JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Stasi hört mit!

Katleen Van den Heuvel7/8/2015Leestijd 2 minuten

Vandaag, 3 oktober, viert Duitsland 25 jaar eenmaking. Wat rest er nog van het DDR-verleden in het Oosten?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Uit een nieuw onderzoeksrapport blijkt dat de Staatssicherheit uit de voormalig communistische DDR nog steeds invloed heeft in het ondertussen bijna 21 jaar lang herenigde Duitsland. 

Wie zich vandaag doorheen Stasi-archieven bijt, valt vaak van de ene verrassing in de andere. Achtervolgingsrapporten, neerslagen van ondervragingen, foto’s … Vele Oost-Duitsers op zoek naar hun verleden of dat van hun familie komt tot de vaststelling dat ze allen wel iemand kennen die op de payroll van de Statsi stonden. Alle mogelijke informatie werd tot in detail bijgehouden. Niets ontging de geheime staatspolitie van Stasi-chef Erich Mielke.

Vreemd genoeg zijn het geen historici die tot de conclusie zijn gekomen dat de tentakels van de Stasi zo ver en diep in het Oost-Duitse weefsel reiken. Maar economen van het Forschungsinstitut zur Zukunft der Arbeit (IZA) uit Bonn. 

In de regio’s waar destijds relatief meer Stasi-spionnen actief waren, is de deelname aan de (vrije) verkiezingen nog steeds lager dan in andere. De bevolking neemt er sterker terug dan elders en de economische groei is er lager, stelt onderzoeker Sebastian Siegloch. Dat geldt vooral voor de regio’s rond Schwedt, Luckenwalde en Angermünde. In de ‘kreits’ Greifswald-Land was maar liefst 0,8 % procent van de bevolking actief voor de Stasi – doorgaans wel als ‘Inoffizielle Mitarbeiter’.

De vorsers berekenden ook dat de Oost-Duitse deelstaten – nu met een werkloosheidscijfer van 9 procent – maar liefst net geen 2 procent (1,8 procent om precies te zijn) minder werklozen zouden tellen mocht er géén Stasi geweest zijn. Het lijkt op een gedachte-experiment, maar is in feite een econometrisch model, op basis van heel wat kengetallen en met de nodige statistische vergelijkingen, om de foutenmarge in hun berekeningen tot een minimum te beperken.

Dat er een foutenmarge is, erkennen de onderzoekers. Maar dan nog tonen ze aan dat waar relatief veel mensen betrokken waren bij de Stasi werkloosheid hoger ligt, economische groei lager enz. In regio’s waar gemiddeld meer Stasi-mensen actief waren, trok de voorbije twee decennia tot 40 procent van de bevolking weg. Wat het econometrische model niet leert is, wie er is weggetrokken: de spionnen en hun entourage of de bespioneerden.

In diezelfde regio’s ligt ook het vertrouwen in samenleving en politiek lager dan elders. Vandaar dus ook de lagere opkomst bij de verkiezingen. Klinkt logisch: wie merkt dat zijn buur spioneerde voor de Stasi, is ongetwijfeld sneller zijn hoop en geloof in de medemens en de samenleving kwijt.

De economisten berekenden ook dat er in de oud-DDR-deelstaten tot één procent meer zelfstandigen zouden zijn en zes patenten per 100 000 inwoners meer zouden worden aangevraagd.

Ongetwijfeld kun je zulke lessen ook trekken voor andere oud-dictaturen. De economisten willen daar geen concrete uitspraken over doen, omdat ze er geen onderzoek naar verrichten. Maar het ligt volgens hen toch voor de hand.

 

 

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Meer van Katleen Van den Heuvel

‘De Belg’ is géén botte afrekening met Christian Van Thillo en zijn mediarijk, zoals de eerdere (en toekomstige) boeken van Guido Van Liefferinghe. Maar blij zal hij er zeker niet mee zijn.

Commentaren en reacties