JavaScript is required for this website to work.
post

Stalingrad is terug!

Dirk Rochtus7/6/2014Leestijd 2 minuten

Prijkt binnenkort de naam ‘Stalingrad’ weer op de landkaart? Als het aan Vladimir Poetin ligt, luidt het antwoord positief. Daar zit meer achter.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De slag om Stalingrad, de Russische stad aan de Wolga, betekende een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Tien jaar nadat hij aan de macht was gekomen in Duitsland, kreeg Adolf Hitler in Stalingrad het deksel op de neus voor zijn imperialistische veroveringsplannen. Op 2 februari 1943 capituleerde het Zesde Leger er onder generaal-veldmaarschalk Friedrich Paulus. Honderdduizenden soldaten waren gesneuveld, negentigduizend vatten de tocht in de krijgsgevangenschap aan. ‘Sie starben damit Deutschland lebe’ (zij stierven opdat Duitsland zou leven), luidde het heroïsch in de nazipropaganda. Maar het leed geen twijfel dat de Duitse nederlaag het einde van de naziheerschappij aankondigde.

Voor de Sovjet-Unie symboliseerde Stalingrad de wederopstanding na de Duitse inval anderhalf jaar daarvoor. Maar de stad, die voor de Russische revolutie Zarizyn heette, droeg de naam van de gevreesde dictator. In 1956 zou Stalin postuum in ongenade vallen nadat zijn opvolger Nikita Chroesjtsjov, de Eerste Secretaris van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, in een beroemde rede op het 20e Partijcongres het stalinisme als misdadig brandmerkte. In het kader van de destalinisering werd Stalingrad in 1961 omgedoopt in Wolgograd. Stalin leek vergeten te worden.

Catastrofe

Onder Poetin zou de kijk op de geschiedenis lichtjes veranderen (lees hier meer). De Russische president verzuchtte ooit dat het verdwijnen van de Sovjet-Unie in december 1991 de ‘grootste geopolitieke catastrofe van de 20e eeuw’ was. Er mocht onder Poetin weer worden gedroomd over de imperiale grootheid van Rusland. De annexatie van de Krim in maart 2014 past in dat plaatje. Maar ook het feit dat in 2013 werd beslist om Wolgograd zes dagen per jaar weer Stalingrad te noemen, onder andere op 2 februari, de dag waarop het Zesde Leger van de Duitsers de wapens had neergelegd. Russische oorlogsveteranen hebben de wens uitgedrukt om de stad weer in Stalingrad te herdopen. Ook de Russische viceminister-president Dimitri Rogosin sloot zich bij die wens aan, niet om de dictator Stalin te eren, maar wel de inwoners van de stad die 71 jaar geleden hun leven gaven in de strijd tegen de nazi’s. In een referendum zouden de burgers van Wolgograd zich over de beslissing van het stadsbestuur daaromtrent moeten uitspreken.

‘Fascisten’

Merkwaardig was dat Poetin positief reageerde op zulke wensen om Wolgograd weer Stalingrad te noemen. Hij deed dat afgelopen vrijdag, 6 juni, op het moment dat hij deelnam aan de herdenkingsplechtigheden voor de 70e verjaardag van D-Day, de landing van de westerse geallieerden in Normandië. Toeval? Voor de westerse geallieerden is ‘Operatie Overlord’ (D-Day) wat Stalingrad voor het Rode Leger was. Er wordt vaak over gediscuteerd wie nu Hitler de dodelijke nekslag heeft gegeven. In westerse ogen zijn dat natuurlijk de Amerikanen en de Britten, en wordt vaak het gewicht vergeten dat de Sovjettroepen in de weegschaal hebben geworpen. Door net op 6 juni weer over Stalingrad te spreken, lijkt het alsof Poetin de doorslaggevende rol wil beklemtonen die de Sovjet-Unie, Rusland, de Russische troepen hebben gespeeld bij de overwinning op nazi-Duitsland, op de ‘Duitse fascisten’. Het is geen toeval dat Moskou zijn optreden in de kwestie van de Krim ook rechtvaardigt als een tegenactie tegen de ‘fascisten’ die de plak zouden zwaaien in Oekraïne. Het is alsof er met de heropleving van de naam ‘Stalingrad’ een boog wordt geslagen van de heldhaftige rol van het Rode Leger in de Tweede Wereldoorlog naar het heden. Om nog maar te zwijgen van het tegengewicht dat Stalingrad als symbool moet bieden tegen D-Day.

 

Foto: (c) Reporters

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.