JavaScript is required for this website to work.
post

Twee zielen in zijn borst: Tom Lanoye herschrijft Goethes Faust

Jürgen Pieters25/5/2022Leestijd 4 minuten

Oustfaust: een nieuwe bewerking van Faust door Tom Lanoye

Oustfaust: een nieuwe bewerking van Faust door Tom Lanoye

foto © Parktheater

Aan zijn nu al indrukwekkende reeks variaties op toneelklassiekers heeft Lanoye een nieuwe aflevering toegevoegd: Oustfaust.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik moet toegeven: ik heb het niet zo voor de romans van Tom Lanoye. Maar als vertaler en bewerker acht ik de auteur-slagerszoon erg hoog. Het is een kwestie van smaak, niet van gelijk. Vooral Lanoyes variaties op Shakespeare vind ik onovertroffen.

Er is het vroege Ten Oorlog natuurlijk (naar acht van de history plays die de Bard in het eerste decennium van zijn carrière schreef), maar wat Lanoye in 2014 en 2015 maakte van Hamlet en King Lear – in respectievelijk Hamlet versus Hamlet en Koningin Lear – is in mijn ogen nog straffer. Gebalder, meer ten dienste van het origineel, maar toch een toevoeging aan dat origineel. Ten Oorlog is meer Lanoye dan Shakespeare.

Sprezzatura

Tussen die laatste twee en Ten Oorlog liggen bijna twintig jaar. Twee decennia waarin Lanoye naar eigen zeggen de vormeenheid van Shakespeares denken – de vijfvoetige jambe – tot de zijne maakte. Ik denk, adem en spreek stilaan in vijfvoeters, zei Lanoye ten tijde van zijn Hamlet.

Daardoor klinkt Shakespeare bij hem even diepgaand én natuurlijk als in het origineel. De taal is gemaakt, dat spreekt voor zich, maar je ziet of hoort het nauwelijks. Sprezzatura noemt men dat in de kunsttheorie: nonchalante eenvoud waar goed over is nagedacht. Zoals bij Shakespeare dus.

Erg vrije bewerking

Aan zijn nu al indrukwekkende reeks variaties op toneelklassiekers heeft Lanoye een nieuwe aflevering toegevoegd: Oustfaust is de erg vrije bewerking van Goethes Faust. Goethe schreef die in twee keer: het eerste deel in 1806; in 1832 volgde het tweede. Het eerste is speeltheater, zeggen de kenners, het tweede leestheater.

Lanoye mikt altijd hoog: naast Shakespeare bleek ook Euripides al een favoriet (Mamma Medea (2001) en Atropa (2008)). Goethe moest dus ooit volgen. Lanoye schreef Oustfaustop vraag van de Nederlandse theatermaker Theu Boermans, voor opvoering bij zijn afscheid bij Het Nationale Toneel.

Klaus Mann

Met zijn bewerking van Goethes stuk waagt Lanoye zich niet voor het eerst aan de Faustmaterie.  In 2006 schreef hij al op vraag van Guy Cassiers (Toneelhuis) Mefisto for ever, een vrije toneelbewerking van de legendarische roman van Klaus Mann: Mephisto. Roman einer Karriere (1936).

Die roman draait rond het leven van de Duitse acteur Gustav Gründgens, die in de jaren dertig van de vorige eeuw schitterde als duivel (Mefistofeles) in Goethes Faust. Gründgens was een paar jaar lang getrouwd met Manns zus Erika. Toen de nazi’s aan de macht kwamen, moest hij beslissen: emigreren of collaboreren.

Gründgens liefde voor het theater gaf de doorslag: het werd het laatste. Al gauw werd hij de favoriete acteur van Hermann Göring. Gründgens dankte zijn blijvende roem – en dus ook zijn carrière – aan de macht van de bruinhemden.

To act or not to act?

Zo samengevat doet het verhaal van Gründgens denken aan Lanoyes jongste roman. Ook in De draaischijfwordt een theatermens verscheurd door een oorlogsdilemma: kunst maken in vrijheid (en dus niet langer in staat zijn om kunst te maken) of die kunst ten dienste stellen van de macht? To act or not to act? De protagonist van De draaischijf maakt dezelfde keuze als de held van Manns Mephisto. Hij kiest voor het theater en dus voor de macht van degenen die het financieren – nazi’s of niet.

