JavaScript is required for this website to work.
post

Tervuren revisited

Waarom Vlaanderen dit groteske bouwsel, met zijn connotaties, beter afstoot

ColumnJohan Sanctorum5/12/2018Leestijd 4 minuten

foto © Reporters

Op 8 december opent het Koninklijke Afrikamuseum opnieuw zijn deuren na vier jaar restauratiewerken die al flink wat vertraging ondervonden. Het gebeuren valt samen met de  120ste verjaardag van dit museum, door Leopold II opgericht. Meteen wordt ook de centrale insteek verschoven: van collectie naar herdenkingsplek. ‘We kijken met een kritische blik naar ons koloniaal verleden’, aldus curator Bambi Ceuppens, …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 8 december opent het Koninklijke Afrikamuseum opnieuw zijn deuren na vier jaar restauratiewerken die al flink wat vertraging ondervonden. Het gebeuren valt samen met de  120ste verjaardag van dit museum, door Leopold II opgericht. Meteen wordt ook de centrale insteek verschoven: van collectie naar herdenkingsplek. ‘We kijken met een kritische blik naar ons koloniaal verleden’, aldus curator Bambi Ceuppens, zelf van Afrikaanse komaf. Koning Filip zal zich niet laten zien: beducht naar het schijnt voor de verhalen rond de afgehakte handjes waarmee de herinnering aan zijn illustere voorvader onverbrekelijk verbonden blijft. Even het geheugen opfrissen.

Alles voor rubber

Congo was het privé-project van Leopold II, die een niemandsland op de evenaar, zo groot als 50 keer België, wist te bemachtigen met de medewerking van de bekende ontdekkingsreiziger Henry Stanley. Op de conferentie van Berlijn in 1884-1885 werd hij tot persoonlijk bezitter/heerser over Congo-Vrijstaat (État indépendant du Congo) gebombardeerd, waarbij hij zich ertoe verbond om de slavenhandel af te schaffen die in de handen was van de Arabieren. Dat deed hij ook, of beter: Leopold recupereerde de slavernij om er zijn persoonlijk fortuin mee te spijzen.

Toen de rubberprijzen vanaf 1890 spectaculair stegen, dwong hij de inheemse bevolking sap te verzamelen van rubberplanten, en dit onder een regelrecht terreurregime met behulp van de Force Publique, een militie die louter moest toezien op het halen van productiequota. Martelingen, gijzelingen, verkrachtingen, het platbranden van dorpen en akkers, onthoofdingen en het afhakken van handen behoorden tot de normale geplogenheden. Men schat dat tussen 1880 en 1910 ongeveer 10 miljoen Congolezen het leven lieten, dat is ongeveer de helft van de oorspronkelijke populatie.

De internationale kritiek op de mistoestanden verplichtte Leopold II ertoe, een onderzoekscommissie in te stellen, o.m. na de publicatie in 1904 van het beruchte Congo Report van Roger Casement. Het rapport veroorzaakte een groot schandaal, ondanks pogingen van de Britse regering om het geheim te houden. Uiteindelijk werd Leopold door internationale druk gedwongen om Congo-Vrijstaat over te dragen aan de Belgische staat, en wel op 15 november 1908. Het politiek establishment zat verveeld met dat cadeau: de liberale politici zaten helemaal niet te wachten op een kolonie, dus werd het vooral een zaak voor katholieke missionarissen. Congo werd een paternalistisch maar niet onmenselijk bestuurde kolonie, tot 1960.

Het huidige Afrikamuseum was door Leopold II van meet af aan bedoeld als de riante promotie-etalage van zijn Vrijstaatproject. Het museum groeide uit een tijdelijke tentoonstelling die in 1897 haar deuren opende als koloniaal luik van de Brusselse Wereldtentoonstelling, en werd in 1902 uitgebreid tot het gebouwencomplex dat we nu kennen. De bezoekers zagen er uiteraard geen afgehakte handjes maar allerlei trofeeën en Congolese folklore, naast echte inboorlingen in een soort perk. Geleidelijk aan evolueerde het tot een tamelijk saai semiwetenschappelijk museum, volgestouwd met allerlei Afrikaanse parafernalia. Maar nu wordt het dus een soort holocaustmuseum, gewijd aan de misdaden van het Belgische kolonialisme.

Zieke geest

Reporters

Borstbeeld van Leopold II in ‘zijn’ park in Tervuren

Ik heb daar mijn bedenkingen bij. De vraag is namelijk in hoeverre u en ik een relatie hebben met Leopold II, zijn morbide fascinatie voor zwart Afrika, én zijn door hebzucht gedreven rubberterreur. Of is dat een onbetamelijke vraag? Hebben wij een relatie met Marc Dutroux, omdat hij ook een Belg is? De zieke geest van Leopold hoeven wij, Vlamingen in 2018, niet te verinnerlijken tot schaamte- en schuldgevoel.

De afrekening met het koloniale verleden is al lang gemaakt, we kennen de geschiedenis van de afgehakte handjes, tot en met de moord op Patrice Lumumba met medeweten en goedkeuring van Boudewijn I. Een geschiedenis waar de Coburgdynastie als een bloederige rode draad mee verweven is. Maar met deze dynastie wil ik als republikein al evenmin enig uitstaans hebben als met de uitspattingen van Leopold II. Ze behoren tot een universum dat zich ergens in het tijdperk van het absolutisme situeert, toen vorsten effectief hun land en alle gebiedsuitbreidingen als privé-bezit konden zien.

Voor de rest is de sorry-dimensie van het hernieuwde Afrikamuseum weer een mogelijke cultplek voor de alomtegenwoordige slachtoffercultuur die de blank/gekleurd-tegenstelling blijft oppoken vanuit een onduidelijke politiek-correcte agenda. Of hoe het racisme vooral gecultiveerd wordt door de zogenaamde tegenstanders ervan die er een full-time-job aan overhouden. Ik zie alweer de Bert Bultincks van deze wereld in hun pen in kruipen om nog maar eens af te geven op het endemische blanke racisme dat in onze contreien tot op vandaag woedt, en waarover wij blijvende mea culpa’s moeten slaan en zo mogelijk tot allerlei gebaren van Wiedergutmachung moeten overgaan. De zogenaamde Congolese diaspora uit Brussel-Matongé kan er een vaste bedevaartplek van maken.

Een memoriaal met Auschwitz-allures is nuttig en nodig indien het aspect van collectieve verantwoordelijkheid domineert. Maar andermaal, hoe moeten wij ons identificeren met dit besmet patrimonium? Het Musée du Congo blijft, zelfs in zijn nieuwe aankleding, het lugubere rariteitenkabinet van een maniak. Het levert een inkijk in een pathologisch universum. Het crypto-sadistische horrorkarakter van de ‘verzameling’ zou door een durvende curator ook als dusdanig kunnen getoond worden, maar tegelijk is afstand nemen belangrijk en moeten we het lijden van de Congolezen in de 19de-eeuwse rubberplantages niet op onze schouders nemen. En al zeker niet als koning Filip zich niet geroepen voelt om dat te doen, een man die veel meer redenen heeft om een mea culpa te slaan.

De sloperhamer?

Zonder Belgische staat geen Leopold II, en zonder Leopold geen afgehakte handjes, kunnen we het zo samenvatten? De rest is geschiedenis, en laat die maar aan bod komen in de (hopelijk niet van het leerprogramma afgevoerde) geschiedenisles. Maar dan moet ook heel de Belgische monarchie kritisch belicht worden, en dat is misschien wat veel gevraagd, of niet? Leopold II is niet van ons, en evenmin alles wat hij belichaamt: het Belgische koningshuis, de bufferstaat van 1830, het sukkelachtige land met zijn overspannen ambities en ondermaatse samenhang.

Tervuren revisited dus. Met sommige vervloekte plekken, zoals het Dutroux-huis in Marcinelle, valt echt niks meer aan te vangen, ze zijn louter ballast voor het collectief geheugen, dus is de slopershamer misschien wel een beter alternatief. Vlaanderen hoeft zich met deze morbide erfenis van het Belgique à papa niet bezig te houden. Het koloniaal museum is een federale instelling, maar het gebouw en het domein bevinden zich op Vlaams grondgebied. Mogelijk is dat ook wel een optie voor het bombast bouwsel van Leopold II: afbreken en vers groen op de plek, eventueel een nieuwe concertzaal of multimediale cultuurruimte met één herdenkingsmonument, de finale afrekening met het verleden van een natie waar wij als Vlamingen zelf lang de status van euh… neger hebben gehad. Ja die zwarten, altijd last mee.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties