Jonge mensen verwachten een gitzwarte toekomst revolteren soms. Oudere mensen zijn somber en zwijgen. Professor-emeritus Hendrik Opdebeeck daarentegen, doet iets merkwaardigs. Hij werkt aan de 'Economie van de Hoop'. Hendrik Opdebeeck is Bruggeling van onder de toren van de Magdalenakerk, in het Astridpark, en was er misdienaar. In zijn jeugd hoorde hij de gevangenen in het Pandreitje naast het park. Dat vagevuur werd na afbraak en verhuis de wieg van strakke architectuur, betere appartementen en chiquere bewoners. Labo voor levensbeschouwing…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Jonge mensen verwachten een gitzwarte toekomst revolteren soms. Oudere mensen zijn somber en zwijgen. Professor-emeritus Hendrik Opdebeeck daarentegen, doet iets merkwaardigs. Hij werkt aan de ‘Economie van de Hoop’.
Hendrik Opdebeeck is Bruggeling van onder de toren van de Magdalenakerk, in het Astridpark, en was er misdienaar. In zijn jeugd hoorde hij de gevangenen in het Pandreitje naast het park. Dat vagevuur werd na afbraak en verhuis de wieg van strakke architectuur, betere appartementen en chiquere bewoners.
Labo voor levensbeschouwing
De Magdalenakerk is de focus van YOT, een labo voor levensbeschouwing, met voornamelijk katholieke zinzoekers. YOT past bij het Leerhuis van de Kerkvaders (Gent) en het Leerhuis Liturgie (Lier). In de Babel Ateliers 2023 van YOT getuigden over hun godsbeeld Bart Stouten (dichter, ex-Klara), Sofie Verschuere (woordenwinkel Symposion), Tom Hannes (zenboedhist en auteur) en Nadine Van Parys (lekenpredikant). De reeks sloot met Hendrik Opdebeeck van de Leerstoel Economie van de Hoop, gelieerd aan de Universiteit Antwerpen en de Antwerpse jezuïetentraditie.
Hoop is voor Opdebeeck een persoonlijke bron. Zwaar stotteren tekende zijn jeugd en hij overwon die afwijking, wat hem sterkte in de houding om nooit te versagen. In de trappistenabdij van Zundert (Nederland) proefde hij van het mediteren en tot vandaag start zijn dag met een bezinning van twintig minuten: ‘Soms dik tegen mijn goesting, maar leegte ervaren om zo ruimte te scheppen is geen verzinsel. Het versterkt het leven.’
De Leerstoel Economie van de Hoop publiceert, parallel met SPES, teksten, standpunten en interviews. SPES wil een netwerk zijn van personen en organisaties die in de samenleving spiritualiteit als een publiek goed bevorderen door colloquia, cahiers en workshops. Het uitgangspunt van de Economie van de Hoop is: ‘In de economie is er niet één weg, er is méér van belang dan de loutere obsessie met vooruitgang. De economie verarmt als ze wordt gereduceerd tot markt, groei en kortetermijnwinst. Een economie die te eng wordt opgevat, waarin mensen grondstoffen zijn, de CEO de farao-koning, is een economie die uiteindelijk haar bestaanscondities ondergraaf.’
Leysen
Is dit theorie, goed voor studeerkamers? Thomas Leysen, voorzitter van de raden van bestuur van Mediahuis, Umicore en de Koning Boudewijnstichting, zegt neen in een themanummer over economie van de hoop van Streven: ‘Voor mij is hoop het geloof dat er tenminste een redelijke kans bestaat dat het scheppende in de mens het gaat halen op de destructieve krachten van de mensheid: dat samenwerking uiteindelijk sterker zal zijn dan de krachten die ons terugwerpen op ons enge eigenbelang: dat wij collectief de wijsheid zullen opbrengen om betere keuzes te maken voor de lange termijn. Dat is voor mij de definitie van hoop én de hoop die ik heb.’
Economie van de hoop is geen hocus pocus, getuigt Hendrik Opdebeeck: ‘Redelijke rationaliteit inspireert de economie van de hoop. Zodoende kan de economie weer aansluiten bij een ethiek die via deugden als rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid het rationele opnieuw met het redelijke, of eigenlijk de volwaardige mens, verbindt. Rechtvaardigheid betekent dat je anderen gunt waar zij recht op hebben om te overleven… Een economie van de hoop slaat op die noodzakelijke veranderingen die over heel de wereld plaatsvinden — bijvoorbeeld een circulaire economie, een gelukseconomie, een gemeenschapseconomie — waarbij krachtig ondernemen ook de mens en zijn relatie met de medemens en de natuur respecteert.’
McKinsey
De economie van de hoop, en de Antwerpse leerstoel, bakkeleien met de consultants van McKinsey, Boston Consulting, en anderen. Het toeval wil dat er twee boeken zijn gepubliceerd over de bollebozen die bij Bpost werken (McKinsey) voor de staatsonderneming en opklimmen bij de PS (minister Dermine). De werken zijn kritisch over de twintigers met powerpoints die vanuit een oprecht of gespeeld zelfvertrouwen opereren als dé elite, nauw verknoopt (‘eens McKinsey, altijd McKinsey’) en opgejut door een statuut van uitverkorenen.
‘When McKinsey comes tot Town’ van Walt Bodanich en Michael Forsyth, en ‘De consultancy-industrie’ van Mariana Mazzucato en Rosie Collington, bewijzen hoe deze priesterschare van de vrije economie de voorgekauwde kost van hun opdrachtgevers stopt in grafieken, tabellen en slimme woorden, en hoofdzakelijk adviseert om te snoeien bij de werknemers. Wat het oogmerk is van de betalende CEO, maar met McKinsey ruikt het lekkerder.
De toon van de beide boeken is activistisch met minder oog voor de consultants dan wel voor kapitalismekritiek en de verdediging van de zogenaamde logge staat tegenover een verstandig en wakker bedrijfsleven. Op de leesplank van de Leerstoel voor een Economie van de Hoop zijn de twee boeken van de adviseurs-belagers nuttige, ook schreeuwerige, beweringen. Hoop en McKinsey zijn een duo boksers.