JavaScript is required for this website to work.
post

Vakbonden blijven tricoloor kleuren

Pieter Bauwens5/2/2012Leestijd 3 minuten

Officieel blijven de vakbonden zweren bij het Belgische sociaaleconomisch status-quo. Maar onderhuids groeien de spanningen tussen de Vlaamse en Waalse vleugels. De vakbondstop doet er echter alles aan om afwijkende meningen te onderdrukken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

We keren even terug in de tijd. In juni 2010, na de federale verkiezingsoverwinning, schrijft Herwig Jorissen, voorzitter van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV, een opmerkelijk opiniestuk in het ledenblad De Nieuwe Werker. Daarin stelt hij dat een verregaande staatshervorming onvermijdelijk is en dat de vakbonden in hun eigen voet schieten wanneer ze weigeren daarover het debat aan te gaan. Het ABVV moet zich volgens Jorissen voorbereiden op een nieuw België waar het zwaargewicht definitief bij de deelstaten ligt.

Met de staatshervorming die de regering Di Rupo I heeft bekokstoofd is het uiteraard niet zover gekomen. Maar anderhalf jaar na datum kan het geen kwaad om te herinneren aan de standpunten die Jorissen heeft ingenomen. Al was het maar omdat die standpunten nauwelijks pers hebben gehaald. De top van het ABVV heeft toen de klassieke truc gehanteerd: afwijkende meningen moeten worden doodgezwegen. De mogelijke verdeeldheid binnen de vakbond mag zeker niet naar buiten komen.

Spanningen

Toch is het een publiek geheim dat de spanningen tussen de Waalse en Vlaamse vleugels van het ABVV de laatste jaren zijn opgelopen. Het gaat dan niet alleen over meningsverschillen over het gebruik van het stakingswapen of over sociaaleconomische hervormingen. Ook over de interne werking van de vakbond bestaat er onenigheid. Zo is het ABVV zeer gedecentraliseerd en ligt de echte macht bij de centrales. Zij innen ook de lidgelden en op sommige plaatsen gebeurt dat cash. Nationaal weet men eigenlijk niet hoeveel leden elke centrale precies telt. Tien jaar geleden heeft toenmalige ABVV-voorzitter Mia De Vits geprobeerd om voor meer transparantie te zorgen en wou ze de geldstromen controleren. Het is haar slecht bekomen. Onder druk van de Waalse vakbondsvleugel moest ze vertrekken.
Het ABVV daverde toen op zijn grondvesten. Eén van de gevolgen van die interne spanningen was dat de Vlaamse vleugel van de metaalvakbond zich afscheurde onder leiding van Herwig Jorisssen, een ex-VMO’er. Dat was nooit gezien in de rode vakbondsgeschiedenis.

Het bleef bij die eenmalige boedelscheiding maar binnen het ABVV is de spanning tussen Vlamingen en Walen nog steeds voelbaar. De algemene staking van 30 januari is er bijvoorbeeld in sterke mate gekomen onder druk van de Waalse FGTB. Voorzitter Rudy De Leeuw wordt enkel gedoogd omdat hij de Waalse vleugel zijn gang laat gaan. Binnen de belangrijkste centrales voeren de Franstaligen het hoge woord. Nemen we de socialistische bediendebond BBTK. Als grootste centrale is die ook de meest invloedrijke. De voorzitter is Erwin De Deyn, een Vlaams-Brabander. Nummer twee is de Waalse Myriam Delmée, een syndicaliste van het harde type. Nu is De Deyn geen doetje, maar hij zal geen enkele beslissing nemen zonder ruggespraak met de Waalse vleugel.
Die Waalse dominantie zorgt voor ergernis veel Vlaamse ABVV’ers, bijvoorbeeld bij de mandatarissen van de Vlaamse textielbond. Maar ze durven daar niet frontaal tegen hun Waalse kameraden ingaan. De nationale top zegt hen de wacht aan: als ze dat doen openen ze de doos van Pandora. Want de vakbondsverdeeldheid zou een signaal zijn naar de werkgevers dat er misschien wel syndicalisten zijn die openstaan voor het moderniseren van het sociaaleconomische model. Dat betekent niet alleen een flexibelere arbeidsmarkt of een pensioenstelsel dat kiest voor lange loopbanen maar ook het fundamenteel in vraag stellen van de federale sociale zekerheid. En dat is een absoluut taboe voor de vakbonden.

Idem bij het ACV

De situatie bij het ACV verschilt niet fundamenteel van die van de socialistische vakbond. Al is er hier niet direct sprake van een sterke Waalse vleugel. Maar wie ten tijde van de BHV-carroussel met ACV’ers op de lagere echelons sprak kreeg wel vaak de boodschap mee dat men meeleefde met wat er bij de bevolking in de Vlaamse rand leefde. ACV-secretarissen hoorden van vakbondsleden dat die zich ergerden aan de toenemende verfransing en aan de sociale gevolgen ervan, zoals de stijgende woningprijzen. Maar ook hier gaf de vakbondstop een niet mis te verstande boodschap mee: pleiten voor een verregaande staatshervorming verhoogt het risico op een liberaal sociaaleconomisch beleid in Vlaanderen. En dat wil het ACV vermijden. De christelijke vakbond is altijd voorstander geweest van een staatshervorming die ‘onschadelijk’ was: bevoegdheden als openbare werken mochten worden overgeheveld, net als onderwijs en een deel van de ziekenzorg omdat dit de sterke Vlaamse christelijke zuil ten goede komt. Maar meer mag het echt niet zijn. De vakbonden blijven tricoloor.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties