JavaScript is required for this website to work.
Europa

Verhofstadt is tenminste consequent

Cameron voedt Europa-debat

Sander Roelandt28/1/2013Leestijd 4 minuten

De Europa speech van Cameron zorgde voor heel wat commotie de voorbije week maar zelfs los van de Britse positie staat de Unie voor belangrijke jaren. Wie consequent en eerlijk is moet erkennen dat de EU een grote sprong voorwaarts moet maken als het op termijn de euro wil bewaren. Verhofstadt heeft op dat punt dus gelijk. Al in 2006 schreef de ex-premier zijn pleidooi voor ‘De Verenigde Staten van Europa’. Hij krijgt nochtans veel tegenwind en wordt zelfs in zijn eigen Europese fractie niet altijd gevolgd. Het is echter dát of een stap terug zetten. En die stap terug wordt voor sommigen steeds meer een aanlokkelijk alternatief.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Europese Unie (EU) staat op een kruispunt. De ene weg leidt tot diepgaande politieke integratie, een andere mogelijkheid is het einde van de euro. Waarschijnlijker is trouwens dat we nog jaren blijven aanmodderen met om de zoveel tijd een Europese top waarop grote beslissingen echt uitblijven. ‘De Zevende Dag’ bevatte zondag (27 januari 2013) een Europa debat en ook op Nederland I ging het hierover in het onvolprezen ‘Buitenhof’ met aan tafel Guy Verhofstadt (Open VLD) en twee Nederlandse specialisten, de journalist Martin Visser en de eerder eurokritische hoogleraar economie Arjo Klamer.

Een nieuw Europees verdrag?

De Britse premier David Cameron vroeg vorige week om een heronderhandeling van de Europese verdragen zodat bepaalde bevoegdheden kunnen terugvloeien naar het nationale niveau. Hij meent daarbij te worden gesteund door andere Europese leiders zoals de Nederlandse eerste minister Mark Rutten. In ‘De Zevende Dag’ antwoordde Marianne Thyssen (CD&V) daarop dat de institutionele toekomst van onderschikt belang is en dat we ons moeten concentreren op de sociaaleconomische problemen. Als er al een aanpassing van de verdragen komt, zullen er slechts hier en daar enkele ‘punctuele zaken’ veranderen, maar er komt zeker geen grote omwenteling.

Volgens de het panel in ‘Buitenhof’, valt het institutionele echter niet los te koppelen van het oplossen van de eurocrisis. Ook de Belgische minister van buitenlandse zaken Didier Reynders verklaarde onlangs dat hij na de Duitse verkiezingen een nieuwe Intergouvernementele Conferentie (IGC) wil. Een IGC is een Europese top waarop een nieuw verdrag wordt onderhandeld. De laatste IGC in 2007 leidde tot het huidige Verdrag van Lissabon. Verhofstadt wil dat zo’n conferentie een meer geïntegreerd Europa uittekent na de verkiezingen van 2014. De huidige crisis is namelijk ontstaan doordat het wettelijk kader van de Economische en Monetaire Unie (EMU) onvoldoende was uitgewerkt.

Een munt zonder land of een staat zonder volk

Verhofstadt’s analyse wordt eigenlijk al sinds de jaren zeventig unisono gedeeld door analisten en economen. Politici daarentegen zijn vaak weinig intellectuele eerlijk wanneer het gaat over Europa. De liberale voorman kreeg dan ook complimenten van Arjo Klamer omdat hij al in tempore non suspecto verkondigde dat de euro niet zou standhouden zonder méér Europa. Paul De Grauwe, professor economie, bevestigde eind vorig jaar in ‘Terzake’ dat indien we geen Europees land willen we beter afscheid nemen van de euro. Kramer gelooft echter niet dat de gewone Europeaan deze verregaande integratie wil. Volgens hem is het daarom dat politici niet durven vertellen wat de eindbestemming is. Ze vrezen dat een meer federaal Europa moeilijk te verkopen valt aan hun kiezers.

In ‘De Zevende Dag’ ging het ook over wat we in Vlaanderen ‘de kloof met de burger’ noemen. Matthias Diependaele (N-VA) meende dat ook in ons traditioneel pro-Europese landje het draagvlak langzamerhand wegvalt. Lode Vereeck (LDD) denkt dat de fraude met landbouwsubsidies, de overregulering en de problemen met de euro leiden tot anti-Europese gevoelens. Europarlementariër Philip Claeys (VB) wil dat er ook bij ons een debat komt over de bevoegdheden van de Unie en wil de kiezer daar in een referendum laten over oordelen. Zijn partij neemt in dat debat in elk geval een uitgesproken standpunt in.

In ‘Buitenhof’ verklaarde Klamer dat het fundamentele probleem is dat er geen Europese “demos” (volk) bestaat. We zijn niet klaar voor politieke integratie of voor echte solidariteit omdat we ons onvoldoende verbonden voelen. Verhofstadt gaf toe dat er slechts een gedeeltelijke demos is maar hij vindt dat Europese politici die verder actief moeten ontwikkelen.

Verhofstadt’s Europese droom moet er volgens hem komen door “visionair leiderschap”. Politici moeten niet gewoon de publieke opinie volgen maar de burger overtuigen van hun project. Hij is echter sceptisch over de moed van de Europese politici. De financiële markten zullen Europa tegen de muur zetten en de integratie zal er komen “niet omdat we het graag doen, maar omdat we moeten.”

De ontmanteling van de eurozone

De enige andere optie is het einde van de euro. Klamer bijvoorbeeld denkt dat Duitsland binnen afzienbare tijd uit de euro zal stappen. Ook Johan Van Overtveldt, hoofdredacteur van ‘Trends’, beweert in zijn boek ‘Het einde van de euro’ dat de kans groot is dat Duitsland de stekker uit de euro trekt indien het beleid zo blijft zwalpen.

Vorige week stelden trouwens vijf economen hun Europees Solidariteitsmanifest voor (hier klikken). Ze pleitten in Brussel voor een ordelijke opdeling van de eurozone om zo de belangrijkste elementen van de Europese integratie te kunnen behouden vooraleer de hele EU stukgaat. Enkelen onder hen, zoals de voormalige voorzitter van de Duitse industriefederatie Hans Olaf Henkel, voerden ooit campagne voerden voor de invoering van de euro. Nu beseffen ze dat de sociale kost veel te hoog is. In Spanje bijvoorbeeld stijgt de jeugdwerkloosheid verder richting 60%. Het vijftal vindt Verhofstadt’s oplossing geen goed idee, omdat ze er van uitgaan dat een dergelijke oplossing een te centralistisch bestuur vereist dat bovendien de competitiviteit van de Europese economieën zal ondermijnen.

In Nederland is het toekomstperspectief van de Europese integratie al langer onderwerp van fel publiek debat. De conservatieve Nederlandse jurist en historicus Thierry Baudet richtte er een burgerforum op (hier klikken), met als doel het verzamelen van handtekeningen om een referendum af te dwingen over de toekomst van Nederland in de Europese Unie.

Hoewel commentatoren vrezen dat een volledige exit uit de EU voor elke lidstaat een aanslag zou betekenen op de economische toekomst van dat land, is misschien een tussenweg mogelijk. Wegen de voordelen van de euro wel op tegen de nadelen? Kan een meer flexibele Unie zoals Cameron die voorstelt geen oplossing bieden die de culturele en economische diversiteit van de lidstaten respecteert? De antwoorden liggen niet voor de hand maar het wordt stilaan tijd dat er ook in Vlaanderen meer fundamentele vragen worden gesteld over de Europese integratie.

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties