JavaScript is required for this website to work.
post

(Te veel) politieke correctheid kan uw gezondheid schaden

Waarom de Pakistaanse prostitutiemaffia in Telford (Engeland) decennia lang ongestoord haar gang kon gaan

ColumnJohan Sanctorum12/3/2018Leestijd 3 minuten
Een poster uit Parijs, mei ’68.

Een poster uit Parijs, mei ’68.

foto © Reporters

Hoe konden Pakistaanse bendes in het Britse Telford decennia lang ongestoord hun gang gaan als pooiers, verkrachters en kindermisbruikers? Omdat de politie niet voor ‘racistisch’ wou doorgaan. Tijd voor een balans van het post ’68-verhaal.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Morgen geef ik in Leuven de aftrap van mijn lezingtournee Mei ’68 – 50 jaar later. De kroniek van de Parijse meidagen komt er onder meer aan bod, de manier hoe agitator Daniel Cohn-Bendit erin slaagde, de seksuele frustratie van mannelijke studenten te politiseren tot de dimensie van een nationale impasse met wereldwijde uitstraling. Tot de Fransen op het einde van de meimaand vonden dat het welletjes was en terug aan de slag gingen. De Lange Mars door de Instellingen van de ontgoochelde revolutionairen kon beginnen.

Effectief hadden de kasseigooiers besloten om af te stappen van een massarevolte, en te gaan voor een indoctrinatie van bovenuit. Het volk heette niet rijp te zijn voor de grote omwenteling, en diende permanent aan de oren getrokken door een goed geschoolde, overtuigde elite die haar waarheid mocht en moest opdringen, via de media, cultuur, het onderwijs, de academische wereld. Meer dan het verwerven van politieke macht op zich, gold het mantra van de verlichte minderheid die een onmondige meerderheid diende te patroneren. Hoewel de ’68-ideoloog Rudi Dutschke de term ‘Lange Mars’ lanceerde, gaat de doctrine terug op het gedachtegoed van de politieke filosoof Antonio Gramsci (1891-1937), stichter van de Italiaanse Communistische Partij. Hij geldt meteen als uitvinder van het fameuze cultuurmarxisme.

Een sfeertje van revanchisme, intellectueel superioriteitsgevoel, naast uiteraard ook wel banaal carrièrisme, domineerde de rangen van de linksdraaiende elite, die vanaf de jaren 70 gestaag werkte aan de opbouw van haar hegemonie. Vanaf de jaren 90 was de machtsgreep voltooid en werden de sleutelposten ingenomen, van waaruit het volk kon ‘belezen’ worden.

‘Constructieve journalistiek’

Wat we vandaag als ‘politieke correctheid’ betitelen, is eigenlijk de verzamelnaam voor alle disciplinaire voorschriften inzake attitudes en taalgebruik, die door de post ’68-nomenklatura werden ingesteld. Mensen mogen niet meer zeggen wat ze denken en voelen, de media doen het voor hen. Omzwachteld woordgebruik, het niet meer benoemen van man en paard, zwijgplicht, het zich verliezen in abstracte weldenkendheid: het zijn allemaal facetten van een code die door de linkse bovenlaag aan de massa werd opgelegd, vol verbodstekens en taboes. Ze is pedagogisch, preventief-betuttelend, en repressief tegelijk.

Elk protest tegen die poco-arrogantie keert als een boomerang terug. U mag het nog wel ventileren op de ‘sociale media’ Twitter en Facebook, maar die worden dan ook als beerputten beschouwd, waarvoor een journalist-met-perskaart zijn neus ophaalt. Hoe meer er vanuit de onderlaag gemopperd wordt op de weldenkende intelligentsia, hoe meer die bevestigd wordt in haar meerderwaardigheidsattitude. Hoe meer boze tweets u de wereld instuurt, hoe meer facebookposts om die poco-dictatuur aan te klagen, hoe sterker het bevestigd wordt: u bent niet bekwaam om te denken en ongeschikt om te spreken. U bent met name een trol.

En zo is politieke correctheid het moderne equivalent van wat in primitieve gemeenschappen als het taboe geldt: dat waarover men niet spreekt en dat wat men niet doet. De waarheid wordt bewaakt en de taal permanent uitgevlooid. Er moet door een aantal waarzeggers constructieve journalistiek gepleegd worden — zo heet dat — die via journaal en ‘duidingsprogramma’s’ de juiste framing creëert, een bril waardoor we de wereld mogen en moeten zien. Deze betuttelende én beteugelende vorm van journalistiek verspreidt zich over alle zogenaamde mainstream media, in Duitsland ook wel schimpend de Lügenpresse genoemd.

Schrikbewind

We hebben ons ondertussen druk gemaakt over Zwarte Piet die niet meer zwart mag zijn, negerinnentetten die als dusdanig niet meer mogen verkocht worden, of door de weldenkendheidspolitie afgekeurde dikke lippen op een Sukse-en-Wiske-cover. Dat is echter nog maar folklore, vergeleken bij de zware maatschappelijke schade die politieke correctheid veroorzaakt. Cultuurschade, verzuring, sociale uitsluitingsmechanismen, mentale degradatie, maar ook de afbraak van sociale weefsels en uiteindelijk regelrechte criminele terreur.

In het Britse plaatsje Telford blijken al sinds de jaren 80 (!) complete netwerken te bestaan van pooiers die minderjarige meisjes oppakken, verkrachten, afdreigen, tot prostitutie dwingen. Het gaat om extreme praktijken van misbruik en pedofilie, waarbij ook moord en brandstichting tot de ‘normale’ praktijken behoorden. Welzijnswerkers en medici signaleerden het probleem herhaaldelijk, maar de politie deed er nooit wat mee.

De reden waarom dit al zo’n dertig jaar aan de gang was, wordt maar in kleine lettertjes of helemaal niet vermeld: het ging om een Pakistaanse maffia waarbij de politie nauwelijks durfde op te treden, uit vrees, voor racistisch te worden uitgescholden. Door wie? Dat vraag ik me af. Allicht niet door de inwoners, en nog minder door de slachtoffers en hun familie. Wel door de mainstream media en het handvol poco-intellectuelen dat het publiek discours bepaalt, en criminele netwerken beschermt uit antiracistische weldenkendheid. Is het woord schrikbewind hier van toepassing? Ik dacht het wel.

Of hoe politieke correctheid ook écht levens ruïneert. Kunnen we hier rond eens een #MeToo-beweging opstarten?

 

Morgen, 13 maart, aftrap van de Mei ‘68-tournee te Leuven. Daarna nog op een twintigtal locaties. In mei stelt Doorbraak Johan Sanctorums boek hierover voor.

 

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties