JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Tout le monde a gagné

Herman Deweerdt16/8/2012Leestijd 3 minuten

Vlaanderen wint en de rest van het land zesmaal zoveel. Zeer waarschijnlijk wordt het nog erger.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie wint of verliest bij de nieuwe financieringswet volgens het regeerakkoord Di Rupo? De auteurs van een nieuwe Vives-studie, Annelore Van Hecke en Dirk Heremans, hebben het onderzocht voor de periode 2012-2030′. Twee veronderstellingen zijn doorslaggevend. Ten eerste de toekomstige economische groei volgens het basisscenario van het Federaal Planbureau, opgenomen in het regeerakkoord. En voorts de elasticiteit van de personenbelasting waarvoor de auteurs een factor 1,25 ten opzichte van de nominale groei gebruiken. In verstaanbare taal betekent dit dat de belastingwetgeving niet wordt gewijzigd en dus dat de belastingdruk in de personenbelasting verhoogt. Dit staat in het regeerakkoord maar dat besef is nog niet doorgedrongen.

De Leuvense denktank Vives heeft de evolutie van de middelen tot 2030 onderzocht voor de nieuwe bijzondere financieringswet (NBFW) en voor de oude (OBFW), zowel in bedragen als in percent van het bbp (bruto binnenlands product). Dit onderzoek slaat enkel op de bestaande bevoegdheden. De resultaten zijn weergegeven in grafieken. De verschillen tussen de financiële middelen volgens de NBFW en de middelen die er zouden geweest bij behoud van de OBFW zijn weergegeven in tabel 1. Een positief verschil betekent dat de NBFW een winst geeft aan de betrokken entiteit. Een negatief verschil betekent een verlies.

(hier tabel 1 inlassen: zie manuscript in Word)

De nulresultaten in 2012 zijn het gevolg van het principe dat bij de start geen enkele entiteit mag winnen of verliezen. Indien wel wordt dit gecompenseerd. Wallonië krijgt de grootste compensatie: 575 miljoen. Vlaanderen moet 104 miljoen afstaan; dit is het saldo van een winst van 271 miljoen voor het Vlaams Gewest en een verlies van 167 miljoen euro voor de Vlaamse Gemeenschap. Deze compensaties blijven in de eerste tien jaar constant en worden in de daaropvolgende tien jaar jaarlijks met een tiende afgebouwd.

Toekomstscenario

In 2030 krijgen alle entiteiten, behalve de Vlaamse Gemeenschap, meer middelen volgens de NBFW dan volgens de OBFW het geval zou zijn. Vlaanderen als geheel wint 0,05 % van het bbp of 266 miljoen. De rest van het land wint zesmaal zoveel. Het zijn vooral de gewesten die winnen als gevolg van de fiscale autonomie en de gestegen belastingdruk. Dit wordt in Wallonië en Brussel nog versterkt door hun toenemend aandeel in de personenbelasting als gevolg van de demografische evolutie. In Brussel komt er nog extra financiering bovenop. Die bedraagt 461 miljoen in 2015 (zonder de 125 miljoen voor Beliris). Dat is een stijging van 33 % in vergelijking met 2012 volgens de OBFW. Het verlies voor de Vlaamse Gemeenschap wordt veroorzaakt door de daling van het aandeel in het aantal leerlingen en door het terugdraaien van de Lambertmontfinanciering (het enige element in de OBFW dat de Vlamingen ooit een beetje goed onderhandeld hebben).

Andere scenario’s

Vives heeft zich echter beperkt tot één projectie op basis van bovengenoemd scenario. In dit scenario groeien de tewerkstellingsgraden tussen Vlaanderen en de andere gewesten nog heel lichtjes verder uit elkaar. Het Planbureau heeft echter meerdere scenario’s uitgetekend. Zo ook een convergentiescenario waarbij de tewerkstellingsgraden tussen de gewesten naar elkaar toegroeien, zodat de verschillen voor 30 % afgebouwd worden tegen 2030. Volgens onze berekeningen verliest Vlaanderen dan 200 miljoen en winnen alle andere entiteiten samen ruim het tienvoudige.

Uiteraard zijn er nog scenario’s denkbaar. De meest waarschijnlijke zijn die waarin Wallonië en Brussel het sterkst groeien. Deze Gewesten zullen via de fiscale autonomie in de NBFW de grootste voordelen halen. Terecht. Geen enkele Vlaamse partij heeft echter tijdens de formatieperiode als basisprincipe gesteld dat de transfers via de financieringswet (1,5 miljard op een totaal van 12 miljard) moesten worden afgebouwd. Dit ware nochtans evenzeer terecht.

 

 

 

 

 

(logo internet)

U vindt de Vives-studie op www.econ.kuleuven.be/vives/briefings/juli 2012. In oktober verschijnt van Vives het boek Het genoom van de geldstroom (Pelckmans).

Categorieën
Commentaren en reacties