JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Status quo is voor N-VA zware klap

Standpunt

Peter De Roover12/10/2013Leestijd 3 minuten

N-VA zakt bij een peiling voor het eerst onder het resultaat van 2010. De wind zit die partij wat tegen. De oorzaken mogen zeker niet alleen ‘elders’ gezocht worden.  

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er werd weer gepeild. Er werd weer op gereageerd. De fora produceerden weer stoom. Diegenen die het tot nu hadden over klootjesvolk dat zich op sleeptouw laat nemen, bazuinden rond dat het volk z’n verstand heeft teruggevonden. Wie in oktober 2010 door het dolle heen vaststelde dat Vlaanderen ontwaakte, reageerde nu zurig dat we toch een klootjesvolk zijn. Oorzaak: N-VA zou volgens de jongste peiling zowat net evenveel stemmen halen als in 2010. Toen was dat een waanzinnig sterk resultaat, nu oogt het als een stevige nederlaag. Dat De Standaard het bij een status quo heeft over een ‘zware klap’, zegt alles over het verwachtingspatroon tegenover N-VA.

Voor een klassieke partij zou bijna 28% de poort naar de hemel – lees het premierschap – openen. Als N-VA zich niet met dat prijsje wil tevreden stellen en de lat hoger legt dan een klassieke establishmentpartij, dan volstaat dat resultaat niet. Net zo min als het in 2010 volstond. Op De Wevers reactie dat we met dit resultaat recht op Di Rupo II afstevenen, is dan ook weinig af te dingen. (Zie bijvoorbeeld de prompte reactie van Didier Reynders, voor wie een centrum-rechtse regering niet meer zo nodig moet.)

De federale regeringspartijen blijven ook met deze peilingsresultaten trouwens onder de 50%-grens in Vlaanderen. Met 46,2% halen ze samen zelfs nog ietwat minder dan in 2010. Maar de V-partijen zouden nu blijven steken op 38,5% (min 2,3%), nog veel verder van een Vlaamse (blokkerings)meerderheid. De winst van de oppositie zou naar Groen gaan.

Terecht merkte Bart De Wever onlangs in de krant-bij-de-bakker op dat de kiezer zal bepalen hoe zwaar de stem van N-VA kan doorwegen bij het al-dan-niet opleggen van confederalisme. Zo hoort het ook, zoals ik eerder schreef. Wel, met dit resultaat kunnen alle discussies tussen Vlaamsgezinden over de ware betekenis, inhoud en draagwijdte van confederalisme in de archiefdozen gestoken worden. Met dit cijfer legitimeert de Vlaamse kiezer de eis van Vlaamse zelfstandigheid niet.

Peilingen kunnen niet meer zijn dan indicaties van tendensen. Laten we niet struikelen over een procent meer of minder maar ook niet blind blijven voor de evolutie: de wind zit N-VA momenteel wat tegen. Het is voorspelbaar dat vele en vooral trouwe N-VA’ers nu driftig op zoek gaan naar de ‘schuldige’ en die bij voorkeur en comfortabel gaan zoeken buitenshuis. De partij van De Wever zou er evenwel goed aan doen ook in eigen hart te kijken.

Een opsomming die hier en daar wel iemand in de gordijnen zal jagen:

  • Enkele lokale stommiteiten – met mijn geboortestad Turnhout als meest voor de hand liggende voorbeeld – schaden het imago van N-VA, want geven de indruk van amateurisme;
  • In andere gemeenten doet N-VA het beter tot goed, weliswaar met als prijs dat vele nationale mandatarissen verscheurd worden tussen Dorps- en Wetstraat, waar het parlementaire werk onder moet lijden;
  • De duidelijke keuze van Bart De Wever voor Antwerpen heeft uiteraard tot gevolg dat minder kiezers hem zien als de geknipte Vlaamse minister-president of Belgische premier. De keuze van de partijvoorzitter om voor Antwerpen te kiezen, blijft op Vlaams/nationaal vlak vanzelfsprekend niet zonder gevolgen;
  • De communicatie van N-VA was de voorbije weken en maanden bijwijlen toch net iets te verwarrend voor het brede publiek, dat van klare boodschappen houdt. Zowel naar aanpak (wat doet de partij na de verkiezingen) als naar inhoud (wat is dat confederalisme nu eigenlijk) zorgde N-VA voor meer vragen dan antwoorden.

Opmerkelijk is de vaststelling dat de twee ‘populairste’ politici, Kris Peeters en Maggie De Block, bij het publiek overkomen als respectievelijke de CD&V’er en de Open Vld’ster met het hoogste N-VA-gehalte. Om het zo uit te drukken: N-VA’ers die niet in N-VA zitten gooien vandaag de hoogste ogen. Want geef toe, welke gedachte schiet door het hoofd bij zo’n peiling? Giet Kris Peeters en Maggie De Block in één persoon en je komt verbazend dicht in de buurt van de Bart De Wever van vroeger.

P.S. (bedoeld is: N.B.) Een beetje meer fundamentele vrolijkheid zou N-VA wellicht ook geen kwaad berokkenen.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties