JavaScript is required for this website to work.
post

Vechten tegen windmolens

Steven Vandenborre26/7/2019Leestijd 5 minuten
Een gevecht met de windmolens

Een gevecht met de windmolens

foto © Mary Evans Picture Library / Reporters

Moet de Noordzee gered worden van windmolens, zoals een vissersactiegroep oproept? Een interessante vraag, maar liefst op basis van feiten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De komende tien minuten wens ik u veel moed bij het doornemen van dit saaie artikel. In het gepingpong met meningen over de klimaatverandering zal ik proberen een klein onderdeeltje van de discussie, met name de milieu-impact van windmolens op zee, van enige wetenschappelijke onderbouwing te voorzien. Geen sappige oneliners, geen giftige steken onder water, niemand wordt misantroop genoemd, een eigen gelijk tot bewijs van het tegendeel, … Alle redenen waarom we ons in dit type van discussies tegelijk ergeren en verkneuteren, zijn weggesneden. Saai dus. En toch veel interessanter.

De aanleiding voor deze tekst is een artikel dat verscheen op de website van het Algemeen Dagblad (AD) op 19 juli 2019, getiteld Het is alarmfase 1 voor de Noordzee. Die windmolens maken alles kapot. De Nederlands-Belgische Actiegroep Eendracht Maakt Kracht (EMK) is in een online petitie een gevecht begonnen tegen windmolens op zee. De zelfverklaarde actiegroep van vissers voor een gezonde Noordzee concludeert dat windmolens onze zee kapot maken en roept daarvoor vijf milieugevaren in:

  1. Gehoorschade bij dieren
  2. De bodemstructuur wordt kapotgemaakt
  3. Minder vangst voor vissers
  4. Ongelukken en natuurrampen
  5. Magnetische velden

 

Een dergelijke krasse conclusie smeekt erom gecheckt te worden. Dit kan in de eerste plaats door de ‘milieugevaren’ te toetsen aan het rapport Environmental Impacts of offshore wind farms in the Belgian part of the North Sea, opgesteld door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, OD Natuur, in 2018. De Wetenschappelijke dienst Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) van de OD Natuur is de onafhankelijk wetenschappelijke instelling die de federale minister bevoegd voor het mariene milieu adviseert bij de toekenning of weigering van een milieuvergunning voor windmolenparken op zee. Waar nodig, worden ook andere bronnen geraadpleegd.

Gehoorschade bij dieren

Een eerste in de petitie aangehaald milieugevaar is de gehoorschade bij dieren, met name bij vissen en zeezoogdieren. Het rapport van de BMM bevestigt dat er gehoorschade bij zeezoogdieren (bijvoorbeeld bruinvissen) kan optreden door onderwatergeluid veroorzaakt door het heien. Deze effecten, die verwaarloosbaar tot dodelijk kunnen zijn, kunnen zich tot twintig kilometer van de geluidsbron voordoen.

Alvast voor de Belgische windmolenparken wordt het toegelaten geluidsmaximum nog niet altijd gehaald, ondanks de toepassing van mitigatiemaatregelen. Dit zijn maatregelen om de impact van het heien op de zeezoogdieren te verminderen. Zo kunnen er technische middelen toegepast worden (bubbelgordijnen, geluidsbeperkingsplan etc.), kan er gekozen worden voor de meest geschikte heiperiode (vermijden te heien van januari tot en met april, wanneer er veel bruinvissen in ons deel van de Noordzee te vinden zijn) of kan de druk geconcentreerd worden door de bouwperiodes van windmolenparken te laten overlappen.

Voor vissen is het nog complexer om de effecten van het onderwatergeluid in kaart te brengen. Verschillende laboratoriumexperimenten hebben aangetoond dat dit onderwatergeluid voor sommige soorten dodelijk kan zijn, terwijl andere soorten een grotere weerbaarheid tonen. Een sprekend voorbeeld daarvan is een recente in situ (d.i. op de plaats zelf) studie (pdf) waarbij de wijting veel zwaarder getroffen werd dan de zeebaars. Het is duidelijk dat rond dit onderwerp meer onderzoek nodig is. De impact lijkt evenwel relatief beperkt te zijn, omdat die zich vooral in de onmiddellijke nabijheid van de heiactiviteit manifesteert.

De bodemstructuur wordt kapotgemaakt

De bodemstructuur wordt kapotgemaakt, zo luidt het tweede milieugevaar in de petitie van EMK. De wormen en kleine kreeftjes die zich ophouden in het zand zouden door de bouw van de windmolens vertrekken naar rotsachtige plekken, waardoor de platvissen hun voedsel verliezen. Wat zegt het rapport van OD Natuur? Ook hier is het advies (typisch voor wetenschappers): meer onderzoek is nodig.

Echter: de conclusies op dit moment zijn bijlange niet zo alarmistisch als gesteld in de petitie. Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), dat rond dit onderdeel van het rapport onderzoek verricht heeft, komt tot de conclusie dat de samenstelling van zacht sediment benthos (dit zijn alle organismen die leven op de zanderige zeebodem) en vis tussen de turbines niet ingrijpend veranderd is gedurende de periode van zes jaar sinds de bouw van de windmolenparken. Deze samenstelling wordt eerder bepaald door de tijdsgebonden (o.a. seizoensmatige) verschillen op grotere schaal.

De vaak aangehaalde gunstige effecten van de windmolenparken moeten evenwel ook niet overdreven worden: de toename in densiteit (d.i. dichtheid) aan epibenthos, zoals wormen en kleine  kreeftjes, en biomassa van net na de bouw van de windmolenparken is slechts tijdelijk. Er is ook nog geen (gunstig of ongunstig) effect vastgesteld van het visserijverbod tussen de windmolens op zacht sediment epibenthos en vis aldaar. Voor de volledigheid moet gemeld worden dat de visserijsector zelf ook te kampen heeft met kritiek op de bodemverstoring door sommige van haar methoden (bijvoorbeeld de sleepnetvisserij).

Minder vangst voor vissers

De petitie van EMK stelt terecht dat de windmolens vaak (maar niet altijd) op plekken geplaatst worden waar strandbezoekers er geen last van hebben. Bij de locatiekeuze wordt er tevens rekening gehouden met de zeediepte. Ook die suggestie klopt. Dat windmolens daardoor dikwijls op paaiplaatsen van vissen zouden terechtkomen, wordt momenteel nog onderzocht door het ILVO.

Nergens is er evenwel wetenschappelijk bewijs te vinden voor een impact van de windmolenparken op de watertemperatuur, die de vissen dan weer zou wegdrijven uit die paaiplaatsen. En in het hypothetische geval dat die impact er zou zijn, dan zou die sowieso overvleugeld worden door de verandering van de watertemperatuur door de klimaatverandering. Een alternatieve verklaring voor het feit dat er minder vis in zee zit, is trouwens dat een aantal vissoorten nog niet hersteld zijn van jarenlange overbevissing.

Ongelukken en natuurrampen

Aangezien de Noordzee een van de drukst bevaren routes ter wereld is en de schepen groter worden, verhogen de windmolenparken op zee het risico op ongelukken, soms met ernstige gevolgen. Dit argument voor het vierde milieugevaar in de petitie van EMK snijdt natuurlijk hout. Het aantal natuurrampen, d.i. volgens Van Dale een ramp als gevolg van natuurgeweld, zal per definitie dan weer niet stijgen door de bouw van windmolenparken op zee.

De aanvaringsrisico’s, zowel tussen een schip en een windmolen als tussen schepen onderling, die de bouw en exploitatie van de windmolenparken op zee met zich brengen, kunnen beheerd worden (door radardekking, door routeringssystemen voor schepen e.a.), maar ze kunnen niet tot nul herleid worden. Deze risico’s zijn wel niet alleen op conto van de windmolenparken te schrijven: je hebt schepen nodig voor aanvaringen.

Magnetische velden

Elektrische kabels veroorzaken magnetische velden, wat een negatief effect heeft op de bewegingen van vissen en zeedieren en mogelijk ook op mensen. Dit is het laatste milieugevaar dat in de petitie van EMK ingeroepen wordt. Dit wordt nochtans tegengesproken door onder  andere de milieueffectenbeoordeling die uitgevoerd is door de BMM in 2015 voor het windmolenpark Northwester 2 (pdf), een windmolenpark voor de Belgische kust. Er worden magnetische velden ontwikkeld, maar zonder significante effecten op de zeedieren.

Wie meer wil weten over het brede spectrum van milieueffecten van de windmolenparken op zee, negatief en positief, raad ik aan om eens te grasduinen in de monitoringresultaten van de BMM.

Positieve noot

De organisatoren van de petitie hebben zich duidelijk niet veel moeite getroost om de potentiële ondertekenaars correct te informeren. De gretigheid waarmee de petitie ondertekend wordt en het AD-artikel getweet en geliket is, bewijst dat een feitengetrouwe weergave van een standpunt niet zo belangrijk is voor de impact ervan. En toch: we zullen slechts vooruit geraken in dit soort van maatschappelijke discussies wanneer we kunnen weerstaan aan de lokroep van de oneliner en de niet-correcte informatie. Of vecht ik met dit pleidooi op mijn beurt spreekwoordelijk tegen windmolens?

Om te eindigen nog een positieve noot: windmolens op zee en de zeevisserij kunnen wel degelijk naast elkaar bestaan op zee. Binnen het nieuw marien ruimtelijk plan voor de Belgische zeegebieden wordt zelfs onderzocht of zeevisserij mogelijk is binnen de nieuwe zones voor windmolenparken.

U leest toch ook Doorbraak om af en toe eens positief milieu- en klimaatnieuws te horen. En tot bewijs van het tegendeel nog onderbouwd ook.

Steven Vandenborre (°1979) is jurist van opleiding. Toch streeft ook hij naar een rechtvaardige en leefbare wereld. Als voormalig voetballer bewondert hij spelers die zowel links als rechts uit de voeten kunnen. Hij gaat al lang niet meer naar heilige huisjes, hij ziet ze ook liever niet opduiken in discussies.

Commentaren en reacties