JavaScript is required for this website to work.
Europa

Top over Europese Taaldiversiteit

Karel Sterckx12/11/2015Leestijd 4 minuten

Baskische taalorganisaties willen dat taalminderheden in eigen land in hun taal terecht kunnen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Raad van Baskische Taalorganisaties, Kontseilua, organiseert in december 2016 de Internationale Top over Taaldiversiteit in Europa. Het doel is dan een ‘Protocol tot de Garantie van Taalrechten’ voor te stellen, een document waarmee ‘historische taalgemeenschappen in Europa’ het dagelijkse gebruik in alle geledingen van hun samenlevingen en de ontwikkeling van hun talen kunnen opeisen. De Basken vragen hiervoor de steun en de medewerking van Vlaamse taalorganisaties.

Taalgelijkheid

De positie van het Nederlands in België en de mogelijkheid voor ondertussen toch al verscheidene generaties Vlamingen om van de geboorte tot de dood in het Nederlands te leven, is voor andere historische taalgemeenschappen in Europa een droom. De Basken, de Catalanen, de Bretoenen … zij dromen er van om in eigen land ook van de geboorte tot de dood in hun eigen taal te kunnen leven. Hun probleem is dat zij binnen hun respectievelijke staten een minderheid zijn tegenover een sterk centraal gezag, dat niet van plan is om de historische talen gelijkwaardig te behandelen.

Kontseilua wil daar verandering in brengen. De Raad wil een Protocol uitwerken waarmee historische taalgemeenschappen een stappenplan kunnen uitwerken om aan hun respectievelijke staten voor te leggen. Een document dat helder en op maat uitlegt wat de staat zou moeten doen om de taalrechten van de historische gemeenschappen te garanderen. De Basken werken daarvoor samen met zes organisaties, waaronder Lingua Pax die de bescherming van wereldwijde taaldiversiteit tot doel heeft; ELEN, de Europese ngo voor de bescherming, bevordering en heropleving van ‘minder gebruikte’ talen en taalrechten en het Europese Centrum voor Minderheden. De komende maanden, tot ergens in het voorjaar van 2016, zullen deze organisaties samen met experts aan een ontwerptekst schrijven. In de uitwerking van het Protocol worden geen politici betrokken. Van geen enkele politieke partij, geen enkele politieke strekking en van geen enkele assemblee. Het zijn maatschappelijke organisaties, experts en taalorganisaties die de eerste viool spelen. 

In het najaar van 2016 krijgen taalorganisaties van over gans Europa de mogelijkheid om opmerkingen en amendementen te formuleren. De uiteindelijke tekst wordt voorgesteld op de Internationale Top over Europese Taaldiversiteit in december 2016.

Deze top gaat door in de Baskische provinciehoofdstad Donostia (San Sebastián) Culturele Hoofdstad van Europa 2016. 

Vlaanderen

De organisatoren van de Top zoeken de steun en de medewerking van Vlaamse taalorganisaties. Daarom kwamen Paul Bilbao (Secretaris-Generaal van Kontseilua) en Davyth Hicks (Secretaris-Generaal van ELEN) het project in Brussel voorstellen. Zij weten zeer goed dat de Vlamingen hebben moeten vechten voor hun taalrechten, ook al vormen wij een meerderheid in de Belgische staat. 

Enig historisch besef leert ons dat generaties taalvoorvechters erin geslaagd zijn om het gebruik en de ontwikkeling van het Nederlands door te drukken, tegen de oorspronkelijke bedoelingen van de historische oprichters en bestuurders van België in.

Voor ons is het in het België van de 21e eeuw de normaalste zaak dat wij overal in Vlaanderen in het Nederlands terechtkunnen. Bij de bakker, op school, in het café, op alle domeinen van het leven is onze eigen taal de voertaal. We hebben zelfs wetgeving die stelt dat gemeenteraden in het Vlaams Gewest uitsluitend in het Nederlands mogen verlopen. De Vlamingen zijn een meerderheid in de Belgische staat en het Nederlands is dan ook geen minderheidstaal. 

We zijn wel een minderheid in onze eigen hoofdstad, waar we als Vlamingen nog steeds de grootste moeite hebben om overal Nederlands te spreken. In de faciliteitengemeenten is de druk van de francofonie levendig tastbaar. De gebeurtenissen in Linkebeek, de uitbreidingsdrang van Brussel en de Franstalige pamfletten in Zaventem zijn daar illustraties van. We hebben zelfs nog steeds een Minister voor de Vlaamse Rand. Rond Brussel, uiteraard. Wat aantoont dat de taalstrijd onverminderd doorgaat en de verworvenheden niet zo vanzelfsprekend zijn als sommigen beweren. 

Het is omwille van deze twee vaststellingen dat de medewerking van Vlaamse taalorganisaties gewenst is: de taalstrijd in Vlaanderen is geen folkloristisch gebeuren, maar heeft geleid tot effectieve instrumenten voor de politieke en maatschappelijke emancipatie van het Vlaamse volk en zijn taal, en, hoe vermijden dat niet-historische taalgemeenschappen het Protocol zouden gebruiken tegen historische taalgemeenschappen. 

Concreet: het is niet de bedoeling dat de Franstaligen in de Vlaamse Rand het Protocol zouden kunnen gebruiken tegen Vlaanderen. Of dat Spaanstaligen het gaan gebruiken tegen Catalonië. Het is wel de bedoeling dat de Catalanen een instrument krijgen om voor het Catalaans in Spanje en in Frankrijk een status te krijgen die gelijkaardig is aan die van het Nederlands in België. 

Taalgemeenschappen

Paul Bilbao benadrukte het gebruik van de term ‘taalgemeenschappen’, om te vermijden dat men zou vervallen in een discussie over minderheden en meerderheden. Er is immers amper een definitie van ‘minderheden en meerderheden’. Bovendien toont het Vlaamse geval mooi aan dat het niet altijd en per se een verhaal is van een meerderheid die een minderheid discrimineert. 

Hij voegt er aan toe dat het onderscheid zit in ‘historische’ en ‘niet-historische’ taalgemeenschappen. Historische taalgemeenschappen zijn, bijvoorbeeld, de Basken, de Vlamingen of de Bretoenen. Voorbeelden van niet-historische taalgemeenschappen zijn Franstaligen in Vlaanderen, Spaanstaligen in Catalonië of Franstaligen in Bretagne. De Franstaligen in Vlaanderen zijn dan restanten van de Belgische unitaire francofone staat.

Menig lezer zal zich de discussies over het Handvest voor de Regionale Talen of Talen van Minderheden, beter bekend als het ‘Minderhedenverdrag’, nog levendig herinneren. Het kan niet de bedoeling zijn dat een goed bedoelde en terechte bekommernis van Basken, Catalanen en andere historische naties aanleiding zou kunnen geven tot opflakkering van die discussies. Daarom, en vooral daarom, is het bijzonder opportuun en belangrijk dat Vlaamse taalorganisaties meewerken.

 

Meer info: www.gb2016donostia.eus.

Foto: (c) Karel Sterckx

 

Categorieën

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties