JavaScript is required for this website to work.
post

#TeamLizzy

Liever Homans I dan Bourgeois III

Klaas Cobbaut12/6/2014Leestijd 2 minuten

Geert Bourgeois heeft het minister-presidentschap verdiend, maar hij is niet de voorman die Vlaanderen of N-VA op dit ogenblik nodig heeft. Waarom het dus toch maar Homans I moet worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ondank is des werelds loon, zo mocht Geert Bourgeois al vaak ervaren. Eigenlijk is de N-VA-coformateur voor de Vlaamse regering ondergewaardeerd, zelfs binnen zijn eigen partij. Heel wat N-VA’ers herinneren zich de historische verdiensten van de stichter niet, of maar half. De cruciale rol die Bourgeois gespeeld heeft bij de ontbinding van de Volksunie en de oprichting van de N-VA is ondertussen ondergesneeuwd. Bourgeois heeft natuurlijk de pech dat zijn opvolger Bart De Wever heet, de man die met zijn voorzitterschap elke voorganger (en binnenkort ook opvolger) moeiteloos in de schaduw stelt.

Het minister-presidentschap zou de kroon op al het werk van Bourgeois zijn. Menselijk is het zeer moeilijk om hem die beloning te ontzeggen. Als gewezen minister en vice-minister-president heeft hij ook de nodige ervaring. Het kost zelfs visueel geen enkele moeite om de rijzige gentleman Bourgeois te zien als de onberispelijke regeringsleider.

Toch zijn er ook problemen met Bourgeois. Zelfs zijn troeven zijn halve handicaps. Zo is er die ervaring: al tien jaar zit Bourgeois als minister in de Vlaamse regering, maar de N-VA wint wel verkiezingen met de belofte van verandering. Kan je de verandering gestalte geven met iemand – hoe verdienstelijk ook – die ondertussen deel uitmaakt van het meubilair? Ja, Bourgeois kent het reilen en zeilen op het Martelarenplein, maar dat reilen en zeilen zou nu net moeten veranderen.

De voorbije vijftien jaar is het Vlaamse beleidsniveau veel te veel klein-België geweest, met alle oud-politieke kwaaltjes die daarbij horen. Wat we zelf deden, deden we niet altijd beter of zelfs maar anders. Het Vlaamse niveau moet dringend moderner en frisser, en de vraag is of de 62-jarige Bourgeois wel de nieuwe borstel is die daarvoor nodig is. Zijn parcours als minister lijkt dat zelfs tegen te spreken, want veel meer dan strikt noodzakelijk was Bourgeois de keizer-koster, de man van regeltjes en voorschriften.

Dan liever Liesbeth Homans, ruim twintig jaar jonger en niet beladen met de grijze erfenis van tien jaar tripartites. Homans heeft na haar monsterscore in de kieskring Antwerpen, waar ze moeiteloos de zittende minister-president vloerde, alle nodige democratische legitimiteit. Ze beheert sinds de gemeenteraadsverkiezingen een superportefeuille aan bevoegdheden in de grootste stad van Vlaanderen en ze heeft een verleden op Vlaams niveau: tussen 2000 en 2007 was ze er als parlementair en kabinetsmedewerker actief. Bovendien roept Homans bij zowat iedereen gevoelens op, en die zijn doorgaans heviger dan de verveling, vertwijfeling en onverschilligheid die het brede publiek associeert met Geert Bourgeois.

Niet dat Homans perfect is. In Antwerpen liet ze enkele steekjes vallen, en haar communicatie is niet zo gepolijst als zou kunnen. Bovendien is ze niet altijd een teamspeler en best dominant – vraag gerust na bij elke andere N-VA-vrouw. Perfectie is echter niet van deze wereld, en al zeker niet van de politieke. Homans kan – als relatieve nieuwkomer, als vrouw, als sterke persoonlijkheid – een krachtig symbool zijn van de nieuwe wind die N-VA hopelijk laat waaien op het Martelarenplein. De hele piste om de legislatuur te verdelen tussen twee minister-presidenten die elkaar aflossen stinkt uren in de wind naar oude politiek en zou de continuïteit van de regering geen deugd doen. Beter om de politiek juiste keuze meteen te maken en voor het eerst een vrouw aan het hoofd van de Vlaamse deelregering plaatsen.

Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.

Commentaren en reacties