JavaScript is required for this website to work.
post

V = België wint op alle fronten?

Bart Maddens1/6/2014Leestijd 4 minuten

‘Als deze verkiezing een referendum was over het voortbestaan van België, dan heeft België dit glansrijk gewonnen …’ Het V-teken is het symbool van België dat op alle fronten wint, stelt politoloog Bart Maddens. De N-VA-strategie is mislukt …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zoals bekend was het V-teken een uitvinding van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar het werd ook gebruikt in de Duitse propaganda.  Vanaf 1942 probeerden de Duitsers het symbool te recupereren en de oorspronkelijke betekenis ervan om te draaien. Ze deden dit met de slogan ‘V = Deutschland Siegt an allen Fronten’.  Op de verkiezingsavond moeten veel Belgischgezinden in gedachten het  V-teken van de N-VA op een soortgelijke wijze hebben omgekeerd: ‘V = België wint op alle fronten’. 

Misschien was Eric Van Rompuy wel een van hen. Hij had begin dit jaar in Knack (22 januari) verklaard: ‘Ik hoop dat de drie traditionele partijen na 25 mei een meerderheid zullen hebben. Niet per se om een regering zonder de N-VA te vormen maar wel omdat we dan niet naar de pijpen van de N-VA hoeven te dansen.’  De wens van Van Rompuy is in vervulling gegaan. Het is N-VA die nu naar de pijpen van CD&V moet dansen. Bovendien is het stemmenpercentage van de V-partijen gedaald van 44% in 2010 (voor de Kamer) naar 39,2% vandaag. Als we vergelijken met het V-percentage voor de Senaat in 2010 (47,2%), dan is het verlies zelfs nog schrijnender. Anders gezegd: als deze verkiezing een referendum was over het voortbestaan van België, dan heeft België dit glansrijk gewonnen … 

Niet incontournable

Nogal wat N-VA’ers reageerden gepikeerd omdat ik de dag na de verkiezingen schreef dat de partij haar afspraak met de geschiedenis heeft gemist. Maar wat voor zin heeft het om de kop in het zand te steken? Er kan toch bezwaarlijk worden ontkend (1) dat de N-VA zo een afspraak met de geschiedenis heeft gemaakt én (2) dat ze die afspraak nu heeft gemist. Tot halfweg 2013 gaf de partij duidelijk te kennen dat ze in 2014 incontournable wilde worden om op die manier het confederalisme te kunnen doordrukken.  

Een kleine bloemlezing. Bart De Wever in De Standaard van 10 maart 2012: ‘Tegen 2014 moeten we daarmee klaar zijn [met de blauwdruk voor confederalisme – red.]. En dan mogen demensen kiezen. Laten ze Di Rupo en zijn Vlaamse acolieten verder doen tot 2019? Of kiezen ze voor een confederatie? Als het een echt plebisciet wordt, ben ik er vrij zeker van dat die confederatie er komt.’ Bart De Wever in De Standaard van 2 februari 2013:  ‘We gaan in 2014 naar een totale, ongeziene confrontatie. DeN-VA is een partij die na deverkiezingen een moment wil zoals we dat nog nooit hebben gekend. Wij willen een copernicaanse omwenteling van het systeem.’ Geert Bourgeois in De Standaard van 16 maart 2013: ‘Als de N-VA op Vlaams en federaal vlak incontournable wordt, dan moeten deFranstaligen volgen. Eindelijk starten dehistorische slotonderhandelingen.’

Bocht in de communicatie  

Het is pas vanaf september vorig jaar dat de N-VA die communicatie is beginnen bij te sturen. Dan werd de fameuze ‘bocht van Bracke’ ingezet. De N-VA realiseerde zich dat ze, in tijden van communautaire moeheid, de verkiezingen nooit zou kunnen winnen met een campagne ‘JA  voor confederalisme’. In de plaats daarvan zou volop worden ingezet op het sociaal-economische thema. Dit was inderdaad de meest aangewezen strategie om stemmen weg te halen bij de rechtervleugel van CD&V en Open Vld en op die manier onmisbaar te worden. Wellicht calculeerde de N-VA daarbij ook in dat een aantal radicale Vlaams-nationalisten naar het Vlaams Belang zouden overstappen uit onvrede met die communautair meer gematigde koers. Maar dit was geen probleem, zolang die maar konden worden vervangen door centrum-rechtse kiezers van Open Vld en CD&V (zie hierover mijn artikel op doorbraak.be van 27 juni 2013).

