet en heeft nooit bestaan.

Artikel 107quater, lid 1 luidde in 1970: ‘België omvat drie gewesten: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest’. Op het terrein bestond er niets. Het Vlaamse en het Waalse Gewest werden slechts opgericht in 1980.

Voor het Brusselse Gewest was het zelfs wachten tot 1989. Bij deze gelegenheid kreeg het kind dan nog een andere naam: Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Dit maakt dat in de Belgische Grondwet sommige bepalingen nog steeds verwijzen naar het Brusselse Gewest (bijv. art. 3), andere artikels naar het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (bijv. art. 136). Dit verhoogt ongetwijfeld de leesbaarheid van de Grondwet.

Staatshervorming 1993: artikel 35 Grondwet en de ecotaksen

Bij de vierde staatshervorming werd het beroemde artikel 35 in de Grondwet ingeschreven. Voortaan zouden de bevoegdheden van de federale staat limitatief (beperkend) in de Grondwet worden opgenomen. Alle niet-vermelde bevoegdheden behoren dan toe aan de deelstaten. Twintig jaar later is er nog steeds niets van dit alles in huis gekomen. Artikel 35 is en blijft een dode letter.

Leest men de memoires van een meester-loodgieter uit Vilvoorde, dan verneemt men dat dit zelfs uitdrukkelijk de bedoeling is. Dehaene schrijft dat dit een ‘theoretisch principeartikel’ is. En verder: ‘Het artikel kreeg een mythisch statuut. Velen spraken erover, weinigen wisten echter wat het concreet inhield’. Maar hij eindigt op een positieve noot. ‘Hiermee is niet gezegd dat artikel 35 onbruikbaar is. Als de huidige methode tot op de draad versleten is, is het misschien een alternatief’. Tja, de huidige methode is ongetwijfeld tot op de draad versleten.

De vierde staatshervorming was ook deze van de ecotaksen. Toen de grote overwinning van de groenen. Dehaene schrijft hierover dat de ‘milieu-ayatollahs van de studiedienst van de groene partijen’ hiermee de PVC-verpakkingen uit de markt wilden prijzen. Er kwam niets van in huis. De eocotaksen van toen, dat is zo’n beetje als de politieke vernieuwing van het Vlinderakkoord. Een grote overwinning van de ecologisten waar niets van in huis komt. Niets nieuws onder de groene hemel.

Staatshervorming 2001: plantentuin Meise

Over groen gesproken, laten we het even over de plantjes hebben. Bij de vijfde staatshervorming kwamen er enkele verhofstadtjes ook wel gebakken blauwe lucht genoemd. Het ziet er mooi uit en men kan er communicatief mee uitpakken maar stelt verder niets voor. Het was de tijd – weet u nog? – dat België een modelstaat ging worden, zelfs een actieve welvaartsstaat. Die modelstaat lijkt echter verdacht veel op een loodgietersstaat.

Artikel 92bis, §4 quinquies van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 is zo’n verhofstadtje: ‘De Nationale plantentuin van België wordt overgedragen nadat hierover een samenwerkingsakkoord is gesloten’. En het samenwerkingsakkoord kwam er maar niet.

Uiteindelijk geschiedde het wonder. Begin februari 2013 was er een akkoord. De overdracht zou in werking treden – we blijven voorzichtig – op 1 januari 2014. En deze overdracht is zo zuiver, dat hij verdacht veel lijkt op de kruising tussen een boterbloem, een madeliefje, een brandnetel en een cactus.

Wat leert de Plantentuin van Meise ons met betrekking tot de staatshervorming van 2011? Deze keer werd in hetzelfde artikel 92bis ingeschreven dat er een hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel komt. Om ze op te richten moeten de drie gewesten een samenwerkingsakkoord sluiten …

De bevoegdheidsoverdrachten uit het Vlinderakkoord zijn tot op heden dode letter gebleven, maar ze komen er, belooft Servais Verherstraeten (CD&V). En als hij het zegt, wie gelooft hem niet? Maar zelfs als deze bijzondere wetten worden goedgekeurd, dan nog staan we nergens. Om de bevoegdheidsoverdrachten operationeel te maken zijn er – volgens de berekeningen van Bart Maddens in het Gravensteenboek – maar liefst 26 samenwerkingsakkoorden nodig …

Staatshervorming 2001: ontwikkelingssamenwerking

Verhofstadt heeft echter zichzelf overtroffen met artikel 6ter van de bijzondere wet van 8 augustus 1980: ‘Onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking worden vanaf 1 januari 2004 overgeheveld in zoverre ze betrekking hebben op de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden’. Een bijzondere werkgroep ging zich hierover buigen.

