Een tijdje geleden schreef ik op dit platform dat de inflatie nog een behoorlijk eind zou doorstijgen om daarna lager maar vervelend hoog te blijven. Het heeft er alle schijn van dat dit scenario zich inderdaad aan het voltrekken is. Kijk naar de ECB. Die greep te laat in en moet daardoor nu feller ingrijpen (in de mate dat de begrotingen van de zwakste landen dat toelaten). En dat op een moment waarop de economie dat eigenlijk niet echt kan…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Een tijdje geleden schreef ik op dit platform dat de inflatie nog een behoorlijk eind zou doorstijgen om daarna lager maar vervelend hoog te blijven. Het heeft er alle schijn van dat dit scenario zich inderdaad aan het voltrekken is. Kijk naar de ECB. Die greep te laat in en moet daardoor nu feller ingrijpen (in de mate dat de begrotingen van de zwakste landen dat toelaten). En dat op een moment waarop de economie dat eigenlijk niet echt kan verdragen.
Iets zal plooien, maar het resultaat zal hetzelfde zijn: vervelend lange en hoge inflatie. Zelfs Lagarde was eerder deze week niet te flauw om dat toe te geven: ‘I’m not challenging that we made some projection errors’. Je meent het? Misschien moeten we het dan eens hebben over de definitie van het woord ‘some’. Als je een cruciaal element van de socio-economische relatie tussen maatschappij en overheid overlaat aan onverkozen technocraten, verander je principieel de structuur van een democratie. Die verliest die kwalificatie in dat proces dan allicht ook.
Decarbonisatie als loshangende basisstrategie
Europa heeft eigenlijk geen industrieel beleid. Enkel regels. Geen regels die zeggen wat mag, maar vooral regels die zeggen wat allemaal niet mag. De algemene trend daarin is dat alles wat vervuilend en productiegerelateerd is, moet verdwijnen. En dat aan met name produceren een flink carbonprijskaartje hangt. Decarbonisatie is immers de enige strategie die wel geformuleerd is.
De EU beweert bij hoog en laag dat decarbonisatie niet hoeft te leiden tot de-industrialisatie. Er komen immers allemaal fantastische, goedbetaalde jobs voor bij en nieuwe hoogtechnologische bedrijven. Die krijgen dan hopen subsidies om overal toxische glasplaten in te schroeven. En voor warmtepompen, elektrische auto’s en hoogst beperkt recycleerbare windmolens. Want ja, men kan tegenwoordig composiet dan wel recycleren, maar de herbruikbaarheid van windmolens/wieken is erg beperkt.
In ieder geval veroorzaakt het een nieuwe aanslag op de natuurlijke kapitaalrekening van de planeet in naam van een dictatoriale groene religie. Met alle waanzinnige prijsstijgingen voor bijzondere metalen van dien. Grondstoffen die overigens vaak geconcentreerd zitten in bedenkelijke landen. Dat is blijkbaar geen probleem voor de groene agenda. In tegenstelling tot uranium, dat een brede leveranciersketen kent, en thorium, waar die nog aanzienlijk breder is. Consistentie is geen vereiste voor EU-beleid. En het is niet omdat iets na fenomenale oversubsidiëring technisch kan, dat het economisch verantwoord is. En welke mensen al die infrastructuur zullen implementeren, is volledig onduidelijk. Zeg maar gerust onrealistisch. We dienden een top-performante diensteneconomie te worden. Voor wie die diensten dan straks nog zijn, is nog even onduidelijk.
Energieoorlog en de consequenties
Ondertussen zijn we in een onverkwikkelijke energieoorlog terechtgekomen waar we flink aan hebben bijgedragen. De sanctiepakketten tegen Rusland lijken wel een persoonlijke emobijdrage van Ursula von der Leyen zelf. Die heb ik in al die jaren nog niet eenmaal kunnen betrappen op het hebben van een goed idee. Prijsplafonds en afromen van overwinsten van energieproducenten zijn erg slechte voorstellen. Economisch werken ze niet (of maar voor heel korte duur). Ze hebben een hoop negatieve bijwerkingen. En ze zijn asymmetrisch qua impact.
Maar het ergste van al is dat het maatregelen zijn tegen het zogeheten disfunctioneren van een markt waar ze zelf in overgrote mate aan hebben bijgedragen. (Denk: ontwerpfouten in de marktorganisatie, marginal pricing, oversubsidiëring of subsidiëren tegen de markt in, regulerende vertraging inzake vergunningen). En dat in een sowieso van nature al imperfecte gasmarkt. Aanbod is daar namelijk globaal georganiseerd, prijscentraal gebeurt regionaal wegens transportfrictie (van met name aardgas), en de samenstelling ervan is heterodox (aardgas, CNG, LNG, enzovoort). Marktevenwicht en marktefficiëntie zijn dan metafysica voor beursjongens.
De-industrialisatie via energiebeleid
De prijs van elektriciteit en gas is nu hoog en zal hoog blijven. Partijen hebben al voor 2 à 3 jaar ingekocht aan hoge prijzen. Hetzelfde geldt voor de nationaal aangelegde voorraden. Maar wie spreekt over permanent hoge energieprijzen, spreekt over een sluipende de-industrialisatie van Europa. De prijsstijgingen zijn trouwens niet enkel van dit jaar. Iedere stap in de decarbonisatie met behulp van hernieuwbaren heeft rechtstreeks (via duurdere opwekking) of onrechtstreeks (via gesubsidieerde infrastructuur en opwekking) tot hogere prijzen geleid.
Europese productie zal uiteindelijk niet meer economisch leefbaar en dus niet meer relevant zijn. Ook in relatieve termen: het zal goedkoper zijn het elders te kopen (bijvoorbeeld in China, waar we ook minder afhankelijk van willen worden). Productie zal dus verhuizen en de koopkracht van de EU-productiearbeiders zal finaal uit de EU wegvloeien. Dat maakt dat we collectief minder koopkracht hebben (want ook minder vraag naar diensten) en dus een minder aantrekkelijke exportmarkt worden. De door de EU uitgevoerde goederen zullen duur (te duur) zijn. Men zal proberen die productie elders op te vangen, mits er geen beperkingen zijn qua infrastructuur en opgeleid personeel.
Economisch zwart gat
Het economisch zwarte gat dat Europa nu creëert, zal uiteindelijk voor iedereen een probleem worden. Geïmporteerde inflatie kan je principieel niet compenseren. Dat wel proberen zijn beleidsfouten die we in de jaren 1920 ook gezien hebben, maar nu zal alleen Europa er last van hebben. Het kan beleidsmakers overigens totaal niets schelen. Zo adviseerden topambtenaren om Nederlandse kmo’s maar failliet te laten gaan in deze energiecrisis. Ze zouden namelijk niet systematisch belangrijk zijn, zoals banken dat decennia geleden wel bleken te zijn.
Geen probleem denkt u, de euro staat zo laag dat de export wel zal aanwakkeren. Vergis u niet, de lage euro is een symptoom van een economie onder aanzienlijke stress. Maar er is meer. De renteverhogingen door de ECB geven een — al dan niet tijdelijke — opstoot aan de euro. Dat zal leiden tot een te dure euro ten opzichte van de onderliggende economie. Dat zal de export terugdringen, waardoor de recessie in de EU dieper wordt. Dan zullen er weer noodpakketten en fiscale stimuli komen. Met een hogere staatsschuld tot gevolg. Daardoor stijgt de rente op de staatsschuld in de EU en dat trekt dan weer kapitaal aan waardoor de euro wordt onderstut.
Wat rest is beleidshomeopathie
De enige industrie die uiteindelijk nog overeind zal blijven, is de industrie van beleidshomeopathie: subsidies, noodpakketten, steunmaatregelen en het woest rondpompen van geleend geld. En die — zo weten we — zijn niet het toonbeeld van welvaartmaximerende efficiëntie. Onze welvaartaccumulatie van de afgelopen twee eeuwen hebben we in grote mate te danken aan goedkope en goed beschikbare brandstoffen. Dat is nu eigenhandig de nek omgedraaid. De totalitaire en ideologische verbetenheid van de Europese en nationale klimaatpsychopaten — inclusief het blijvend problematiseren van kernenergie en het vroegtijdig terugschroeven van investeringen in fossiele brandstoffen (via ESG, weer een georganiseerde marktverstoring) — is het toonbeeld van een dogmatische en niet corrigeerbare mechanisch-materialistische kijk op klimaat waarvoor het offer nooit groot genoeg is.
Beleid zonder illusies is schaarser dan ooit in tijden van roestige machtssystemen. Luidruchtigheid door professionele armoedepooiers werd daarbij belangrijker dan inzicht en kennis. En de realiteit werd er één waar geen positieve keuzes meer te maken zijn. Redelijke rationaliteit werkt niet meer in tijden van gekochte studies (want wetenschap heeft tegenwoordig ook een kleur), waar klimaat een collectivistisch verdienmodel is geworden. Waar politiek een mengvorm is van amusement en perceptiemanagement. Waar een slecht compromis de hoogste vorm van beschaving is en de massa comateus-onverschillig op de bank hangt wachtende op die 392 euro.