De professoren Wolfram Kaiser en Johan Schot presenteerden enige tijd terug hun boekenserie over de Europese integratie. Zij tekenen de geschiedenis op van de ‘verborgen’ integratie, aangejaagd door ingenieurs en technocraten, die samenwerkten nog voordat de Europese Unie (EU) formeel bestond. Hun samenwerking streefde naar ‘vrede via technologie’ en legde de grondslag voor de gedeelde Europese markt. Integratie en communicatie Historici kijken vaak naar technologie als iets dat uit de hemel valt, terwijl technologische integratie zélf een drager is van…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De professoren Wolfram Kaiser en Johan Schot presenteerden enige tijd terug hun boekenserie over de Europese integratie. Zij tekenen de geschiedenis op van de ‘verborgen’ integratie, aangejaagd door ingenieurs en technocraten, die samenwerkten nog voordat de Europese Unie (EU) formeel bestond. Hun samenwerking streefde naar ‘vrede via technologie’ en legde de grondslag voor de gedeelde Europese markt.
Integratie en communicatie
Historici kijken vaak naar technologie als iets dat uit de hemel valt, terwijl technologische integratie zélf een drager is van de geschiedenis. De auteurs benadrukken dus bijvoorbeeld niet het ontstaan van democratie in het antieke Athene, maar kijken naar de belangrijkste spoorweglijnen van een eeuw geleden. Een spoorwegkaart onthult wat het dominante logistieke perspectief was op Europa. De keuze van de aanvliegroute bepaalt dus wat als het Europese centrum geldt en wat als periferie.
De politieke historie en de logistieke aanvliegroute leveren andere plaatjes op. Zo is Zwitserland een belangrijk punt van logistieke verbindingslijnen binnen Europa, maar het land staat buiten de meeste politieke verbindingen. De telegraaflijn en de spoorweg moesten de grenzen over. Dat vergde regulatie en politiek bewustzijn.
Destijds werd de organisatie hiervan gedelegeerd naar een klasse van technocraten. Zij wilden dat oplossen binnen hun professionele sfeer en diplomaten erbuiten laten. Ziehier de achtergrond van het technocratische denken over EU-integratie. De politieke pijnpunten omzeilen en opereren vanuit praktische integratie: de ‘manageriale aanpak’.
Onderliggende netwerken
Kaiser benadrukt dat deze experts wel degelijk politiek opereren. Zij beroepen zich immers op hun expertise om hun macht uit te breiden, onder de premisse dat hun praktische benadering efficiënter is dan het politiseren van transportkwesties. Ook stelt hij dat de kartelstructuren van de betrokken bedrijfsdiensten overeind bleven in de internationale context en gewoon ingevoegd zijn in de wet.
Er waren dus onderliggende netwerken in het spel die zijn blijven bestaan. In die zin is de EU een laatkomer. Eerst is de infrastructuur gelegd en pas later kwam de Unie als politieke legitimatie van deze verstrengeling. Hieruit concludeert Schot dat het denken over EU-integratie is gestoeld op een technocratisch-internationalistische traditie.
Het doordenderen van deze technocratische trein voedt een democratisch tekort. De EU probeert ongelijkheid, klimaatverandering en massa-immigratie aan te pakken. De democratische legitimiteit daarvoor is echter onvoldoende. Hoe onderhandel je tussen de twee krachtenvelden, namelijk technocratie en democratie?
Hedendaagse conflicten
Kaiser stelt dat de trans-Europese infrastructuur sinds 1950 zó is ingericht, dat ze als voldongen feiten niet meer aangevochten konden worden binnen de politieke structuren. Dat legde de kiem voor hedendaagse conflicten. Niettemin stonden de experts hier ook dubbel in. Want enerzijds wilden ze niet ‘gestoord’ worden door de politiek, maar anderzijds werden hun technocratische projecten ook door politieke actoren ideologisch geclaimd als een opstap naar een verdere politieke eenwording.
Schot besloot met de stelling dat technocratie zichzelf in de twintigste eeuw overal ingevreten heeft: zowel in het fascisme, het communisme, als in de democratie. Deze technocratische component is onmiskenbaar een wortel van de Europese Unie.
Volgens Schot ontbreekt bij burgers een gevoel van ‘toebehoren tot de EU’. De Unie is sterk hegemonisch en stelt in al zijn zelfpresentatie: ‘Wij vertegenwoordigen Europa’. Dat laatste leunt op een culturele affiniteit met Europa als een cultuurgoed en geschiedenis, terwijl deze vlag in feite wordt gebruikt om een technocratische lading te dekken.