JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Transfers of volksbedrog?

Herman Deweerdt4/11/2015Leestijd 13 minuten

Herman Deweerdt wil niet medeplichtig zijn in het misleiden van de Vlamingen, op zoek naar de waarheid over de transfers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Transfers of Volksbedrog?

Herman Deweerdt

Inleiding

Men zou de Vlamingen kunnen indelen in drie groepen: een derde (meer of minder) dat geen belangstelling heeft voor de transfers; een derde (meer of minder) dat een afschuw heeft voor de transfers; een derde (meer of minder) dat wel belangstelling heeft voor de transfers. Deze laatste groep kan nog eens onderverdeeld worden in: een groep die het liefst heeft dat de transfers zo klein mogelijk zijn; een groep die het liefst heeft dat de transfers zo groot mogelijk zijn; en een vermoedelijk zeer kleine groep die vooral belangstelling heeft voor de juiste omvang van de transfers. Ik behoor tot deze laatste groep. In het besef dat er bij iedere berekening van de transfers een foutenmarge kan zijn van plus of min 5 à 10 %. Naast een analyse van de resultaten zijn er nog tal van andere aspecten aan de transfers: morele, sociale, inkomensherverdeling, financiële, fiscale, economische, (grond)wettelijke, politieke, administratieve, juridische. Allemaal zeer relevant en boeiend, maar een discussie daarover is slechts praktisch zinvol als er kan uitgegaan worden van bedragen die voldoende nauwkeurig zijn.

Het Zilverfonds als voorbeeld

Het Zilverfonds werd in 2001 opgericht om in de toekomst de stijgende uitgaven van de pensioenen te betalen. De overheid stopte er geld in en de Schatkist haalde het er even snel weer uit om allerlei overheidsuitgaven te betalen. Geld weg. Wat achter bleef zijn 21 papiertjes, genoemd Schatkistbonds-Zilverfonds, waarop een bedrag staat en een rentepercentage plus de belofte van de Schatkist om de bedragen, verhoogd met de interesten, later terug te betalen aan het Zilverfonds. M.a.w. er zal maar geld ter beschikking komen van het Zilverfonds als de overheid in de toekomst begrotingsoverschotten zal hebben of extra schulden zal aangaan. Bovendien heeft Europa dit schijntheater slechts toegestaan op voorwaarde dat het Zilverfonds de eerste euro aan een gepensioneerde pas mag uitkeren op de dag dat de overheidsschuld zal verminderd zijn tot 60 %  van het bbp.  Dus moeten we vanaf nu nog eerst 150 miljard besparen. Plus nog enkele tientallen miljarden als het bbp in de toekomst zou stijgen, wat we graag willen. Politici en ook geleerde mensen hebben allerlei benamingen gegeven aan dit Zilverfonds: lege doos, broekzak-vestzak, virtueel geld, gebakken lucht, spookfonds, e.a.  Ikzelf heb het al enkele keren het grootste volksbedrog sedert de tweede wereldoorlog genoemd. Omdat het aan de mensen de illusie geeft dat er voor hun pensioen gezorgd wordt, dat er geld zit in het Zilverfonds terwijl het geen cent voorstelt, en dit uitgerekend door de partij die in het verleden in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de lotsverbetering van de kleine man. Dit doet pijn.

Gaat het met de transfers dezelfde kant op?

In “Het genoom van de geldstroom”, een Vives monografie, in oktober 2012 uitgegeven door Pelckmans (jawel), ging hoofdstuk 3 over: “Transfers tussen de Belgische Gewesten uit intrestlasten op de Federale overheidsschuld”.  In een ongelooflijk fantasierijke berekening van deze transfers kwam Geert Jennes tot het besluit dat er in 2007 een bedrag van 10,2 miljard wegvloeide uit Vlaanderen. (Eigenlijk kwam de berekening uit op 20,9 miljard, maar toen vond men een bovengrens uit.) Dit bedrag opgeteld bij de 5,8 miljard “klassieke” transfers (vermoedelijk zo genoemd omdat de transfers op de interestlasten een meer folkloristisch karakter hebben) gaf een totale transfer van 16 miljard in 2007. In 2009 bedroeg de totale transfer echter slechts ruim 6 miljard. Zie Tabel 1.

 

Tabel 1.   De transfers in miljoen euro  (- wegvloeiend; + toevloeiend)

 

2007

2008

2009

Totaal van de transfers

Vlaanderen

    -16 078

    -12 111

      -6 077

Wallonië

     15 293

     11 585

       5 795

Brussel Hoofdstedelijk Gewest

          785

          526

          281

      waarvan transfers op de interestlasten

Vlaanderen

    -10 249

      -5 955

               –  

Wallonië

       9 537

       5 489

               –  

Brussel Hoofdstedelijk Gewest

          712

          466

               –  

Bron: Vives / Het genoom van de geldstroom /  p. 71

 

Dit belette het weekblad Trends niet om op het titelblad van 11 oktober 2012 uit te pakken met 16 miljard. Met eraan toegevoegd: “En weinig zicht op beterschap”.  Transfers die op 2 jaar tijd dalen van 16 miljard naar 6 miljard, noemden ze bij Trends: weinig beterschap. Op de binnenbladzijden kon de vreugde niet op. In koeien van letters: “Interestlasten doen transfers exploderen”. Oh ja? Van 10 miljard naar nul (0,00 euro) op 2 jaar. Indien ze bij Trends de methode van Vives begrepen hadden, dan hadden ze moeten weten dat de transfers op de rentelasten ook in 2010 en 2011 nul euro zouden bedragen. Wat een explosie van bedrieglijke informatie. Voor alle duidelijkheid: hierin treft Vives geen enkele schuld.

 

Het kwaad was geschied. Vanaf dan is deze 16 miljard per paarin Vlaamse kringen extatisch gecultiveerd geworden. Zestien miljard kaakslagen en onrecht. Het Vlaams Belang heeft meerdere keren in haar propagandafolders misbruik gemaakt van deze 16 miljard per jaar. Het bedrag werd omgerekend in jaarlijks 2.700 euro per Vlaming.  Of 38 tankbeurten van 70 euro, of een vermindering van belasting op arbeid, of jaarlijks 1250 pinten aan het zuiden van het land, of een pensioenverhoging tot 70 % van het laatste loon, of het kindergeld verhogen tot 250 euro voor de eerste drie kinderen, of 21 volle winkelkarretjes aan onze zuiderburen. Of wat ook kan: 1.700 rusthuizen of 94.000 sociale woningen. Wat kan met 16 miljard kan ook met 6 miljard, zo nauw steekt het niet. Volksbedrog. “Voluit voor onafhankelijkheid!” was de echte bedoeling.

In haar dossier van juni 2013 publiceerde de N-VA de resultaten van haar eigen studie over de transfers, beperkt tot de traditionele.  “Daarbij wordt geen afbreuk gedaan aan de resultaten die zijn opgenomen in de recente VIVESstudie. Het genoom van de geldstroom.” De N-VA stemde dus in met het  feit dat er geen transfers waren op de interestlasten in 2009.  Toch voegde ze  eraan toe: “Vives komt uit op een totaal transferbedrag van ruim 16 miljard euro in 2007”. Dit is zowel precies en spitsvondig, als dubbelzinnig en misleidend. Ook geen voorbeeld van transparantie. Ondertussen weten we van minister Jan Jambon (N-VA) dat de transfers hen niet interesseren, behalve voor de marketing.

De onnavolgbare kronkels van Vives.

In 2014 heeft Vives nog twee studies van Geert Jennes de wereld ingestuurd. Nu hebben we van Vives drie wetenschappelijke studies over de transfers op de interestlasten. Met resultaten die wereldwijd uit elkaar lopen zoals Tabel 2. laat zien.  De transfers op de interestlasten kunnen in het jaar 2007 zowel 40 miljoen bedragen als 2,6 miljard of 10,2 miljard of 20 miljard. Ten minste drie van deze vier getallen zijn fout. Soms is er een bovengrens aan de berekening, soms niet.  Soms kunnen ze bij de “klassieke” transfers opgeteld worden, soms niet.  Soms wordt uitdrukkelijk gezegd dat het berekeningen zijn bij onafhankelijke Gewesten, soms niet, (alhoewel het toch het geval is). Dit is niet ernstig. Dit kan geen wetenschap zijn.

Tabel 2.    SCHULDEN & TRANSFERS OP DE RENTELASTEN   in miljard euro

                                               Vives publicaties

1

2

3

cijfers geldig voor het jaar

  2007

2007 (a)

2007

SCHULD toegewezen aan Vlaanderen

 

 

 

1/3 volgens oorsprong

 

0

 

1/3 volgens bevolking

 

180

 

1/3 volgens (BGP of bruto gewestelijk product)

 

190

 

TOTAAL ( + is een schuld; – is een schuldvordering)

-297

90

-77,5

 

 

 

 

TRANSFERS OP DE RENTELASTEN wegvloeiend uit Vlaanderen

 

 

 

volgens oorsprong

 

7,500

 

volgens bevolking

 

0,400

 

volgens BGP

 

0,040

 

TOTAAL

10,2

2,6

20 (b)

met bovengrens aan de transfers (volgens Vives)

Ja

?

Neen

optelbaar bij de andere transfers (volgens Vives)

Ja (*)

Ja (*)

Neen

1   Het genoom van de geldstroom (oktober 2012) / Vives / Geert Jennes

2   Begrotingsgevolgen van een opsplitsing van de Belgische overheid over de drie gewesten (mei 2014) – (gemiddelde cijfers over 2005-2010) / Vives / Geert Jennes

3   Interregional net fiscal transfers resulting from the interest burden on the Belgian federal debt (juni 2014) /

Vives / Geert Jennes

(a) We nemen aan dat het gemiddelde over de periode 2005-2010 representatief is voor 2007

(b) Extrapolatie van de periode 1970-2002 volgens publicatie 3.

(*)  In feite zijn ze niet optelbaar wegens berekend in onafhankelijke Gewesten


De kern van de denkfout.

De werkloosheid als voorbeeld (in miljard euro)

 

VG

WG

BHG

Land

Uitgaven

5

4

1

10

Ontvangsten

6

3

1

10

Primaire saldi volgens Vives      

+1

-1

0

0

Vraag: Hoeveel schulden moet Wallonië aangaan om zijn werkloosheidsuitkeringen te kunnen betalen?

Antwoord: nul euro. Dit is het enige juiste antwoord in een solidaire gemeenschap.

Het tekort van 1 miljard wordt met het overschot uit Vlaanderen betaald.  Dit zijn de transfer. Zelfs de essentie ervan: een overdracht van koopkracht. Om de puntjes op de i te zetten: Vlaanderen doet geen directe overdracht van geld naar Wallonië maar stort de financiële bijdragen in de grote federale kas. Een transfer is een berekening die de omvang meet van de overgedragen koopkracht naar een Gewest. Door deze overdrachten zijn er geen verschillen tussen de gewestelijk verdeelde uitgaven en de gewestelijk verdeelde ontvangsten na overdracht van de transfers.

Wallonië (lees: de Federale overheid)  beschikt exact over de nodige middelen om de werkloosheidsuitkeringen in Wallonië te betalen (3 eigen Waalse middelen + 1 overvloeiend uit Vlaanderen). Vlaanderen (lees: de Federale overheid) houdt geen cent over aan de werkloosheidsuitkeringen in Vlaanderen (6 eigen Vlaamse middelen – 1 overvloeiend naar Wallonië). In een solidair systeem ontstaan er dus geen schulden in Wallonië en ook geen terugbetalingen van schulden of opbouw van schuldvorderingen in Vlaanderen. Hetzelfde geldt voor alle gewestelijk verdeelbare uitgaven waarvoor er voldoende gewestelijk verdeelbare ontvangsten bestaan; m.a.w. voor de uitgaven waarop transfers bestaan en kunnen berekend worden. In een solidair systeem zijn de gewestelijke “primaire saldi” op deze uitgaven gelijk aan nul. Voor de Federale overheid en de Gewesten in deze solidaire gemeenschap, stelt het probleem van schuldvorming en schuldverdeling zich niet bij het primair saldo. Het stelt zich enkel bij begrotingstekorten. (N.B. Alle berekeningen van Vives zijn gesteund op het primair saldo alhoewel dit begrip dus onzinnig en onbruikbaar is m.b.t. transferberekeningen.)

Vives gaat uit van onafhankelijke Gewesten. Dan zijn er geen transfers.  Dan moet Wallonië schulden aangaan voor zijn tekort en kan Vlaanderen met zijn overschot schulden afbouwen. Ieder jaar opnieuw, nog verhoogd met de interestlasten. Wat is dan de betekenis van “transfers op de rentelasten” ? Geen. Vives maakt hypothetische berekeningen van de gevolgen op de begrotingen van de drie Gewesten indien ze onafhankelijk zouden zijn, dus indien er geen transfers zouden geweest zijn; m.a.w. totaal buiten de Belgische realiteit. In dat sprookje ontstaat er een hels exploderend rekenkundig mechanisme waarbij de schulden in Wallonië steeds groter worden en als gevolg hiervan ook de interestlasten. Het omgekeerde in Vlaanderen. Bij onafhankelijke gewesten is er geen centrale kas. Met welk geld kunnen de interestlasten dan betaald worden? Met het geld van de “juste retour”? Op die steeds stijgende en steeds meer uiteenlopende interestlasten een pseudo transferberekening loslaten is een rekenspelletje in een illusoire wereld. Dan volstaat het niet om deze bedragen transfers te noemen en te zeggen dat ze niet mogen opgeteld worden bij de “klassieke” transfers waarvan men aangenomen heeft dat ze niet meer bestaan. Waar dienen die berekeningen dan voor?  Spelletjes. Zeker niet bruikbaar in België. Misschien op een andere planeet?

Kort: Vives is niet in staat om de transfers op de interestlasten te berekenen en heeft er zelfs geen bruikbare methode voor.


Colloquium van 3 oktober 2015

De VVB (Vlaamse Volksbeweging) en het AKVSZ (Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid) organiseerden op 3 oktober 2015 in het Vlaams Parlement een colloquium over de transfers. Zij waren zo stoutmoedig om al bij de start de vinger op de wonde te leggen: een tabel met de transfers op de interestlasten volgens diverse organisaties en personen, w.o. die van mezelf. Dus met zeer uiteenlopende bedragen. De uitersten bedroegen nul euro volgens de Universiteit van Namen en 14,6 miljard volgens Vives.

De moderator van het gesprek, Guy Tegenbos, wilde een belangrijk deel van de tijd besteden aan het technisch uitklaren van deze verschillen omdat: “als de transfers op de politieke agenda geplaatst worden, dan moeten de bouwstenen juist zijn.” 