Gek genoeg is het nu precies omgekeerd uitgedraaid. De onderbeklemtoning van het communautaire thema door de N-VA was voor heel wat Vlaams Belangers kennelijk geen beletsel om toch een nuttige Vlaamsgezinde stem uit te brengen voor de N-VA. Terwijl omgekeerd de N-VA er niet in is geslaagd om met de sociaal-economische stormram in te beuken op het electoraat van CD&V en Open Vld. Natuurlijk zullen de onderliggende stemmenbewegingen, zoals altijd, een stuk complexer geweest zijn. Maar het enige wat telt is het netto-resultaat.  En dan kan men er niet omheen dat de strategie om markaandeel te veroveren op de traditionele partijen is mislukt.

Nachtmerrie over meerderheid

Dat de drie traditionele partijen een meerderheid zouden halen in het Vlaams Parlement én in de Nederlandse taalgroep van de Kamer is voor de N-VA een nachtmerrie die werkelijkheid wordt. Het argument dat deze meerderheid te krap zou zijn in het Vlaams Parlement weegt niet zo zwaar. De tripartite heeft 64 zetels. Tussen 1995 en 1999 had de regering Van den Brande (CVP en SP) een nog krappere meerderheid van 63 zetels, en dat was geen probleem.

Als gevolg daarvan heeft de N-VA geen enkele hefboom om een substantiële Verandering te realiseren, en al helemaal niet op institutioneel vlak. Er is wel nog een waterkans dat de N-VA de PS buitenspel kan zetten en daarmee een symbolische overwinning kan boeken. Maar dan zal er wel een zware prijs moeten worden betaald aan MR en cdH, zowel economisch als communautair. Zo een federale regering zonder de PS zal nooit een ‘Vlaamsgezinde’ regering zijn. Temeer omdat – als men de PS op alle niveaus wil uitsluiten – het FDF de meerderheid zal moeten leveren in Brussel en de Franse Gemeenschap (en in ruil daarvoor misschien zelfs een ministerpost in de federale regering zal opeisen).     

Het anti-PS-verhaal mag dan al electoraal wervend zijn, voor de Vlaamse Beweging is dit niet de kern van de zaak. De Reynders-doctrine (‘een regering zonder de PS is al een staatshervorming op zich’) werd in 2007 nog weggehoond door de N-VA.  Is er een reden om die doctrine nu wel te omarmen? Volgens de N-VA zal de PS weer Waalsgezinder worden wanneer er federaal een rechts beleid wordt gevoerd.   Maar dat zal dan toch wel een zéér rechts beleid moeten zijn om de PS die communautaire bocht te laten maken, richting bijvoorbeeld splitsing sociale zekerheid. Zo’n hard herstelbeleid zal echter onvermijdelijk op een veto stuiten van cdH, ACW en de sociaal-liberale vleugel binnen de MR.  

Volgens sommigen zou het vanuit Vlaamsgezind perspectief beter zijn als de N-VA op alle niveaus in de oppositie belandt. Zeker wanneer de N-VA erin zou slagen om de perceptie te creëren dat de traditionele partijen de partij opzij hebben gezet, op aansturen van de Franstaligen. Dat zou de legitimiteit van het Belgische systeem in elk geval geen deugd doen, terwijl het op de been brengen van een federale regering zonder de PS én zonder staatshervorming België juist zou kunnen versterken.

Vijf jaar in de woestijn

Maar anderzijds is het allesbehalve zeker dat het N-VA-momentum nog vijf jaar kan worden aangehouden. De economie kan weer aantrekken en de tripartite kan worden geleid door een premier (Koen Geens?) die in Vlaanderen veel beter in de markt ligt. Wat vandaag gebeurt, is over vijf jaar vergeten. De boosheid over het uitrangeren van de N-VA zal dan al lang zijn weggeëbd. 

En overigens is het nog maar de vraag of die woede zo groot zal zijn. Want wie weet hebben de traditionele partijen geluk, en kan het opzij zetten van de N-VA samenvallen met een tricolore hysterie, als België de groepsfase van het WK overleeft. Dan zouden we pas echt kunnen zeggen: ‘België wint op alle fronten’.

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties