JavaScript is required for this website to work.
post

Turkije krijgt een almachtige president

Dirk Rochtus10/8/2014Leestijd 3 minuten

De nieuwe president van Turkije heet Recep Tayyip Erdoğan. De functie van premier kan maar best worden afgeschaft, want veel zal ze niet meer voorstellen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Drie kandidaten dongen op 10 augustus 2014 naar de gunst van de kiezer om president van de Republiek Turkije te worden. Zetelend premier Recep Tayyip Erdoğan als de kandidaat van de conservatief-religieuze AK Partij die het land al sinds november 2002 bestuurt, Ekmeleddin İhsanoğlu als de gemeenschappelijke kandidaat van twee oppositiepartijen, de seculiere CHP en de staatsnationalistische MHP, en Selahattin Demirtaş als het boegbeeld van een pro-Koerdische partij. Het was de eerste keer dat de president rechtstreeks door het volk werd gekozen. Dat is op zichzelf al historisch te noemen omdat het de nieuwe president een machtsbasis verschaft die geen enkele van zijn voorgangers ooit heeft genoten. Als de nieuwe president in de eerste ronde werd gekozen, zou zijn legitimiteit nog groter zijn. Dat is dan ook gebeurd. Recep Tayyip Erdoğan werd al in de eerste ronde gekozen met 51,8% van de stemmen.

Machtsmens

Het was Erdoğan om de macht te doen. Aangezien hij al driemaal het ambt van premier had uitgeoefend, had hij na afloop van zijn laatste termijn de keuze tussen vaarwel zeggen aan de actieve politiek of gaan voor het presidentschap. Als volbloed politicus, als machtsmens had hij de rekening vlug gemaakt. Als president zou hij nog zeker vijf jaar zijn stempel kunnen drukken op Turkije. Mits een tweede ambtstermijn zou hij in 2023 zelfs nog het honderdjarig bestaan van de Republiek Turkije kunnen vieren, zijn Turkije, het Turkije zoals hij dat al jaren lang gestalte aan het geven is. Niet zomaar als een ceremonieel president die lintjes doorknipt en mooie toespraken houdt. Erdoğan wil de mogelijkheden ten volle benutten die de huidige grondwet nu al voorziet voor de president, maar die tot nu toe niet werden gebruikt, zoals het leiden van ministerraden (in buitengewone omstandigheden). Zoals Erdoğan zich de functie van president voorstelt, verschrompelt de premier tot een kleurloze figuur, een waterdrager in feite. Bovendien stuurt Erdoğan aan op een presidentieel systeem, maar daarvoor is wel een grondwetswijziging vereist.

Tegenwind

Erdoğan was de gedoodverfde winnaar. De bange vraag voor hem en zijn aanhangers was of hij het al in de eerste ronde zou halen. Indien dat niet gebeurd was, zou dat een blamage, een symbolische nederlaag geweest zijn. Het afgelopen jaar hadden drie crises zijn premierschap overschaduwd – de rellen rond het Gezipark in Istanbul (juni 2013), een corruptieschandaal (december 2013) en zijn onbehouwen optreden na de mijnramp van Soma (mei 2014) –, maar geen enkele van die crises, en ook niet de som van die drie, was in staat hem een hak te zetten. Erdoğan mocht dan wel tegenwind ervaren van een grootsteedse jeugd en van kritische intellectuelen, maar bij de overgrote meerderheid van de bevolking bleef hij populair. Vele Turkse burgers zijn hem dankbaar omdat hij de infrastructuur verbeterd en de economie van Turkije opgekrikt heeft. Dat hij zich autoritair gedraagt, er een conservatieve moraal doordrukt en de persvrijheid en de scheiding der machten op de helling zet, nemen ze dan maar voor lief.

Charisma

Geen van de twee andere kandidaten kon opboksen tegen het charisma en de populariteit van de premier die bovendien ruimschoots aan bod kwam in de media. Ekmeleddin İhsanoğlu was de fijnbesnaarde kandidaat van CHP en MHP, een zacht pratende man die de duimen moet leggen voor het verbale donderende geweld van volkstribuun Erdoğan. Sommige seculiere krachten binnen de CHP lustten hem zelfs niet omdat hij een vrome moslim is, en voor vele Turkse Koerden was hij geen optie omdat hij mee door de MHP werd voorgedragen, de partij van de Turkse nationalisten die Koerdische autonomie bestrijdt. Selahattin Demirtaş, de ‘man van de Koerden’, was in dat opzicht een meer geschikte uitdager van Erdoğan. Hij is jong, welbespraakt en belichaamt een alternatieve, meer progressieve koers voor Turkije. Dat hij bijna 9% van de stemmen haalt, is een mooi resultaat. Het bewijst dat niet alleen Koerden voor hem hebben gestemd, maar ook vele progressieve Turken die niet meer worden afgeschrikt door zijn Koerdisch profiel. Daarbij valt dan nog eens te bedenken dat heel wat Turkse Koerden ook voor Erdoğan hebben gekozen, niet alleen omwille van zijn economisch palmares, maar ook omdat hij anders dan zijn kemalistische voorgangers (van het oude seculiere establishment) toch een zekere opening naar de Koerden als strijders voor meer autonomie heeft gemaakt.

Getemd

Erdoğan wil een sterke president zijn. Vele progressieve Turken mogen zich nu wel nog meer zorgen maken over de autoritaire koers die Turkije al aan het varen is. Er is amper nog een tegenmacht voor Erdoğan te bespeuren. De generaals zijn getemd, de pers is gedwee of bang, de sleutelposten in politiek, onderwijs en administratie zijn in handen van de AKP. Als Erdoğan het in zijn hoofd zou halen de vergaderingen van de ministerraad te leiden in ook normale omstandigheden (en dus niet enkel in buitengewone zoals de grondwet voorziet), zou hij wel op tegenkanting van het Grondwettelijk Hof kunnen botsen. Maar de vraag is hoelang ook de hoogste rechters stand zullen houden in een klimaat dat volledig door de AKP wordt beheerst. Voor de Europese Unie (EU) heeft dit alles ook gevolgen. Hier luidt de vraag of de Europese Commissie verder kan blijven onderhandelen met een kandidaat-lidstaat waarvan het beleid indruist tegen het wezen van een verlichte parlementaire democratie. In 1923 stichtte Atatürk een republiek die naar het Westen keek. De vraag is in welke richting diezelfde republiek in 2023 zal kijken.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.