Dat Goethes Faust ook in De draaischijf een rol speelt, zal vast geen toeval zijn. Ook Lanoyes Goethe-bewerking zit vol referenties aan de schijnwereld van het theater, waar woorden dienen om te verleiden, niet om de waarheid te spreken. ‘Het is zoals acteren’, laat Lanoye de duivel in Oustfaust zeggen: ‘je moet de waarheid verkrachten om haar des te meer te eren.’ Het theater is de plek waar Mefisto regeert: veel van Shakespeares tijdgenoten waren daar ten andere ook al diep van overtuigd: theater is verleiding en dus des duivels. 

Grootviroloog

Goethes titelheld is ook bij Lanoye een wetenschapper, een viroloog meer bepaald, die velen van een gewisse dood heeft gered, maar vele anderen ook niet. De gezondheidscrisis die hem aan de top van zijn kunnen heeft gebracht, doet hem ook twijfelen. Is hij inderdaad zo goed bezig als de mensen lijken te geloven? Is wetenschap echt het hoogste goed? Toont de wetenschap wel de werkelijkheid zoals ze is?

Bij Goethe is Faust een geleerde die zich niet langer tevreden stelt met de kennis die hij heeft verworven. Hij streeft naar het soort weten dat enkel God toekomt. Ook de Faust van Goethe geneest de zieken, maar hij verlangt naar veel meer dan dat. Zijn einddoel: de magische kracht doorgronden die geen mens ooit had, de kracht die de sterfelijkheid kan wegwerken. 

Vuilbek

Lanoye volgt in zijn bewerking de grote lijnen van Goethes stuk, al blijft Oustfaustminder dicht bij het origineel dan zijn Shakespearebewerkingen. Faust wordt door toedoen van de duivel (bij Lanoye heet hij Mafisto) dolverliefd op een mooi en jong meisje. Bij Goethe heet ze Gretchen, bij Lanoye Greta. In het origineel is ze een geïdealiseerde maagd, in de bewerking een vuilbekkende jonge vrouw die weet wat ze wil. Ze wil een man, ze wil seks, ze wil passie.

Greta is het instrument van de duivel: die wil een vaccin dat Faust heeft ontwikkeld en dat naar de uitroeiing van de mens moet leiden. Het leven moet korter worden, maar heviger: meer roes, minder verstand; meer genot, minder weten. De wortel waarmee Mafisto de mens wil verleiden, speelt in op onze dierlijke verlangens.

Clusterfuck

Net als bij Goethe staat Faust bij Lanoye voor de moderne mens – maar dan twee eeuwen later dan in het origineel. De andere personages zijn afsplitsingen van Faust: de mens als splinterbom onder spanning, een clusterfuck van elkaar tegenwerkende impulsen en affecten. Wat we (denken te) voelen botst niet alleen met wat we (denken te) weten, maar ook met wat we (denken te) willen.

Net als in zijn bewerking van King Lear actualiseert Lanoye: Fausts studeerkamer is een hoogtechnologisch lab, het café waar Faust bij Goethe een biertje gaat drinken (‘Auerbachs Keller’) een nachtclub waar travestieten de wacht uitmaken (‘the Boogie Witch Kitchen’, een allusie op de ‘Hexenküche’ in het origineel). Er komt zelfs een zelfmoordterrorist aan te pas en de tekst zit vol met verwijzingen naar moderne films en muziek.

Het einde van de Verlichting

Goethe schreef met Faust een parabel over de Verlichting. Lanoye maakt er een satire van op het vermeende einde van dat tijdperk. De grondtoon van beide teksten is het grootste verschilpunt: bij Goethe domineert de verheven taal van de tragedie, bij Lanoye is het register dat regeert ‘over the top’. Trop is niet teveel, maar de norm. De personages schmieren erop los, met een salvo aan binnenrijmen en woordspelingen die tonen dat ook de taal het niet meer weet.

Oustfaust (‘weg met Faust’, ‘to oust someone’ is iemand buitenzetten) is een tekst die gespeeld moet worden, maar die ook op papier indruk maakt. Dat Lanoye in deze bewerking zijn duivels ontbindt, lijkt een te gemakkelijke woordspeling. Maar het is wel zo: in zijn borst huizen twee zielen, wat ook van hem een Faust maakt. Die van de sater die maar wat blij is dat de wereld in vele opzichten om zeep is (wat zou hij anders kunnen aanklagen? wie nog belachelijk maken?) en die van de pleitbezorger die zijn publiek een geweten wil schoppen. Met hooggehakte rijglaarsjes, zweepjes en een bubbelkanon. Zo sexy als in Oustfaust zal Goethe nooit meer worden.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties