Een veiligheidsagent werd enkele weken geleden door jongeren in elkaar geslagen, volledig uitgekleed, beroofd en voor dood achtergelaten. Dit horrorverhaal speelt zich af in Anderlecht. De jonge man ging na zijn dienst naar huis en liep een nightshop binnen. Daar hoorde hij vier jongeren discuteren over de politie. Enigszins overmoedig mengde hij zich in hun gesprek. Maar tot een gedachtewisseling kwam het niet, want er werd meteen hardhandig naar hem uitgehaald. Omerta Wat de veiligheidsagent had gezegd, is niet bekend.…
Plus artikel - gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Een veiligheidsagent werd enkele weken geleden door jongeren in elkaar geslagen, volledig uitgekleed, beroofd en voor dood achtergelaten. Dit horrorverhaal speelt zich af in Anderlecht.
De jonge man ging na zijn dienst naar huis en liep een nightshop binnen. Daar hoorde hij vier jongeren discuteren over de politie. Enigszins overmoedig mengde hij zich in hun gesprek. Maar tot een gedachtewisseling kwam het niet, want er werd meteen hardhandig naar hem uitgehaald.
Omerta
Wat de veiligheidsagent had gezegd, is niet bekend. Maar toen hij zijn beroep kenbaar maakte, was dit voor de jongeren blijkbaar voldoende om hem hard aan te pakken. Zo hard, dat men er toch even stil van wordt. Dit is geen uit de hand gelopen ruzie, waarbij ook wat geduwd en getrokken wordt. De man kwam midden in de nacht naakt op de straat terecht en het was niet de uitbater van de shop of een andere getuige, maar een toevallige voorbijganger die de hulpdiensten belde. Dat zegt ook wel iets over de omerta die in de wijk bestaat.
Dit heeft alles van een regelrechte lynching. Blind geweld zonder terughoudendheid, zonder enig excuus. Tegen een jonge man die zich weerloos mengt in een discussie tussen vier jongeren. Dat is een bijzonder ernstig feit, een nieuwe stap in de escalatie van geweld die al enige maanden aan de gang is in Brussel.
Drugsterritoria
Er was een Belga-bericht hierover, opgepikt door La Dernière Heure, een van de zeer weinige media die dit ernstig genoeg vonden om het te brengen. De andere media zagen waarschijnlijk niet meer dan een fait-divers.
Ik denk dat dit een grote vergissing is. Sinds enige tijd dringt het besef door dat de drughandel in Brussel steeds vastere voet aan de grond krijgt en territoria afbakent. Daarbij wordt misbruik gemaakt van kwetsbare groepen. Die zijn in groten getale aanwezig in de stad. Jongeren op de dool, zonder werk of diploma, die gevangen zitten in een uitzichtloze cultuur van victimisering.
Drughandel gaat gepaard met geweld. Dit was al duidelijk deze zomer in Vorst. Daar viel toen een dode bij een afrekening tussen drugsbendes. Of nog bij de talrijke incidenten met de ordediensten of het met stenen en molotovcocktails bekogelen van politiewagens en brandweerwagens. Tijdens deze coronatijden werd vorige week in Ganshoren de voorruit van een ambulance ingeslagen. De afbakening van territoria neemt steeds grovere vormen aan. In bepaalde wijken van Molenbeek en Anderlecht klaagt men over toenemende druk van drugsbendes. Getuigenissen blijven anoniem, uit vrees voor represailles.
Gebanaliseerd geweld
De gewelddadigheid van dit incident is een onmiskenbaar teken van gebanaliseerd geweld in Brussel. Net zoals we dat ook al een tijd zien in Antwerpen. Daar zijn afrekeningen tussen bendes zowat deel van het nachtelijk landschap geworden. Wat nu in Anderlecht gebeurde, wijst erop dat jongeren steeds meer vertrouwd zijn met geweld. In de beste maffia-traditie aarzelen ze niet langer om potentieel dodelijke slagen toe te brengen aan iemand en hem voor dood achter te laten.
Dat er geen noemenswaardige politieke reactie kwam op dit gebeuren, is helaas niet meer dan normaal. Het gaat hier inderdaad over niets meer dan een fait-divers. Maar een fait-divers kan een goede indicator zijn van een kwalijke evolutie in de maatschappij. Een soort barometer. Net daarom is het goed er aandacht aan te besteden. Niet om aan Brussel-bashing te doen. Niet om voor de zoveelste keer te stellen dat de stad nu wel echt een hellhole is geworden. Men moet net vanuit een omgekeerde motivatie vertrekken: dergelijke gebeurtenissen melden, is een middel om zich geen rad voor ogen te draaien. De toestand is ernstig, maar niet hopeloos. Er kan nog iets aan gedaan worden. Als men de tenminste de realiteit onder ogen wil zien.
Uitzaaiende kanker
Politici die er als kippen zonder kop bij waren om na de jongerenrellen de politie te bekritiseren, zwegen nu in alle talen. Dat is bijzonder verontrustend. Dit gebeuren zou immers alarmbellen moeten doen af gaan. Voor deze laffe aanval is het onmogelijk om excuses te verzinnen. Met sociale achterstelling, discriminatie of racisme heeft dit niets te maken. Met een uitzaaiende kanker van gevaarlijk geweld des te meer.
Een eerste stap zou de erkenning moeten zijn dat Brussel een probleem met drugsbendes heeft. Die moet men hard aanpakken, voor er nog meer jongeren worden verleid. Men moet de gevaarlijke elementen isoleren en op de huid zitten met goed opgeleide, strenge coaches. Hun families moeten worden geresponsabiliseerd. Dat soort intense en dagelijkse opvolging zal meer opleveren dan de obligate nachtjes cel waarmee boefjes nadien als een ereteken pronken.
Dat de man een veiligheidsagent was, en uitgekleed werd, heeft een zware symbolische betekenis: dit straffeloos laten gebeuren is een verklaring van onmacht van de overheid en veiligheidsdiensten. De drugsmaffia vraagt niet liever.