En dan volgde de communicatie op de voluntaristische wijze van Verhofstadt. Zie eens wat we hebben bereikt! Zelfs ontwikkelingssamenwerking wordt gedefederaliseerd. Grootste staatshervorming ooit. De toekomst van de modelstaat België is gered. 

Er kwam echter nooit een bijzondere werkgroep en tot op heden zijn er nog geen ‘onderdelen’ overgedragen. De defederalisering van ontwikkelingssamenwerking heeft hier een blauwtje opgelopen.

Staatshervorming 2011-2012: de wel heel bijzondere modaliteiten

Sedert de zomer van 2012 stelt artikel 63 van de Grondwet dat er binnen de gewezen provincie Brabant ‘bijzondere modaliteiten’ – dit is een meervoud – bestaan die de ‘gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant’ vrijwaren.

Blijkt echter dat die ‘bijzondere modaliteiten’, in werkelijkheid slechts één modaliteit is, namelijk de dubbele kiesbrief in de zes randgemeenten. Waar zijn de andere modaliteiten dan gebleven?

De dubbele kiesbrief maakt het mogelijk voor de kiezers van de zes randgemeenten om zelf te bepalen of ze stemmen voor kandidaten van de kieskring Brussel-Hoofdstad, dan wel voor kandidaten van de kieskring Vlaams-Brabant. Dit is dus een bijzondere modaliteit die het de Franstaligen uit deze randgemeenten mogelijk maakt om te stemmen voor de Franstalige kandidaten van de kieskring Brussel-Hoofdstad.

En wat met de ‘gewettigde belangen van de Nederlandstaligen’? Hoewel deze volgens de Grondwet worden beschermd, bestaat er geen ‘bijzondere modaliteit’ die hun belangen vrijwaart. Sommige bijzondere modaliteiten zijn dus zelfs zo bijzonder dat ze niet eens bestaan.

We doen het al lang: nieuwe wetboeken voor een nieuw land

Artikel 139 van de Grondwet van 1831 bulkte van ambitie: binnen ‘de kortst mogelijke tijd’ -dat is dus nog sneller dan ‘onverwijld’ – moesten de wetboeken worden herzien.

In 1867 kwam er een Strafwetboek en in 1967 – een eeuw later – een Gerechtelijk Wetboek. Alle andere wetboeken wachten nog op ‘herziening’.

In 1971 heeft de grondwetgever dan maar wijselijk artikel 139 afgeschaft. 140 jaar lang wilde het maar niet lukken.

De grondwetgever als grote deugniet: de wedde van de parlementsleden

Artikel 66 stelt: ‘Ieder lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers geniet een jaarlijkse vergoeding van twaalfduizend frank’. De senatoren zijn nog slechter af. Artikel 71 bepaalt: ‘De senatoren genieten geen wedde. Ze hebben evenwel recht op een vergoeding van hun onkosten; die vergoeding is vastgesteld op vierduizend frank per jaar’.

Omgerekend verdient een kamerlid jaarlijks – u leest goed ‘jaarlijks’- dus 297,47 euro, een senator jaarlijks 99,16 Euro. Hier klopt iets niet. En toch, zo staat het nog steeds in de Grondwet.

In werkelijkheid wordt de parlementaire wedde geregeld door het reglement van de wetgevende vergaderingen. In het kader van de politieke vernieuwing en de transparantie binnen de modelstaat België heeft men het echter nooit nodig gevonden om de Grondwet aan te passen.

 

<Een goed artikel? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Meer van Hendrik Vuye
Commentaren en reacties