JavaScript is required for this website to work.
post

‘t Aantwaarps Singfonie orkèst

Jean-Pierre Rondas3/4/2017Leestijd 4 minuten

Da wel ! mor Aantwaarps is gien weireldtoal…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Filharmonie en de Zoölogie, ‘het muziek’ en de dierentuin: niet alleen rijmen deze twee benamingen bijna perfect op elkaar, beide instituten waren lange tijd ook steunpilaren voor de burgerlijke Antwerpse ziel. Antwerpenaren spreken trouwens niet over ‘de Zoo’ of zo, of over ‘de dierentuin’, maar steevast en nog altijd over ‘de Zoölogie’. En nu de Elisabethzaal (altijd een aanhangsel van de Zoo geweest) het nieuwe huis geworden is voor de Filharmonie, kan je wel zeggen dat de Filharmonie nu in de Zoölogie zit.

En net nu wil deze Filharmonie van zijn zestigjarige naam af. Ze vertelden het me zelf in een persmededeling, volgens mij met een beetje een bibberige trots.

De nieuwe naam luidt Antwerp Symphony Orchestra. Dat zou de oude band met de stad Antwerpen beter benadrukken.

Ik wreef me de ogen uit, want ik dacht echt dat die grapjes al een tijdje voorbij waren. Dus niet denkende dat ik daar ooit een antwoord op krijg, reageer ik met de volgende zure oprisping:

“Echt origineel. Knap. Daar zou niemand anders opgekomen zijn, toch?”

Maar ik krijg toch een antwoord. Van de communicatieverantwoordelijke. Eerlijk gezegd: ik was wat beschaamd. Wist ik veel tot wie ik me richtte. Tot een instituut natuurlijk. Een mooie reactie moet ik zeggen, maar met één blinde vlek: de verantwoordelijke schijnt namelijk niet te snappen waarom ik zo subiet en zo cynisch reageerde. Hier is wat hij schreef (ik laat de naam van de man weg):

“Geachte heer Rondas,

Het is met schroom dat ik uw mail beantwoord. Niet alleen omdat u zovele zondagochtenden in mijn leven heeft gevuld, maar ook omdat uw stellingnames, soms discreet, soms apert, mij ook in hoge mate beïnvloed hebben. 
Ik vermoed dat uw mail niet gespeend is van enig sarcasme. Er zijn inderdaad vele argumenten denkbaar voor en tegen een nieuwe naam. Originaliteit is daarbij in de orkestenwereld niet echt een criterium. De grootse orkesten ter wereld zijn genoemd naar hun thuisstad (Berliner, Wiener, …) of hun eigen gebouw (Gewandhaus, Concertgebouw). Orkesten met fantasienamen bestaan ook, maar bezetten doorgaans een andere niche. We zijn bij deze naamsverandering niet over één nacht ijs gegaan, en hebben dit tot op de hoogste niveaus afgestemd. In het Nederlandse taalgebied zal deze naam hopelijk voor minder verwarring zorgen, en in het buitenland zal deze naam ons een duidelijker profiel geven als ambassadeur van Vlaanderen. 

We hoeven het hier niet over eens te zijn; ik hoop wel dat ik u binnenkort eens persoonlijk mag begroeten op één van onze concerten.

Met vriendelijke groeten,

X. ”

Dat kon ik in mijn zak steken. Ik voelde me vereerd en ook persoonlijk aangesproken, maar tegelijkertijd  herkende ik de argumentatie van ergens. Het leek zelfs het prototype van een bepaald soort verontschuldiging. Een verontschuldiging die altijd terugkomt wanneer op een bepaalde toestand wordt gewezen. Dus schreef ik vriendelijk terug, maar al schrijvende wist ik al snel waarop het zou uitdraaien: ik zou iets gaan zeggen in de zin van “je persiste et je signe”. Hier volgt wat ik schreef.

Evenzeer geachte X,

Na zo’n vriendelijke,  welgemeende (en waarschijnlijk tijdrovende) reactie heb ik al spijt dat ik die cynische mail  heb verstuurd – waarschijnlijk ging ik er van uit dat hij bij een anonieme ambtenaar terecht zou komen… die natuurlijk zelf nooit ‘anoniem’ is… Temeer omdat ik pas nadien het logo van het AAntwerp Symphony OrchestrAA heb gezien, met die vernuftig verdubbelde A’s in entrelacement voor en achter. Waarvoor mijn appreciatie.

En toch. Ik mikte niet in eerste instantie op de banaliteit van die naam. Hij is weliswaar ook echt banaal, maar ik mikte eerst en vooral op het Engels.

Ergens diep in mezelf, diep onder mijn boze en misschien oppervlakkige reactie, zag ik me nog maar eens geconfronteerd met de vraag of de beste argumenten ons nu werkelijk, in bijna elk concreet geval, naar het Engels drijven (en u weet hoezeer ik van het Engels houd). Of je die vraag nu stelt aan een saucissendraaiersfirma op zoek naar een nieuwe naam, dan wel aan een orkestintendant, telkens weer is het antwoord: ja, het is in het Engels dat we voort moeten doen.

Ik weet dat niet zo zeker. Misschien is het frisse van deze ‘approach’ al een tijdje voorbij.

De namen die u inroept luiden Berliner in het Duits (niet Engels Berlin), Wiener in het Duits (niet Engels Vienna), Gewandhaus in het Duits (niet Clothmakers Hall), Concertgebouw in het Nederlands (niet Concert Hall). Misschien is uw antwoord daarop dan weer dat deze instellingen op een lange traditie bogen… Wel, zou ik dan zeggen, ‘Short of tradition? Well, go and start one!’

Het is mij opgevallen dat sommige talen/landen/tradities veel langer weerstand bieden aan die English-only-manie. Portugees, Spaans en Italiaans om maar snel twee voorbeelden te geven. Wie weet in godsnaam wat Crete Senesi betekent? U wel, ik weet het. Maar waar ik op doel is dat blijkbaar alleen met het Nederlands niets creatiefs valt te verzinnen.

En zo komen we toch weer uit op banaliteit. Alleman (behalve wie van zichzelf overtuigd is) zoekt zich een Engels klinkende naam uit. Vandaar dan toch mijn ruwe reactie “Echt origineel. Knap. Daar zou niemand anders opgekomen zijn, toch?”

Eigenlijk klopt dat ook (behalve dat ik u persoonlijk niet wou kwetsen). Afstemming, langdurig overleg, hoogste niveaus: dat zit allemaal vol goede bedoelingen, maar het resultaat blijft dus banaal.

Eén toets slechts: verdraagt de nieuwe ‘huisstijl’ (ik ken dat) dat er ook geworven wordt met het “Antwerps Symfonie Orkest”? Durven jullie in de eigen naamgeving op zijn minst tweetalig zijn? Zo ja, dan kan ik halverwege met u meegaan. Zo neen, dan besef ik voor de zoveelste keer: het gaat om een taalideologie die niks anders naast zich duldt. En het antwoord luidt natuurlijk neen, “Antwerps Symfonie Orkest” als doublet is uitgesloten. Gebuisd dus op de toets.

Want op de webstek (!) waar de naamkeuze zou verduidelijkt worden, zie ik wel de band met Antwerpen en de Elisabethzaal (waarvoor twee keer hulde) maar niet waarom alles u naar een Engelse naam drijft.

En het is doodjammer dat zulke argumenten telkens weer in de hoek van eng taalnationalisme worden gedreven.

Maar zet u me alstublieft op uw e-post-lijst (!), ik kom graag luisteren.

Met persoonlijk welgemeende groet, jp.

 

En ik had er nog moeten aan toevoegen: Nog een geluk dat in het Franstalige Brussel De Munt een even officiële benaming is als La Monnaie.

Persisterende en signerende natuurlijk.

Foto © Reporters

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.