Zijn karakterkop, de diepe groeven in zijn gelaat, zijn kraakheldere stem, zijn feilloze dictie, zijn vriendelijkheid. Het hoorde allemaal bij de rasacteur en de mens die de in Hasselt geboren Johan Leysen (1950-2023) was. Voorbije donderdag stopte zijn hart, dat al in 2016 ernstige schade had opgelopen, abrupt met kloppen. P.P.Rubens Net afgestudeerd aan de Studio Herman Teirlinck in Antwerpen ging Johan Leysen acteren bij de legendarische Toneelgroep Baal in Amsterdam. Ook al omdat hij het theater in Nederland destijds…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Zijn karakterkop, de diepe groeven in zijn gelaat, zijn kraakheldere stem, zijn feilloze dictie, zijn vriendelijkheid. Het hoorde allemaal bij de rasacteur en de mens die de in Hasselt geboren Johan Leysen (1950-2023) was. Voorbije donderdag stopte zijn hart, dat al in 2016 ernstige schade had opgelopen, abrupt met kloppen.
P.P.Rubens
Net afgestudeerd aan de Studio Herman Teirlinck in Antwerpen ging Johan Leysen acteren bij de legendarische Toneelgroep Baal in Amsterdam. Ook al omdat hij het theater in Nederland destijds zoveel spannender vond.
In Vlaanderen kreeg hij in 1977 evenwel al meteen de hoofdrol in de tv-serie van de toenmalige BRT Rubens, schilder en diplomaat. Deze verdienstelijke reeks van vijf afleveringen in een regie van Roland Verhavert, naar een scenario van Hugo Claus – toch niet de minsten – werd in de pers afgebrand. Het zou tussen de acteur en de Vlaamse tv- en filmwereld op een sporadische uitzondering na – lees een kleine bijrol – niet meer goed komen. Hij mocht nog wel even opdraven in 1978 voor In alle stilte van Ralf Boumans en in 1982 in Le lit, de prachtige debuutfilm van Marion Hansel. Nog een enkele keer is hij de hoofdfiguur in Dilemma (1990) van Freddy Coppens. In Daens van Stijn Coninx (1992) kreeg hij de ondankbare rol van perverse ploegbaas.
Leysen dook intussen nog wel op in de tv-series De smaak van De Keyzer, The Missing, Pandore en in de Netflix-serie Noise, in de film Een ander zijn geluk van Fien Troch. En in La vie devant soi van Nathalie Teirlinck is hij te zien in een bijrolletje als dementerende man.
Toch kreeg hij in Vlaanderen nog de kans om in het vel te kruipen van twee merkwaardige personages. In 2011 als dolende reiziger uit Austerlitz in de artistieke documentaire Centraal Station van Peter Kruger. En in 2016, toen Kristof Hoornaert hem castte als oude kluizenaar/weduwnaar/barmhartige samaritaan in zijn langspeelfilmdebuut Resurrection, een beeldschone, lyrische parabel, bijna bijbels verhaal.
Theaterbeest
Johan Leysen zou zich gaandeweg ontpoppen tot een echt theaterbeest. In Nederland speelde hij behalve bij De Appel en het Publiekstheater ook nog voor het Ro theater, gezelschappen die vernieuwing zochten.
Hij was vooral geïnteresseerd in het werk van Duitstalige auteurs zoals Thomas Bernhard, Peter Handke, Heiner Müller en Botho Strauss.
Indrukwekkend was zijn rol als Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein in de van 1989 daterende voorstelling Wittgenstein Incorporated – in een regie van Jan Ritsema – die als ‘een denkoefening in acteren’ zou worden omschreven.
Met evenveel lef als inzet acteerde Leysen zowel in het Nederlands, Frans. Duits als in het Engels.
25 jaar geleden deed de liefde hem naar Parijs verhuizen. Hij zou er 20 jaar blijven wonen en deed er vooral aan toneel. Hij gaf er acteurs partij van het kaliber Jean-Louis Trintignant en Philippe Noiret.
Nederland
In 1981 was hij voor het eerst in een Nederlandse film te zien in Het meisje met het rode haar van Ben Verbong.
Hoogtepunten waren ook nog Ei (1987) van Danniel Danniel en Romeo (1990) van Rita Horst maar vooral het stemmige Felice… Felice… van Peter Delpeut. Daarin is hij een Nederlandse fotograaf die aan het eind van de 19de eeuw door Japan trekt, tal van mensen ontmoet die hem veel bijbrengen over het land en over zichzelf. Voor deze rol kreeg hij in Nederland een Gouden Kalf als beste acteur. Eerder al, in 1993, was hij in Montréal op het Filmfestival gelauwerd als beste acteur voor zijn rol van Roemeense schrijver op de vlucht in Trahir van Radu Mihaileanu.
Zijn twee laatste filmrollen zijn voor van Nederlandse makelij: Onder de blote hemel van Lilian Sijbesma en Pink Moon van de debuterende Floor van der Meulen, een komedie waarin hij te zien is als een man – tegen Leysens eigen aard is want hij vierde zelf het leven – die zijn leventje beu is.
In de schaduw
In 1985 kreeg Johan Leysen de vraag van de Frans-Zwitserse cineast om mee te doen in zijn film Je vous salue, Marie. Naar verluidt waardeerde Godard Leysens ‘muzikale, sonore stem’. Zelf gaf Leysen in een interview aan dat hij hard moest werken: ‘Het spelen in het Frans heeft mij de zorg om helder te formuleren bijgebracht, en ook om de taal zijn werk te laten doen.’
Opvallend is dat de veelzijdige Johan Leysen – hij kon echt alle rollen aan – in de schaduw van de grote vedetten bleef maar zich toch telkens weer wist te verzekeren van een prominente aanwezigheid dankzij zijn indringende présence. Zo is hij in The Americain (2010) van Anton Corbijn de baas van huurdoder George Clooney. In La derniere folie de Claire Darling speelt hij aan de zijde van Catherine Deneuve en (dochter) Chiara Mastroianni. In Jeune et Jolie van François Ozon is hij een vriendelijke klant van een meisje dat bijklust als gelegenheidsprostituee.
En in A hidden Life (2019) van de diepgelovige Terrence Malick is Johan Leysen een kunstschilder die tijdens het retoucheren van Bijbelse taferelen, muurschilderingen in een kerk, filosofeert over de verhouding van religie met kunst.
Bescheiden
Van een uitgekiende carrièreplanning was er nooit sprake. Zelf zag Johan Leysen zijn loopbaan – zijn cv vermeldt 173 rollen – als het gevolg van ‘een reeks toevallige ontmoetingen’.
De acteur is altijd zeer bescheiden gebleven. Daarover wou hij in de Nederlandse Filmkrant, anno 1996 het volgende kwijt: ‘Ijdelheid zit je alleen maar in de weg. Je toont namelijk niet jezelf wat bij acteren het mooiste is dat er bestaat, maar je toont het beeld dat je wilt dat de ander van je heeft.’
Poëzie
Een van zijn laatste theaterrollen was Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen, de afscheidsvoorstelling van artistiek leider Guy Cassiers van het Toneelhuis in Antwerpen, gewijd aan de dichtkunst van Leonard Nolens.
Zelf had Johan Leysen zich bij zijn plotse en onverwachte dood best wel kunnen vinden in deze woorden van Fernando Pessoa: Als de lente komt,// als ik al dood ben,// de bloemen zullen op dezelfde manier bloeien// en de bomen zullen niet minder groen zijn// dan afgelopen lente// De realiteit heeft mij niet nodig.