JavaScript is required for this website to work.
post

Tsjernobyl, uw bezoek meer dan waard

ColumnJohan Sanctorum26/4/2016Leestijd 3 minuten

Met zijn zeven (verouderde) kerncentrales gaat België een grote toekomst tegemoet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vandaag, 26 april, is het precies dertig jaar geleden dat reactor 4 in de kerncentrale van Tsjernobyl, het huidige Oekraïne, ontplofte. Bijna negen ton radioactief materiaal – 90 keer zoveel als de bom op Hiroshima – werden in de lucht geslingerd. Zowat 200.000 mensen, in een gebied van meer dan 4.000 vierkante kilometer, moesten na de kernramp geëvacueerd worden.

Het gebied is sindsdien een spookgebied waar, ironisch genoeg, flora en fauna zich amuseren als nooit tevoren, wegens ontbreken van enige menselijke aanwezigheid.

Het effect van de radioactieve fall-out laat zich raden: duizenden sterfgevallen op korte termijn, baby’s die maanden later met zware misvormingen ter wereld kwamen, uitbrekende schildklierkankers tot op vandaag. En uiteraard de sociale gevolgen van de evacuatie, de duizenden gezinnen die have en goed moesten achterlaten.

Het toenmalige, op zijn laatste benen lopende Sovjet-regime probeerde eerst de ramp zoveel mogelijk te verdoezelen en schoot pas in actie toen buitenlandse meetinstanties alarm sloegen. Volgens onze toenmalige weerman, Armand Pien, was er helemaal niets aan de hand. Vandaag zit de reactor in metersdik beton gegoten,- een constructie die zelf op instorten staat en wordt vervangen door een nieuwe, meer duurzame mantel. De halveringstijd van het gebruikte Cesium 137 wordt voorzichtig geschat op 300 jaar,- de rondlopende wolven, elanden en reeën mogen nog een tijdje gerust zijn.

België en zijn nucleaire lobby

Tsjernobyl heeft ons doen inzien dat kernenergie en een duurzame toekomst niet samengaan. Maar de financiële belangen zijn enorm. Onze twee grootste elektriciteitsleveranciers, Electrabel en Luminus (beide behorende tot het Franse Engie, het vroegere GDF Suez), baten in België zeven winstgevende kerncentrales uit. Ze zijn verouderd en kampen met technische problemen, waardoor de verontruste Duitse én Nederlandse buren op sluiting aandrongen, maar de nucleaire lobby weegt succesrijk op de politiek. Het openhouden van deze centrales verhindert bovendien de ontplooiing van groene energie, want een kerncentrale is niet bepaald een flexibele installatie en moét continu draaien, hetgeen vergroening van de energieproductie belemmert.

De rechts-liberale partij die in Vlaanderen domineert, de N-VA, is uitgesproken pro kernenergie. De Franstalige regeringspartner, de MR, die met Marie-Christine Marghem de energieportefeuille beheert, al evenzeer. Een geheim rapport spreekt van politieke druk op het FANC, het Belgische controle-instituut inzake nucleaire energie. Minister Marghem bestond het zelfs om negatieve adviezen van experten omtrent de heropening van Doel 1 weg te moffelen om de nucleaire lobby ter wille te zijn.

Het kabinet van Marghem en Jan Jambon delen dus, over de taalgrens heen, één grote liefde. Samen spelen ze in de kaart van een energiereus, nota bene door de Franse staat gecontroleerd. Maar samen dragen ze ook de ‘Belgische ziekte’ verder uit die, onder het motto ‘après nous le déluge’, altijd weer gaat voor het korte-termijnperspectief, het voor zich uitduwen van problemen, het opkalefateren van een constructie die in se niet deugt.

Niets wijst in het N-VA-programma op een waarachtig maatschappelijk toekomstproject rond duurzaamheid en levenskwaliteit, waar Vlaanderen zou kunnen excelleren als republiek-in-wording. We zien alleen maar dagjespolitiek en oplapwerk à la belge. Iets wat nu net met nucleaire centrales heel slecht kan aflopen.

Edoch, de homo sapiens is veerkrachtig. In Tsjernobyl is er nu opnieuw menselijke aanwezigheid, zij het van een bizarre soort. Touroperators organiseren vanuit Kiev volop uitstappen naar het besmette spookgebied, waar u kan genieten van de post-apocalyptische sfeer en het als een filmdecor ogend landschap van inderhaast achtergelaten vehikels en geruïneerde bouwsels. Geef toe: een half vergane kermis met roestige botsauto’s, het heeft iets.

Ik zeg ‘genieten’, jawel: dit is geen excursie met een pedagogische kant, waar men aangezet wordt tot nadenken, maar een pure kick-uitstap voor wie alles al heeft meegemaakt. Waar men, wie weet, oog-in-oog met een tweekoppig hert kan komen te staan. Foto! En dan is er nog dat ene bejaarde koppel dat niét wou vertrekken en leeft van bestraalde paddenstoelen. Komt dat zien. En jawel, er is nog steeds radioactiviteit,- één keer het voorziene pad verlaten kan ook voor de bezoeker fataal zijn. Spannend en avontuurlijk, geloof het of geloof het niet: dit actief ramptoerisme trekt volle bussen.

De kans is dus reëel dat België met zijn zeven (waarvan vier in Vlaanderen) aftakelende kerncentrales ook ooit zo’n luguber pretpark wordt. Die omslag is makkelijk, want het amusementsgehalte van dit land wordt sowieso internationaal gewaardeerd. En wedden dat het vluchtelingenprobleem, naast alle andere overigens, dan helemaal van de baan is?

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Tags
Personen

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties