Hoe is het nu gesteld met onze Vlaamse jongeren? Zonder te veralgemenen, want bij elk individu liggen de kaarten uiteraard anders, is het meer dan de moeite om op zoek te gaan naar het antwoord op die vraag. Er is al veel gezegd en geschreven over de dalende onderwijskwaliteit, plannen die er al dan niet zijn om dat aan te pakken, het lerarentekort, enzovoort. Wat met andere facetten die de toekomst van jonge Vlamingen kunnen bepalen? En heeft het ene…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Hoe is het nu gesteld met onze Vlaamse jongeren? Zonder te veralgemenen, want bij elk individu liggen de kaarten uiteraard anders, is het meer dan de moeite om op zoek te gaan naar het antwoord op die vraag. Er is al veel gezegd en geschreven over de dalende onderwijskwaliteit, plannen die er al dan niet zijn om dat aan te pakken, het lerarentekort, enzovoort. Wat met andere facetten die de toekomst van jonge Vlamingen kunnen bepalen? En heeft het ene ook invloed op het andere?
Onderwijs is het centrale thema, wanneer het gaat over hoe de Vlaamse jeugd eraan toe is. Logisch ook, aangezien het zo belangrijk is. Niet enkel voor elke student op zich op dit moment, maar ook voor hoe onze maatschappij er in de toekomst uit zal zien. Weinig goed nieuws te melden op dat vlak. De opgelopen leerachterstand is logisch als gevolg van de lockdowns, maar er is structureel veel meer aan de hand. Onlangs was er nog de studie van de KU Leuven die erop wees hoe nefast het lerarentekort is voor de leerlingen.
Aanval op parcours Weyts
Onderwijs bleek ook belangrijk genoeg voor Conner Rousseau (Vooruit) om in januari tijdens een mediaronde de aanval in te zetten op het parcours van minister Ben Weyts (N-VA). In De Afspraak verklaarde de Vooruit-voorzitter dat zijn partij de volgende minister van Onderwijs wil leveren en verweet hij Weyts ‘geen plan’ te hebben. Nochtans leek er voordien best wel toenadering te zijn tussen Rousseau en andere prominente N-VA’ers, onder meer ook met partijvoorzitter Bart De Wever.
De teneur van diezelfde De Wever (N-VA) in dit debat is evenzeer duidelijk: het zal meerdere regeerperiodes vergen om de tanker helemaal te keren. Dat neemt de verantwoordelijkheid niet weg bij de huidige regeringspartijen om dat wel na te streven, maar de grote ommekeer is wellicht inderdaad niet voor morgen. Wiens fout dat ook is, en dat terwijl onderwijs toch in grote mate de huidige levenskwaliteit van onze jongeren kan bepalen. Een leerachterstand meesleuren, een pretje is het allerminst.
Verandering
Misschien kan dan wel op andere vlakken een verandering ingezet worden en hoeft die ook niet — of tenminste niet helemaal — van de overheid te komen. Terwijl er nog druk gedebatteerd kan worden over grote beleidsideeën, zijn het misschien juist onderliggende campagnes die wel iets in gang kunnen zetten. Denk maar aan campagnes tegen pesten of maatschappelijke projecten die via sport of muziek jongeren bij mekaar kunnen brengen.
Nog zo’n initiatief is ‘Wie sport, die wint’, een campagne die in september 2022 in het leven werd geroepen en waar de Vlaamse regering wel mee zijn schouders onder gezet heeft. Een campagne die jongeren moet aanzetten om meer te bewegen, nadat onderzoek uitwees dat meer dan 80 procent van de schoolgaande jeugd de beweegnorm niet haalt.
Aangepast beweeggedrag
We contacteerden hieromtrent eerder reeds het kabinet van minister Weyts. ‘Digitale (leer)middelen zullen het beweeggedrag van kinderen en jongeren aangepast hebben’, viel te horen als verklaring voor zulke vaststelling. Ook werden enkele cijfers aangehaald, waaruit blijkt dat leeftijd en geslacht een bepalende rol spelen.
Zo beweegt 21,3 procent van jongens tussen de 11 en 18 jaar dagelijks minimaal een uur matig tot zeer intensief. Dat is ook de norm die wordt aanbevolen. Bij meisjes van diezelfde leeftijd is slechts sprake van een percentage van 13,7 procent. In 2014 haalde bij de jongens 17,4 procent de aanbeveling en bij de meisjes 10 procent. Tussen 2014 en 2018 was er dus wel een gunstige evolutie.
Samenwerking
Wat ook opvalt, is dat bij 11-jarigen en 12-jarigen toch 24,3 procent bij de jongens en 19 procent bij de meisjes de aanbeveling halen. Deze leeftijdsgroep is dus een stuk actiever dan de oudere adolescenten. Vanaf 13 en 14 jaar is er een duidelijk kantelpunt in negatieve zin. Daarom gaat de Vlaamse regering voor deze campagne een samenwerking aan met Sport Vlaanderen en met MOEV, dat leerlingen in zowel het kleuter-, basis-, en secundair onderwijs aanzet tot een fitte en gezonde levensstijl.
‘MOEV is een logische partner in deze schoolsportcampagne’, klinkt het op het kabinet van de minister. ‘De organisatie ondersteunt scholen bij de uitwerking van hun bewegings- en sportbeleid en wil alle leerlingen plezier laten beleven door te sporten en te bewegen.’
Cijfers in de gaten houden
Het zal zeker interessant zijn om pakweg op het einde van het schooljaar en zeker op de lange termijn de cijfers er nog eens bij te nemen. Het is geen brug te ver om te stellen dat jongeren op zijn minst meer kans maken om te floreren in hun studies, wanneer ze meer bewegen en zich dus beter in hun vel voelen. Als bij de evaluatie van de campagne blijkt dat de percentages de hoogte ingaan, kan dat toch als een kleine stap in de goede richting worden beschouwd.
En dat zonder eventuele andere grote beleidsdaden. Ondertussen ligt er natuurlijk nog altijd wel werk op de planken. Zo maakt federaal minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) werk van een geïntegreerd jeugddecreet, met als doelstelling jeugdwerk te versterken en aan te bieden aan alle kinderen. De Vlaamse Jeugdraad schreef hier in februari nog een open brief over.
Begroting
‘We maken ons zorgen omdat het bereiken van die doelstelling elke dag een moeilijkere opgave wordt voor organisaties, jeugdwerkers en vrijwilligers. En dat terwijl kinderen en jongeren met steeds meer uitdagingen geconfronteerd worden, en ze onze aanwezigheid nu meer dan ooit kunnen gebruiken’, stelt De Vlaamse Jeugdraad, die met nieuwsgierigheid uitkijkt naar beslissingen die in september genomen zullen worden over de begroting van 2024.
Voorts werden ook nog alle betrokken ministers, zowel uit de federale als de Vlaamse regering, met een korte, bijkomende tekst aangeschreven. Benjamin Dalle, Hilde Crevits (CD&V), Zuhal Demir (N-VA), Jo Brouns (CD&V), Matthias Diependaele (N-VA), Lydia Peeters (Open Vld), Bart Somers (Open Vld), Ben Weyts en Jan Jambon (N-VA): allen kwamen ze aan de beurt. Kortom: er wordt nog gerekend op een krachtdadige overheid, over partij-en regeringsgrenzen heen, om het leven en de toekomst van jongeren in positieve richting te stuwen. In de tussentijd kunnen er via campagnes en projecten kleine stapjes voorwaarts worden gezet.