Wat mij mateloos geërgerd heeft is de cinéma die Geert Jennes erbij gesleurd heeft. Namelijk een uitzending van de VRT (Fact Checking) naar aanleiding van een uitstap van het Vlaams Belang naar de lift van Strépy. Met op de achtergrond in de Studio een groot beeld van de VB-camion waarop in grote letters: 16.000.000.000 per jaar. Waarvan volgens de journalist 10 miljard op de interestlasten. Geert Jennes vond dit zeer knap, behalve “een klein foutje: de 10 miljard moest 14 miljard zijn.” Was hij zijn eigen cijfers vergeten? In de studie waar het Vlaams Belang naar verwees had hij geschreven 10 miljard in 2007; 6 miljard in 2008 en nul miljard in 2009. (zie Tabel 1.)  Volgens zijn eigen methode zou het nul miljard zijn in 2010 en ook in 2011. De 14 miljard die hij in de plaatst wilde stellen komt uit één van zijn andere berekeningen en betreft het jaar 2002. Een extrapolatie van zijn cijfers naar het jaar 2007, om tot vergelijkbare cijfers te komen, zou de transfer op de interestlasten doen oplopen tot 20 miljard in 2007 en 23 miljard in 2011 en vermoedelijk nog hoger in de daarop volgende jaren, vooral afhankelijk van de evolutie van de rentevoeten. Hij zei er ook niet bij dat deze transfers op de interestlasten berekend zijn bij onafhankelijke Gewesten (waartussen er dus geen transfers bestaan) en dus ook niet optelbaar zijn bij de klassieke transfers. Dit is met de Vlamingen de zot houden. Dit is niet enkel verwarrende informatie, dit is ook bedrieglijke informatie.

Toen kwam de vraag van de moderator aan  de heer Remi Vermeiren (voorzitter van de v.z.w. Pro Vives):“Kies je partij voor één van deze berekeningen?” (Bedoeld: de wijd uiteenlopende transfers op de interestlasten.) Antwoord: “Helemaal niet. Ik vind de juiste berekening niet zo relevant. We weten dat ze bestaan en dat ze belangrijk zijn.” Dan moest ik wel even naar adem happen.

Wat is relevant? Volgens de dikke van Dale: van betekenis, gewichtig, belangrijk, ter zake dienend, essentieel, waarmee men rekening moet houden.  Volgens mijnheer Vermeiren is de nauwkeurigheid van de transferbedragen niet zo gewichtig, heeft niet veel betekenis, is nauwelijks ter zake, is niet zo essentieel en niet iets waar men veel rekening moet mee houden. Dat de transfers volgens de Nationale Bank niet bestaan en volgens de Universiteit van Namen wel bestaan maar volgens hun berekeningen altijd nul zijn, daar gaat hij vrolijk aan voorbij, vermoedelijk wegens niet terzake dienende. Vanaf welk minimum bedrag zijn ze belangrijk? Deze vraag werd niet gesteld. Vives heeft bedragen in de aanbieding van nul tot 20 miljard. Meer kan ook op eenvoudig verzoek. Keuze genoeg. Het doet er allemaal niet toe.

Maar er is nog meer. In zijn zeer degelijk boek “België de onmogelijke opdracht – Vlaamse onafhankelijkheid – Recht, behoefte en noodzaak”, neemt Remi Vermeiren wel de klassieke transfers op (6,1 miljard in 2009) verwijzend naar Vives, Het genoom van de geldstroom. Maar hij laat “de transfers via de rente op de staatsschuld buiten beschouwing”. Waarom? Wegens niet zo relevant?

Een verstandig man als R. Vermeiren maakt zich niet belachelijk door transfers op de rentelasten over te nemen in zijn boek als ze vanaf 2007 achtereenvolgens bedragen: 10,2 miljard; 6 miljard, 0 miljard, 0 miljard en 0 miljard.

Hij verwijst ook niet naar het politiek-historisch baanbrekend boek “Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa” van de Denkgroep In de Warande dat onder zijn leiding tot stand gekomen is in 2005. Daarin stond een transfer op de interestlasten van 3,9 miljard in 2003. Maar ook berekend in zelfstandige Gewesten. Dat waren dus ook geen transfers. Zou het kunnen dat mijnheer Vermeiren afstand neemt van deze transferberekening? En om dezelfde reden ook afstand neemt van de wilde berekeningen van Vives? Zou het kunnen dat mijnheer Vermeiren eerder geneigd is om mijn berekeningen te volgen? Namelijk bedragen tussen minimum 0,6 miljard en maximum 0,8 miljard in de periode 2004-2012. Zou het kunnen dat hij deze bedragen niet zo relevant vindt  op een totaal transferbedrag tussen 7,5 en 9 miljard in dezelfde periode? Dan zou ik zijn uitspraak kunnen begrijpen.  

Besluit

  1. Van alle berekeningen die door de inrichters van het colloquium werden voorgelegd ter discussie zijn er slechts twee die kunnen beschouwd worden als betrekking hebbend op alle transfers: deze van de Universiteit van Namen en deze van mezelf.  Zie Tabel 3.                                    Wat de transfers op de interestlasten betreft:
    1. Namen en ikzelf gaan uit van begrotingstekorten (niet van primaire saldi).
    2. Namen verdeelt deze in verhouding tot de financiële bijdragen. In deze redenering moet het gewest dat het  meest bijdraagt het grootste deel van de schulden, en dus ook van de interestlasten, dragen. Namen vergelijkt deze bedragen met de bijdragen. Dan zijn de verschillen uiteraard gelijk aan nul. Een ontstellende redenering.
    3. Ikzelf stel dat de schulden veroorzaakt zijn door de Belgen die voortdurend boven hun stand geleefd hebben. Er is een historisch onderzoek nodig om bloot te leggen in welke mate de Gewesten genoten hebben van alle gedane uitgaven. Niet makkelijk.
    4. Bij gebrek aan dergelijk onderzoek verdeel ik de schulden, en dus ook de interestlasten,  in verhouding tot de gekende gecumuleerde Gewestelijk verdeelde uitgaven; dus deze waarop in het verleden transfers berekend werden. Echter slechts vanaf 1990.
  2. De reuzentransfers van Vives zijn vooral het resultaat van hypothetische berekeningen van de gevolgen op de begrotingen van de drie Gewesten indien ze onafhankelijk zouden geweest zijn, dus indien er geen transfers zouden geweest zijn; m.a.w. totaal buiten de Belgische realiteit.
  3. Wie deze hypothetische transfers toch voorstelt als echte overdracht van koopkracht, bedriegt de Vlamingen, opzettelijk of niet. Maar zeker voor relevante bedragen.
  4. Volgens het jaarverslag van het Zilverfonds had dit fonds op 31 december 2014 een tegoed van 20,8 miljard op de Schatkist. Iedereen is het er vandaag over eens dat er achter dit bedrag geen enkele substantiële waarde zit. Enkel gebakken lucht. Dit noemde ik het grootste volksbedrog sedert de tweede wereldoorlog.
  5. Vlaams Belang en Trends beweren dat er sedert 2007 een jaarlijkse transfer bestaat van 16 miljard waarvan 10 miljard op de interestlasten. Zij hebben op 31 december 2014 de Vlamingen al voor 80 miljard bedrogen. Als ze hun leugens niet herroepen komt er ieder jaar 10 miljard bij.
  6. Op het hierboven genoemde colloquium vond Geert Jennes het plezant om te wijzen op een klein foutje in zijn 10 miljard. Het moet 14,6 miljard zijn. Reeds in 2002, ook berekend in onafhankelijke Gewesten. In het sprookje, waar dit cijfer uit geput is, stijgt dit bedrag ieder jaar. Volgens een extrapolatie van de cijfers tot 2014 (ongeveer 24 miljard in dat jaar) zou de totale transfer over de periode 2002-2014 meer dan 250 miljard bedragen. Waarvan ruim 90 % naar Wallonië. Volksbedrog vermomd als wetenschap.
  7. Als voorgaande een echte transfer zou zijn, dus een overdracht van koopkracht, zou dit voor de Vlamingen in 2014 een koopkrachtvermindering zijn van ongeveer 15.000 euro per Vlaams gezin van vier personen en een koopkrachtverhoging van ongeveer 25.000 euro per Waals gezin van dezelfde grootte. Let wel: gemiddeld en enkel voor de transfers op de rentelasten, die dus met andere, niet bestaande transfers, niet optelbaar zijn. Behalve voor enkele kaakslagflaminganten bewijzen deze cijfers dat het niet om echte transfers kan gaan.
  8. Wie solidair wil zijn mag het bedrag toch wel kennen. Wie grenzen wil stellen aan de solidariteit moet het kennen. Wie niet solidair wil zijn mag ook de omvang van zijn probleem kennen. Alleen wie mateloos solidair wil zijn op kosten van een ander is niet geïnteresseerd in bedragen. Een redelijke nauwkeurigheid over de omvang van de totale transfer is een minimale voorwaarde voor transparantie. Het is vooral een noodzakelijke voorwaarde voor een zinvolle discussie over veel van de in de inleiding genoemde aspecten.  
  9. Vandaag bestaat over de transfers de grootste verwarring, twijfel en ongeloof; met onverschilligheid als gevolg. Ik wil de ernst van ongeveer 8 miljard transfers per jaar niet laten overwoekeren door pseudowetenschap, leugens en bedrieglijke informatie, afkomstig van mensen die de beste bedoelingen hebben met de Vlamingen. Dit doet veel pijn.
  10. Ik wil vooral niet medeplichtig zijn aan het bedriegen van zes miljoen Vlamingen. Ik zal dus niet zwijgen; en blijven luisteren naar argumenten.
  11.  

Tabel 3.       De transfers   (miljoen euro)

 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

 Volgens Herman Deweerdt (*)

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

VG

8.483

8.511

7.805

8.366

8.565

9.021

WG

-7.719

-7.827

-7.167

-7.438

-7.872

-8.307

BHG

-764

-684

-638

-927

-693

-714

waarvan op de interestlasten

 

 

 

 

VG

774

752

612

637

647

687

WG

-611

-603

-496

-517

-539

-575

BHG

-163

-149

-116

-120

-108

-112

waarvan op de overige uitgaven: Fed. Overh. + Soc. Zek. + Bijzondere Financieringswet

 

7.709

7.759

7.193

7.729

7.918

8.334

 

-7.108

-7.224

-6.671

-6.921

-7.333

-7.732

 

-601

-535

-522

-807

-585

-602

Volgens de Universiteit van Namur (Cerpe) (*)

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

VG

7.088

6.639

6.757

6.598

7.395

7.806

WG

-6.571

-6.217

-6.376

-6.359

-7.026

-7.293

BHG

-517

-423

-380

-239

-369

-513

waarvan op de interestlasten

 

 

 

 

VG

0

0

0

0

0

0

WG

0

0

0

0

0

0

BHG

0

0

0

0

0

0

waarvan op de overige uitgaven: Fed. Overh. + Soc. Zek. + Bijzondere Financieringswet

VG

7.088

6.639

6.757

6.598

7.395

7.806

WG

-6.571

-6.217

-6.376

-6.359

-7.026

-7.293

BHG

-517

-423

-380

-239

-369

-513

(*) Bron: zie lijst van de bronnen nr. 4 en 5

 

 

 

 

Bronnen:

  1. Het genoom van de geldstroom / Vives Monografie 3 / uitg. Pelckmans / oktober 2012.
  2. Begrotingsgevolgen van een opsplitsing van de Belgische federale overheid over de 3 gewesten (2005-2010) / Vives / Geert Jennes / mei 2014.
  3. Interregional net fiscal transfers resulting from the interest burden on the Belgian federal debt. / Vives / Geert Jennes / juni 2014.
  4. Les transferts interrégionaux en Belgique: Questions méthodologiques et réalités 2007-2012 / Université de Namur / Cerpe / C. Ernaelsteen, M. MIgnolet, M.-E. Mulquin et M. Romato / april 2015.
  5. De transfers van 2004 tot 2012 volgens de integrale methode / Herman Deweerdt / juli 2015.

 

Foto (c) Reporters

Commentaren en reacties