JavaScript is required for this website to work.
post

Uitspraken tussen neus en lippen 3

Sprokkels uit de pers van april

Jan Van Peteghem3/5/2019Leestijd 4 minuten
Dries Mertens in actie.

Dries Mertens in actie.

foto © Reporters / DPA

Onbedoelde uitlatingen die onverhoeds opdoken in journalistieke bijdragen die eigenlijk over iets helemaal anders gingen en veel zeggen…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ook wanneer journalisten hun best doen om zoveel mogelijk bij de les te blijven, kunnen er al eens boodschappen tussen de regels in te sluipen. Soms gaat het zelfs om een onvervalste lapsus linguae die verraadt waar de auteur of de geïnterviewde ècht mee bezig is. Hieronder een derde bloemlezing, ditmaal geoogst in de loop van de maand april van dit jaar[1].

Een interview met Jean-Jacques Cloquet, sinds kort CEO van Pairi Daiza

In De Standaard van 2 april kwam een rasechte Franstalige landgenoot aan het woord, in het kader van de lofwaardige reeks Walen Binnen die een zicht wil geven op wat er ter plaatse leeft, in dit geval in de Henegouwse regio. Midden in een uitleg over zijn beleid als topmanager staat te lezen: ‘… dat ik me begon te realiseren (…) hoeveel inspanningen er nodig waren voor deze streek. Want het assistanat, waarbij mensen afhankelijk worden van een uitkering (…), dat is echt niet de oplossing.’ Wat later vult hij aan: ‘Mensen moeten zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun bestaan en dat kan.’

In een Vlaamse krant kom je dit soort uitspraken nog wel eens tegen, maar wie zich in het zuiden van het land dergelijke standpunten permitteert krijgt doorgaans de hele gemeenschap over zich heen… Sommige opinies kan je blijkbaar alleen maar kwijt aan onze kant van de taalgrens (hetgeen de geïnterviewde overigens in het vervolg van het gesprek letterlijk vaststelt).

‘Brussel is een fantastische plek om te wonen…’

… stelde cultuur-uitdrager Jan Ducheyne in De Standaard van 3 april, maar moest er onmiddellijk aan toevoegen: ‘Maar op het vlak van verkeerveiligheid en de handhaving daarvan hinkt de stad achterop.’ La Meuse van 8 april dan weer: ‘Er werd een luchtverontreinigingsalarm afgekondigd door CELine. Dit regionale toezichtsorgaan voor atmosferische pollutie laat weten dat de concentratie aan fijnstof in de hoofdstad een bijzonder hoog niveau gaat bereiken’. Le Vif-Express meldde in zijn nummer van week 15 (midden april) droogweg dat een controle op de correcte behandeling van de stemvolmachten die burgers kunnen verlenen in het kader van de nakende kiesverrichtingen, in onze hoofdstad ondoenbaar is. Bijna gelijktijdig kondigde de krant Le Soir aan dat de federale politie in het Brusselse niet langer sporenonderzoek verricht bij diefstal en inbraak zonder geweld (de reden: een ’tijdelijk tekort aan middelen’). Een opiniestuk van Lucas Vander Taelen in De Tijd van 16 april bevatte volgende uitspraak: ‘Een politiek van zero tolerance is vooral bij [Brusselse] Franstalige politici ondenkbaar, zeker in verkiezingstijd.’ En een dag later vertelde Cieltje Van Achter, plaatselijk lijsstrekker van de N-VA, in De Standaard: ‘Twee Brusselse politiezones pakken het drugsprobleem aan, de vier andere niet.’

Dit zijn maar lukrake plukjes uit twee weken persaandacht voor onze hoofdstad. Maar Brussel blijft niettemin ‘een fantastische plek om te wonen’

Maar als de mogelijkheid zich aandient om uit de federale kassa te graaien…

Le Soir berichtte op 23 april dat de Brusselse minister bevoegd voor het milieu, Céline Fremault van de CDH, besloten heeft om 270 000 euro te eisen van de federale overheden voor 27 ‘nuisances sonores excédentaires’ die in de loop van de maand maart werden vastgesteld, en ze baseerde zich hierbij op het Brusselse arrest van 27 mei 1999. ‘De oren van de Brusselaars hebben de voorbije weken, en meer bepaald tijdens de paasvakantie, de ongenadige geluidsoverlast moeten ondergaan vanwege vliegtuigen’, liet ze weten. Haar arme stadgenoten lijden daar erg onder (de Vlaams rand niet, blijkbaar), en dat lijkt alvast een dikke kwart miljoen euro op te moeten brengen. Duidelijk een werkzaam recept voor de toekomst, dè uitgelezen piste waardoor de Brusselse overheid zich bijkomend kan laten spijzigen door federaal (lees: grotendeels Vlaams) belastinggeld.

En nu we het toch hebben over de luchtvaart: de Franstaligen zijn erg gekant tegen een volgende staatshervorming, maar dat belette Waals minister Crucke niet om het voorstel te lanceren om de luchtverkeersleiding te regionaliseren. Dat liet De Tijd van 20 april terloops weten in een artikel gewijd aan de blijkbaar onoverkomelijke problemen met Skeyes.

Uit een artikel over de degraderende toestand van het Vlaamse onderwijs

De Tijd van 6 april ging uitgebreid in op mogelijke pistes van remediëring voor de ondermaatse situatie waarin het Vlaamse onderwijs zich stilaan bevindt, en kwam voor de dag met vier grote categorieën van verbeteringsvoorstellen. Maar de olifant in de kamer kreeg daarin geen aandacht. Dat is raar, want in haar editoriaal stelde de krant zich vooral de vraag: ‘(…) is het niet bizar dat de beste leerkracht uit je jeugd en de meest lamentabele – want die zijn er ook – qua loon exact dezelfde loopbaan hadden? Is het niet bizar dat de enige hr-beslissing die een schooldirectie kan nemen erin bestaat iemand al dan niet aan te werven? Maar dat vervolgens een uitmuntende leerkracht belonen niet eens kan?’ Geen van de vier pistes maakte gewag van deze mogelijke ingreep. Tip voor de N-VA die publiekelijk het Vlaamse departement Onderwijs opeist: begin alvast dit verworven recht, dat alleen maar in het voordeel speelt van degenen die niet gedreven worden door een overmatig plichtsbesef, ‘op te kuisen’ (laten we binnen het geijkte jargon van deze partij blijven).

Franstalige kranten verliezen terrein

Dat vertelde Joan Condijts, voormalig hoofdredacteur van het financieel-economische l’Echo in De Standaard van 5 april. Hij wijt dit hoofdzakelijk aan de weerstand tegen verandering, die maakt dat de plaatselijke pers een aantal moderne evoluties heeft gemist. ‘Dat fenomeen heeft bij sommige kranten zeker te maken met de macht van de vakbonden. (…) Ik kan je verzekeren dat de werkdruk op de redacties van de meeste Franstalige kranten veel lager ligt dan bij de Vlaamse kranten.’ Ik hoor dezelfde terloopse opmerkingen in mijn eigen omgeving. Een dochter van een vriendin geeft les in een lagere school in Jodoigne: zij klaagt allesbehalve over werkgebonden stress – zo moet zij nooit inspringen voor toezichtsopdrachten onder de middag of animatiesessies op woensdagnamiddag, want ‘daar is allemaal personeel voor’; en een schoonzus die werkt in een bejaardeninstelling in la Wallonie profonde vertelt dat ze het erg rustig heeft en haar werkdagen hoofdzakelijk doorbrengt met koffiedrinken. Het betreft drie beroepscategorieën die in onze Vlaamse pers steen en been klagen over de te hoge werkdruk. Zo te zien is die niet problematisch aan de overkant van de taalgrens: de insteek van de vakbonden, erg bekommerd om de arbeidsomstandigheden van de werknemers, leidt er daar blijkbaar toe dat de belangen van de krantenlezers, de leerlingen en de zorgbehoevenden als secundair worden bevonden…

Een filosofische excursie tijdens een voetbalwedstrijd

Op 11 april zond de VRT de heenwedstrijd Arsenal FC – SSC Napoli uit, en Filip Joos leverde daarbij de rechtstreekse commentaar. Op een bepaald moment liet hij, tijdens een mislukte offensieve actie van Dries Mertens, vallen dat bij onze landgenoot de vorm er weliswaar was, maar de inhoud enigszins ontbrak. Zijn voetbalcommentatoren thans filosofisch geschoold, zodat ze vanuit de losse pols zomaar verwijzen naar oude theorieën als die van Aristoteles? Die oude Griek baseerde zowat zijn hele fysica op het verschil tussen ‘inhoud’ en ‘vorm’ van de ‘ervaren dingen’! Niet dat de wetenschap iets met die theorie heeft kunnen aanvangen, maar een concept dat dateert vanuit de vierde eeuw vóór Christus nog eens, al dan niet bewust, horen oprakelen in een Europese voetbalwedstrijd doet alvast vreemd aan.

[1] Vertalingen uit Franstalige publicaties van de auteur

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties