JavaScript is required for this website to work.
post

Vaderlandsliefde/ Waarheidsliefde

Edi Clijsters11/7/2012Leestijd 5 minuten

Edi Clijsters reageert op Walter Pauli’s analyse over de nakende machtsgreep in Knack van 3 juli. Pauli valt daarin nogal zwaar uit naar de Gravensteengroep. Edi Clijsters, oud-hoofdredacteur van De Morgen en lid van de Gravensteengroep dient hem van antwoord.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘De tricoloor uitgedoste SHAME-betogers zouden schouder aan schouder kunnen staan met het neofascistische zootje ongeregeld van het Front National, dat de vaderlandse driekleur schaamteloos misbruikt’. Wie in januari 2011 zoiets zou geschreven hebben was ongetwijfeld weggehoond. Te zot voor woorden, toch?

Maar dit is wél ongeveer het spiegelbeeld van wat Walter Pauli (in Knack nr. 27) schrijft over de Gravensteengroep, mijzelf incluis. ‘Anti-Waalse linksen’ zijn we, die ‘schouder aan schouder zouden kunnen staan’ met een gerecycleerde Vlaams-Blokker. Te zot voor woorden, inderdaad.
Maar tegelijk getuigend van zo kwade trouw dat ik wel moét reageren. Want de verdachtmakingen in Pauli’s stuk ‘De aanval is ingezet’ beledigen niet alleen mij en andere leden van de Gravensteengroep; zij zijn evengoed een belediging voor de Knack-lezer (m/v) die blijkbaar geacht wordt deze onzin zomaar te slikken.
In werkelijkheid stelt de Gravensteengroep immers reeds in de eerste paragrafen van zijn eerste manifest juist heel uitdrukkelijk dat hij ‘de waarden van vrijheid, gelijkheid, solidariteit en wederzijds respect centraal stelt’ en ‘alle vormen van racisme en xenofobie radicaal afwijst’. Ook in de negen volgende Gravensteengroep-manifesten zal de lezer nergens ‘anti-Waalse’ standpunten vinden.
Wél wil de Gravensteengroep expliciet ingaan tegen de neiging om ‘redelijke en rechtvaardige Vlaamse eisen telkens weer met (extreem) rechts gedachtegoed te associëren’. Ik zou nog méér behartenswaardige uitspraken van de Gravensteengroep kunnen citeren, maar dat hoeft niet. Elke belangstellende kan dat allemaal nalezen in het fraaie boek Land op de Tweesprong, waarin de Gravensteenmanifesten zijn gepubliceerd.
Maar … lezen wat er staat is natuurlijk niet besteed aan een kritisch journalist, die naam waardig. Zo iemand verlaat zich immers niet op woorden, maar onderzoekt daden! En kijk: die daden laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Alleen logenstraffen ze Pauli’s verdachtmakingen des te meer.
Want – of ze nu met naam worden genoemd of niet – de mensen van de Gravensteengroep hebben elk op een eigen manier al voldoende hun inzet bewezen voor democratie en solidariteit. In Vlaanderen én in België, en – over de grenzen van fort Europa heen – ook in de Derde Wereld. In het hierboven vermelde boek vallen in dit opzicht ook bijzonder leerrijke getuigenissen te lezen. Wie desondanks namen als Vermeersch of Abicht, Turf of Gacoms in één hoek probeert te maneuvreren met (extreem)rechts, maakt alleen zichzelf belachelijk. En vooral: ongeloofwaardig.
Want laat dit vooral duidelijk wezen: voor ons mag iedereen zo neo-, paleo-, crypto- of gewoon belgicist zijn als hij (m/v) maar wil. Maar de geloofwaardigheid van zo’n standpunt zou er bij winnen wanneer het met open vizier en met ernstige argumenten werd verdedigd, en niet met verdachtmakingen die nergens op slaan.
Jammer genoeg moet ik vaststellen dat een ernstig debat, aan de hand van feiten en rationele argumenten pro en contra, nauwelijks meer mogelijk blijkt wanneer het gaat over het functioneren van het koninkrijk België of de richting die men met dit land uit wil. Integendeel. Kritische vragen bij de gang van zaken in België worden vaak gewoon genegeerd; kritische-vragenstellers meteen in de (extreem-)rechtse hoek gemaneuvreerd.
Maar in alle eerlijkheid: denken de zelfverklaarde redders-des-vaderlands nu werkelijk dat zij (met hun ‘steeds grimmiger en stilaan verkrampte’ opstellen) het koninkrijk een dienst bewijzen door blind te blijven voor wat fout loopt in België, en hun kritische zin uitsluitend bot te vieren zodra ergens het woord ‘Vlaams’ opduikt? Vinden zij de gevestigde Belgische orde – die ze vroeger graag omschreven als establishment – echt zó verdedigenswaard?
Het is eigenlijk ronduit pijnlijk dat hier moet herinnerd worden aan die oude basisregel van serieuze journalistiek: ‘meningen zijn vrij, feiten zijn heilig’. Maar als het er op aankomt Belgische onevenwichten te verdedigen mag men met die feiten blijkbaar ongegeneerd een loopje nemen. De suggestie als zou ik (en met mij de andere leden van de Gravensteengroep) enkel nog ‘misschien’ en slechts ‘in zekere zin’ opkomen voor een tolerant Vlaanderen, is te onnozel om een reactie te verdienen.
Wél verdient de Knack-lezer een verduidelijking over wat nu precies wordt bedoeld met het ‘ontgrendelen’ van België. Dat heeft (in tegenstelling tot wat Pauli laat uitschijnen door de Gravensteengroep over één kam te scheren met Vlaams Belang en N-VA) niéts te maken met een of andere pathologische haat tegenover ‘het Belgiekske’. Integendeel. Op meer dan één plaats wordt in de Gravensteenmanifesten nl. beklemtoond dat de opeenstapeling van mechanismen om de Vlaamse meerderheid in België buiten spel te zetten niet alleen fundamenteel ondemocratisch is, en niet alleen één van de oorzaken van het immobilisme waarin dit land zich vastrijdt, maar op termijn ook de gevaarlijkste bedreiging voor ’s lands toekomst. Want indien de Vlamingen keer op keer vaststellen dat fundamentele, noodzakelijke hervormingen door steeds nieuwe Belgische grendels worden gedwarsboomd, zullen zij inderdaad geneigd zijn de hele Belgische constructie naar de schroothoop van de geschiedenis te verwijzen.
In werkelijkheid is het precies deze redenering die ook aan de grondslag ligt van het streven naar een ‘copernicaanse omwenteling’ – die tot voor kort ook door prominente christendemocraten (‘schouder aan schouder’ met extreem-rechts?) werd bepleit, maar nu door de jongste staatshervorming zo goed als onmogelijk is gemaakt. Dat iemand zich uitgerekend in dit kader zorgen maakt om de grondwet is, na de recente vaudeville met artikel 195, gewoon hilarisch. Maar niet om vrolijk van te worden.
Een ernstig mens vraagt zich uiteindelijk af waar (bij Pauli en andere opiniemakers in Vlaanderen) die irrationele, haast pathologische afkeer vandaan komt voor alles wat op een of andere manier ‘vlaams’ is. In een andere bijdrage zou ik daarrond een bonte waaier van hypothesen kunnen opdissen. Retro-mode? Sentimenteel mededogen met een met uitsterven bedreigd verschijnsel? Het ‘generationele ondankbaarheidssyndroom’ (waarmee niet alleen de Vlaamse, maar ook de arbeiders- en de feministische beweging af te rekenen hebben)? Overcompensatie van een minderwaardigheidscomplex? Frustratie omdat steeds meer kiezers niet doen wat de weldenkende opiniemakers hen voorschrijven? Of is het nog altijd het trauma van die zwarte zondag, ruim 20 jaar geleden, dat elke zin voor objectieve analyse vertroebelt?
Waaraan hun selectieve blindheid ook moge toe te schrijven zijn, het gaat er bij vele linkse en andere democraten blijkbaar niet in dat je wél authentiek links kan zijn en tegelijk – of zelfs: juist daarom – gerechtvaardigde Vlaamse eisen kan onderschrijven. Dat is jammer voor links, jammer voor België, jammer voor Vlaanderen.
Zeker na de jongste draak-van-een-staatshervorming heeft dit land meer dan ooit nood aan een eerlijk en ernstig debat over de toekomst. De Gravensteengroep wil dat debat voeren en onderbouwen. Wie daar bang voor is moet misschien allereerst zijn eigen positie eens kritisch bekijken.
Van mijn kant zal ik ook in de toekomst graag schouder aan schouder met Walter Pauli opkomen voor democratie én voor solidariteit die wordt geschraagd door transparantie en wederzijds respect. Maar ik ben geen staatsfetisjist, en huldig (evenals andere leden van de Gravensteengroep) de stelling dat een staat er is voor de burgers, en niet omgekeerd. Een staat die de ene ondemocratische grendel na de andere nodig heeft om overeind te blijven, heeft – vrees ik – zijn beste tijd gehàd. En: als zijn verdedigers niet eens argumenten kunnen aanvoeren, maar zich moeten behelpen met het verdraaien van feiten en verdachtmaken van critici, dan heeft die staat zelfs geen vijanden meer nodig. Ocharme.

 

Edi Clijsters is doctor in de politieke wetenschappen, oud-adjunct-hoofdredacteur van De Morgen en vertegenwoordigde de Vlaamse regering in Berlijn. Hij is kernlid van Vlinks en medewerker van het maandblad Meervoud.

Commentaren en reacties