
foto: ©pixabay.com
De Verenigde Staten zijn op meer dan één manier een curiositeit. Zo is er de vierjaarlijkse, meer dan één jaar durende tentoonstelling van de meeste ambitieuze politici die het land te bieden heeft. Dat iedere senator in de spiegel kijkt en een president ziet is inderdaad een truïsme. Dat iedere journalist, opiniemaker en data-analist verslaafd is aan de speculatie over welke would be presidenten deze keer hun hoed in de ring gooien, is dat nog meer. Diversiteit Maar de Verenigde…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De Verenigde Staten zijn op meer dan één manier een curiositeit. Zo is er de vierjaarlijkse, meer dan één jaar durende tentoonstelling van de meeste ambitieuze politici die het land te bieden heeft. Dat iedere senator in de spiegel kijkt en een president ziet is inderdaad een truïsme. Dat iedere journalist, opiniemaker en data-analist verslaafd is aan de speculatie over welke would be presidenten deze keer hun hoed in de ring gooien, is dat nog meer.
Diversiteit
Maar de Verenigde Staten zijn nog om andere redenen bijzonder. Zo is de VS het enige land buiten Europa dat een functionerend, ‘Europees’ staatsmodel (democratie, rechtsstaat, burgerlijke en politieke vrijheden, weinig corruptie) op dergelijke schaal wist te implementeren. En met die enorme schaal – meer dan 325 miljoen inwoners op een landmassa dubbel die van de Europese Unie – gaat een enorme etnische, religieuze en politiek-ideologische diversiteit gepaard. Voor een land vormgegeven door enorme migratiestromen uit West-Europa, Afrika en Centraal- en Latijns Amerika is dit uiteraard niet verrassend.
Dat de Amerikaanse Republiek überhaupt bestaat is dat wel. Wat smeedt al deze inwoners tot een natie? En hoe worden de onvermijdelijke spanningen gekanaliseerd naar vreedzame oplossingen? Eén bijdrage kan hier onmogelijk een afdoend antwoord op formuleren, maar de basisgedachte onder de loep nemen is een mooi begin.
Er wordt wel eens gezegd dat de VS een ‘creedal nation’ is, een natie vormgegeven door een credo. Een filosofie op mens, samenleving en overheid, geïntroduceerd in de Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 en beschermd door de federale grondwet van 1789. En het is die filosofie die onder vuur ligt in een diep verdeeld land.
Self-evident
Maar wat is die visie op mens, gemeenschap en overheid die aan terrein verliest? Laten we even John Hancock, Benjamin Franklin en Thomas Jefferson aan het woord toen zij besloten de banden met het Britse moederland te verbreken:
‘Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze door hun Schepper begiftigd werden met bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder die op leven, vrijheid en het nastreven van geluk; dat om deze rechten te beschermen, overheden worden ingesteld door de mensen, die hun rechtvaardige bevoegdheden ontlenen aan de toestemming van de geregeerden. Dat wanneer een overheid destructief wordt voor deze doeleinden, het het recht van het volk is om de overheid te veranderen of af te schaffen…’.
In deze tweede zin – en niet de openingszin zoals wel eens verkeerdelijk wordt aangenomen – van de Onafhankelijkheidsverklaring zetten de founding fathers de basisfilosofie van de ontluikende republiek uiteen. Een republiek die in navolging van deze verklaring honderdduizenden zoons en dochters zou verliezen aan de bloederige oorlogen gevoerd om de beloftes van de Onafhankelijkheidsverklaring te verwezenlijken.
Schepper
De Amerikaanse grondleggers hechtten veel belang aan ‘natuurlijke rechten’, rechten die ieder van ons toekomen in een wereld zonder overheden, zonder staten. In essentie herkauwden Jefferson en co de Britse filosoof John Locke die in zijn Second Treatise of Government eenzelfde mening toegedaan was. De founding fathers putten deze natuurlijke rechten uitdrukkelijk uit het bestaan van een Schepper, God. Op die manier gaf de Onafhankelijkheidsverklaring de aanzet tot één visie op mensenrechten, namelijk dat zij ook bestaan buiten de betrekkelijk recente verdragen van de Raad van Europa en de Verenigde Naties om. Dat zij inherent aan het mens-zijn zijn.
Mensenrechten worden erkend (of herkend) en dus niet toegekend door parlementen, regeringen of logge overheidsbureaucratieën. Dat is de tweede visie op mensenrechten, een visie die het debat domineert. Dat wetteksten, regeringsbesluiten of arresten bepalen wat ‘juist’ en ‘rechtvaardig’ is. Dat deze materie eenvoudigweg uitbesteed kan worden aan de middelmaat van het overheidsapparaat.
Maar als een overheid arbitrair kan bepalen wat grondrechten zijn en wat niet, dan zijn de grillen van de staatsmachten een permanent zwaard van Damokles boven ieders hoofd.
Speurtocht naar geluk
De logische gevolgtrekking vinden we iets verder in de tekst. Dat staatsmacht geen instrument is om de burgers (en niet-burgers) ‘happy and fat’ te maken, maar wel om hun vrijheden te beschermen (Liberty, Pursuit of Happiness) en veiligheid (Life) te garanderen.
De ‘pursuit of happiness’ of ‘speurtocht naar geluk’. Misschien wel de meest elegante woordkeuze in de verklaring. Anno 2020 zou een grondwetgever daar geen genoegen mee nemen. Een moderne overheid moet immers in de materiële omstandigheden voorzien voor werelds geluk. Leest u er de Belgische grondwet maar eens op na. Want hoewel juridisch niet-afdwingbaar worden daarin rechten als het recht op huisvesting, arbeid en ‘culturele en maatschappelijke ontplooiing’ ‘gegarandeerd’.
De Amerikaanse belofte is niet dat de federale overheid u iets zal geven, wel dat zij u niets zal ontnemen. En dat zij ervoor zal zorgen dat anderen dat ook niet zullen doen. Het enige waar de staat garant voor staat is een avontuur. De mogelijkheid voor iedere Amerikaan om er op uit te trekken en voor zichzelf uit te maken wat hem ‘happy and fat’ maakt.
Moreel en religieus volk
Het voorgaande kan men verkeerdelijk interpreteren als een pleidooi voor een verregaand, libertair individualisme. Ieder voor zich, ieder op zijn geheel eigen manier. Niet zo. De focus op ‘negatieve rechten’ – rechten ter bescherming tegen de staat – ging steeds hand in hand met de erkenning dat een vrij volk enkel binnen een stevig sociaal weefsel kan gedijen. Zo schreef president John Adams in 1798 dat de Amerikaanse grondwet maar geschikt was voor een moreel en religieus volk. Een staatssysteem dat zijn burgers beschermt van top-down controle functioneert alleen wanneer diezelfde burgers, verenigd in sociale verbanden, moraalvorming bottom-up promoten.
Al het bovenstaande staat in schril contrast met de ‘government is us’-visie (Teddy Roosevelt, Barack Obama) op staatsmacht. Die visie gaat hand in hand met de idee dat een steeds uitdijende overheid in de regel, zelfs exclusief, een positieve evolutie is. In een democratie is de overheid immers ieder van ons. En waarom zouden we onszelf stokken in de wielen steken? Overige sociale verbanden – familie, non-profits, debatclubs, geloofsgemeenschappen – bestaan maar bij gratie van de overheid en moeten wijken wanneer zij het nieuwste overheidsdoel, geframed als de ‘volkswil’, in de weg staan.
Democratische dictatuur
James Madison, founding father en vierde president van de Republiek, waarschuwde in federalist paper no. 51 voor een overheid die inbreuk maakt op de vrijheden van individuen en minderheidsgroepen in naam van toevallige, zelfs democratisch samengestelde, meerderheden.
Maar de vrees voor een democratische dictatuur ebt weg, hier en in de Verenigde Staten. In de VS moet de klassieke Amerikaanse visie op overheid en gemeenschap plaats ruimen, niet voor een ‘linkse’, maar voor een ‘Europese’ visie. Staatsmacht wordt niet langer gevreesd, er wordt naar gehunkerd. Politici bepleiten geen reductie van overheidsinmenging, enkel dat hun inmenging beter is dan die van de politieke tegenstanders. Misschien verdienen de vanzelfsprekende waarheden van de Amerikaanse founding fathers daarom een opwaardering in het politiek discours, inclusief het Vlaamse. Want de overheid, dat is niet wie wij zijn. Wij zijn veel meer.