JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Strijdvaardige professor legt er het bijltje bij neer

Dirk Rochtus7/7/2014Leestijd 2 minuten

Hans-Ulrich Wehler, een man die de geschiedeniswetenschap alleen als controverse kon denken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Alleen uit de geschiedenis kan je leren, stelde Hans-Ulrich Wehler (1931-2014), de invloedrijkste historicus van de Bondsrepubliek Duitsland, die afgelopen zaterdag op 82-jarige leeftijd gestorven is. Geschiedenis was voor hem dan ook niet alleen het verhaal van de ‘grote mannen’, maar ook dat van de velen die actief zijn in de wereld van de industrie, de administratie, het onderwijs, het partijensysteem. Geen toeval dat zijn vijfdelig, duizenden bladzijden tellende standaardwerk ‘Deutsche Gesellschaftsgeschichte’ heette (‘Duitse maatschappelijke geschiedenis’). Daarin nam Wehler alle aspecten van de Duitse maatschappij vanaf 1700 tot heden tot in het kleinste detail onder de loep. Zo kom je bijvoorbeeld te weten dat Adolf Hitler er vanaf 1942 voor zorgde dat meer en meer jongens uit de lagere klassen een officiersloopbaan konden inslaan en zich zo van hun loyaliteit tot het bittere einde verzekerd wist. Wehler hechtte ook veel waarde aan statistieken en officiële documenten als bronnen. Zo haalde hij enquêtes uit de jaren ’50 van vorige eeuw aan waaruit bleek dat 15 tot 25 procent van de ondervraagde Duitsers zichzelf toen nog als aanhangers van het nationaalsocialisme beschouwde en 25 tot 40 procent latent antisemitisch was.

Wehler bewonderde Max Weber (1864-1920), de grootste socioloog die Duitsland ooit heeft voortgebracht, omwille van zijn werklust, zijn principiële opstelling en zijn strijdvaardigheid en in wiens geest hij de geschiedeniswetenschap als een sociale wetenschap opvatte. Strijdvaardig was ook Wehler zelf. Onvermoeibaar kantte hij zich tegen de relativering van de Holocaust, tegen de minimalisering van de sociale ongelijkheid en zelfs tegen de toetreding van Turkije tot de Europese Unie (EU). Volgens Wehler zou de bezetting van de Balkan door de heersers van het Osmaanse Rijk, de voorloper van Turkije, de oorzaak zijn van een economische, politieke en sociale stagnatie van die regio, en hij liet niet na te waarschuwen voor wat een Osmaanse overwinning bij Wenen in 1683 had kunnen betekenen. Turkije, Wit-Rusland en Oekraïne hoorden volgens hem niet in de EU omdat ze ‘nooit bestanddeel van het historische Europa geweest zijn; […] ze zijn niet door de oudheid, het Romeinse recht, de reformatie, om nog maar te zwijgen van de verlichting, het westerse burgerdom […] gekenmerkt’ (Die Zeit, 12 september 2002).

Als Wehler op een volgens hem ongegronde bewering stootte, ging hij onmiddellijk in het verweer. Bijvoorbeeld toen de journalist Joachim C. Fest, auteur van een grote Hitlerbiografie, beweerde dat het lidmaatschap van Jürgen Habermas bij de Hitlerjugend wel degelijk relevant was indien daaruit zou kunnen worden afgeleid dat de beroemde filosoof als jonge knaap kritiekloos in het nationaalsocialisme zou hebben geloofd. Volgens Wehler was de bewering van Fest echter ‘Verleumdung’ (laster).

Als ‘duellbereit’, altijd bereid om te duelleren, zo karakteriseerde de Frankfurter Allgemeine Zeitung Hans-Ulrich Wehler, maar ook als ‘sportlich’, als iemand die ondanks de hevigste controversen niet haatdragend was. Wehler zal vooral herinnerd worden als de historicus die de ‘sozialgeschichtliche Schule, ‘de school van de sociale geschiedenis’, met verve verdedigde.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties