JavaScript is required for this website to work.
post

SVEN GATZ: EEN BOER IN BRUSSEL

Guido Lauwaert31/10/2016Leestijd 3 minuten

met de titel heb ik niet de intentie de boer te beledigen. De typering heeft enkel een figuratieve connotatie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Meteen na zijn speech verdween de minister van Cultuur bij de openingsplechtigheid van de Boekenbeurs. Hij luisterde niet eens naar de andere sprekers. Lomp gedrag, dat is het minste wat je ervan kan zeggen. Het typeert ook de desinteresse voor zijn eigen gebied. Hij is geen minister van Cultuur in de werkelijke zin van het woord, maar een zetstuk dat zijn tijd moet hebben, en daar volop gebruik van zal maken, alvorens terug te keren naar een job waar meer baat mee te rapen valt.

Was het bij zijn uitverkiezing al geweten dat hij een cultuurbarbaar is, sinds dat vervloekte moment in 2014, 25 juli om precies te zijn, heeft hij geen ogenblik de kaart getrokken van de kunst en de cultuur. Haar integendeel kapotgescheurd met bezuinigingen en vernederingen. Zijn speeches en ceremonies hebben dezelfde waarde als die van het koningshuis: ze horen nu eenmaal bij de job. Nog niet eens halverwege en hij heeft bewezen dat hij de slechtste minister van Cultuur is, sinds Renaat Van Elslande in 1960 aantrad [tot 1965] als de eerste volwaardige minister van Cultuur. Met Gatz’ voorganger Joke Schauvliege dacht men dat het dieptepunt bereikt was, wel Sven Gatz heeft bewezen dat het dieptepunt veel dieper ligt.

Het is logisch dat in tijden van tegenspoed er bezuinigd moet worden. Cliché: de tering moet naar de nering gezet worden. Diplomatie en wijsheid zijn daarbij nodig. Welnu, dat zijn kwaliteiten die Sven Gatz niet heeft. Voor de 80ste editie van de beurs was aan de genodigden gevraagd in feestkledij te verschijnen. Dat wil in de huidige levenswijze niet zeggen driedelig pak, lakschoenen en een dure das. Een beetje vestimentair fatsoen was voldoende. Sven Gatz vertaalde dat verzoek echter in een vuile jeansbroek, een hemd met zweetvlekken en een jasje van de E5. Zo verschijn je niet eens in een vluchtelingenkamp. De vluchteling zou er zich door vernederd voelen. Maar inleving in de rituelen van een gebeurtenis blijkt voor Sven Gatz een lat of tien te hoog te liggen.

Dat wat betreft zijn uiterlijk vertoon. Wat zijn innerlijk betreft is hij nog koppiger – wat gelijk staat met een hoge graad van dommigheid – dan boer Vermeulen uit De vlaschaard. Sven Gatz is een liberaal die niet eens weet wat het gedachtengoed van het liberalisme inhoudt. Voor Gatz betekent het de scheiding van Cultuur en Staat. De cultuursector en elke kunstenaar moet zichzelf bedruipen, en als dat niet lukt gaan aankloppen bij de rijkere burger. Hij weet niet dat het liberalisme, naast een politieke ook een maatschappelijke taak heeft, wat zich vertaalt in een sociaal engagement, met als onderdeel een culturele verantwoordelijkheid. Zonder culturele ontwikkeling blijft de burger een onmondig wezen. Goed onderwijs kan al veel, maar niet alles om de burger een zekere stijl bij te brengen. Voor de afwerking staat de culturele ontwikkeling in.

Het liberalisme van Sven Gatz dreigt de geestelijke welvaart van de burger aan te tasten. Daar is hij niet alleen verantwoordelijk voor. Hij is echter wel een schitterend voorbeeld van hoe het liberalisme verworden is tot een beweging waarin het kapitaal belangrijker is dan de cultuur. Alles stapje voor stapje afbouwen – waar Sven Gatz mee bezig is – en overlaten aan de privésector is een wandaad.

Met zijn dreigement in zijn toespraak op de vooropening van de boekenbeurs bewijst Sven Gatz dat hij een [figuurlijke] huurmoordenaar is. Culturele initiatieven zullen, dixit de minister, slechts gesteund worden als het initiatief eerst zelf voor een startkapitaal heeft gezorgd. Door dat dreigend muziekje kan begrepen worden dat het aandeel van het ministerie van Cultuur voortaan minimaal moet zijn, en als zijn secondanten een zwak punt ontdekken in het dossier, dan helemaal niets. In onderwijstaal: er komt geen tweede zit in september.

Met zijn toespraak en gedrag op de feestelijke vooropening van de Boekenbeurs is nu duidelijk geworden dat Sven Gatz een opdracht heeft – hij werkt tenslotte in dienst van de Vlaamse regering – de waarde, de betekenis en de taak van het ministerie van Cultuur te herleiden tot een ceremoniële instelling. Meer dan lintjesknippen en clichétoespraken houden wordt het niet meer.
Wat ik hier geschreven heb, verwoordt de teneur uit de cultuursector. Ik ben de klaagmuur, aanhoor het lijdend geprevel. Want luid en met scherpe stem op de markt de klaagzang aanheffen durft niemand, bang als ze zijn hun subsidies, hun aalmoezen kwijt te raken. Er zijn er maar weinigen met een goed politiek netwerk die zoals de literaire club Behoud de Begeerte, die eerst zijn subsidie [80.000 euro] kwijt was, maar door politieke relaties o.l.v. Renaat Landuyt deze alsnog wist te behouden.

Wat een extra dimensie geeft aan het feit dat het Sven Gatz aan ruggengraat ontbreekt, dat hij als minister baalt van Kunst & Cultuur en totaal niet bezorgd is over het geestelijke niveau van de burger.
Als minister van Gastronomie zou hij ideaal zijn. Dan komt hij dicht bij waar hij werkelijk verlekkerd op is: bloedworst met stoemp en een lambiek.
Maar de kunstensector, inclusief de literaire wereld met zijn vele lagen, moet ook eens partij kiezen in zijn walg voor Sven Gatz. Geen handjes meer schudden en bij een toespraak ostentatief de rug naar hem keren. Dat zou mooi zijn.

foto ©reporters

__________

Een relativerende voetnoot (mv): het was vroeger niet veel beter

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties