JavaScript is required for this website to work.
post

Staatsschuld van de Vlaamse staat

Luc Deconinck, Peter De Roover15/3/2012Leestijd 3 minuten

De Belgische staatsschuld blijft stijgen, tot 366,56 miljard euro op 31 januari 2012. Dit globaal federaal cijfer verbergt drie totaal verschillende onderliggende realiteiten. Het verhaal van het zwembad met een gemiddelde diepte van 1 meter … wie op het gemiddelde vertrouwt om een duik te wagen, riskeert zijn leven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Hoe presteren de drie gewesten afzonderlijk als het over (deel)staatsschulden gaat? De berekening is tamelijk eenvoudig te maken, dank zij een recente studie van de Waalse economen Lannoy, Mulquin en Mignolet over de periode 2006-2010. Zij zijn verbonden aan het Waalse studiecentrum CERPE (Universiteit van Namen) en onderzochten de transfers vanuit het perspectief van een splitsing van België. Ze wijzen er op dat het primair saldo van elke regio (het overschot/tekort vóór rentelasten op de schuld) de echte financiële capaciteit van de regio’s veel beter weerspiegelt.

In een splitsingsscenario moet elke regio echter niet alleen de eigen uitgaven financieren met eigen inkomsten, maar ook zelf de rentelasten op haar deel van de staatsschuld dragen.

Onthutsende cijfers

In hun studie maken de Waalse economen de opsplitsing per regio van de federale primaire saldi voor de periode 2006-2010. De cijfers zijn onthutsend. We geven ze in tabel 1 (in miljard euro).

Tabel 1

uitgesplitst per gewest
Federaal primair saldo Vlaams Waals Brussels Hoofdsted.
in mia € Gewest Gewest Gewest (BHG)
2006 12,95 12,78 -1,78 1,95
2007 10,18 11,66 -2,71 1,23
2008 8,31 10,78 -3,54 1,07
2009 -5,32 1,91 -6,90 -0,33
2010 -1,69 4,30 -6,26 0,27
2006-2010 24,43 41,43 -21,19 4,19

Over de beschouwde vijf jaar bedroeg het opgetelde primair overschot van de federale overheid 24,43 miljard, samengesteld uit een Vlaams en een Brussels overschot van respectievelijk 41,43 miljard en 4,19 miljard en een Waals tekort van 21,19 miljard euro. De Waalse economen stoppen hun berekeningen hier.

Er zijn ook intrestlasten

Deze primaire saldi geven maar de helft van het verhaal. Ook de intrest op de gecumuleerde schuld moet betaald – en dus verdeeld – worden. Die berekening maakten we zelf door de intrestlast te verdelen op basis van de bevolking van elk gewest op 1 januari van het betrokken jaar. (tabel 2, in miljard euro)

Tabel 2
rentelast uitgesplitst volgens bevolking
federale rentelast Vlaams Gewest Waals gewest BHG
2006 12,332 7,131 4,005 1,195
2007 12,394 7,163 4,023 1,208
2008 12,494 7,217 4,049 1,228
2009 11,865 6,851 3,835 1,179
2010 12,238 7,058 3,950 1,230
2006-2010 61,323 35,42 19,862 6,041

Deze verdeling op basis van het aantal inwoners valt uiterst gunstig uit voor een regio met een deficit, want houdt geen rekening met de oorspong van de staatsschuld. Het principe dat wie de schuld veroorzaakte er ook de intresten op moet betalen, zou voor Vlaanderen veel gunstiger uitvallen.

Door beide tabellen samen te voegen, kunnen we het daadwerkelijk overschot/tekort van elk van de regio’s inclusief intrestlasten berekenen.

Vlaamse staatsschuld daalt, Waalse explodeert

Samengevat geeft dit volgend beeld (tabel 3, in miljard euro):

Tabel 3

2006-2010 Primair saldo Rentelast Saldo

Vlaams gewest 41,43 -35,42 6,01
Waals gewest -21,19 -19,86 -41,05
BHG 4,19 -6,04 -1,85

Na betaling van de rentelasten houdt Vlaanderen van zijn primair overschot van 41,43 miljard nog steeds 6,01 miljard euro over. Vlaanderen zou dus zijn deel van de federale schuld tijdens de beschouwde vijf jaar (2006-2010) verminderd hebben met zes miljard (960 euro per inwoner).

Voor het hoofdstedelijke gewest is de situatie negatief: de Brusselse schuld zou stijgen met een kleine 2 miljard (2000 euro per inwoner).

De Waalse cijfers ogen dramatisch. Indien Wallonië zowel het primair tekort als het bevolkingsaandeel in de intresten moet dragen, stijgt de schuld er op vijf jaar tijd met meer dan 41 miljard (11 700 euro per inwoner).

De stijging van de federale staatsschuld in die periode van vijf jaar ‘verbergt’ twee realiteiten; een Vlaams overschot van circa 6 miljard en een Waals en Brussels tekort van samen circa 43 miljard.

 

[kadertje logo meer lezen]

Lannoy M, Mulquin M.-E. Mignolet M.,Transferts interrégionaux belges : quelques considérations arithmétiques et les réalités 2006-2010, CERPE, Série Politique Economique, Cahier n° 53, avril 2011 – te vinden op www.fundp.ac.be/eco/economie/cerpe/page_view/publications.html

 

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties