JavaScript is required for this website to work.
post

Verkiezingen in Pakistan ‘kunnen de gezondheid schaden’

Dirk Rochtus13/5/2013Leestijd 3 minuten

In de aanloop naar de verkiezingen in Pakistan op 11 mei kostten terroristische aanslagen meer dan honderd mensen het leven. De Pakistaanse Taliban viseerden de democratie als het ‘systeem van de ongelovigen’ en vooral de seculiere partijen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ondanks alle terreurdreiging en aanslagen kwam 60 procent van de 80 miljoen geregistreerde kiezers opdagen. In 2008 was het nog maar 44 procent. De mensen wilden van hun stemrecht gebruik maken, veel jonge mensen onder de 26 ook – een vijfde van de 200 miljoen koppen tellende bevolking – om verandering erdoor te krijgen. Want het land is een van de meest corrupte ter wereld. De macht ligt bij enkele grote families, feodale clans als het ware, die afwisselend via de Volkspartij (PPP) en de Moslimliga (PML-N) de lakens uitdeelden. En als de politici er niets van bakten, kwamen de militairen tussenbei.

Vuur

Bij deze verkiezingen wedijverden Nawaz Sharif van de Moslimliga en nieuwkomer Imran Khan, een legendarische cricketheld, van de ‘Beweging voor Gerechtigheid’ (PTI) om de macht. Het feit alleen al dat een regering – hoe miserabel ook – haar volledige termijn uitdeed (van 2008 tot 2013) zonder tussenkomst van de generaals geldt als sprankel van hoop voor de democratie. Maar het beoefenen van de democratie is als spelen met vuur in een land dat ook voor het gevaarlijkste ter wereld doorgaat. In Pakistan mag dan alles draaien om het leger – het zevende grootste in de wereld – en de machtige veiligheidsdiensten, veiligheid kennen de gewone mensen er niet. Het leger heeft de handen vol met de strijd tegen moslimfundamentalisten in het noordwesten van het land en separatisten in het zuidwesten, in de provincie Baloetsjistan, maar kan de mensen niet eens beschermen tegen moordlustige islamfundamentalisten. Die zijn aan hun opmars begonnen in de jaren ’80. Vooral de religieuze minderheden lopen gevaar, de christenen, en de mystieke soefi’s en de sjiieten als zijtakken van de islam. Ook de positie van de vrouw is allesbehalve benijdenswaardig. Maar ook wie als politicus participeert aan de als ‘onislamitisch’ gebrandmerkte democratie, geraakt in het vizier van de fundamentalisten. De seculiere partij MQM bijvoorbeeld zag tijdens de afgelopen kiescampagne 36 van haar medewerkers vermoord worden. Ze verplaatste haar campagne dan maar van de openbare ruimte naar de sociale media.

Noden

Het gebrek aan veiligheid, aan jobs en aan de meest noodzakelijke nutsvoorzieningen zoals elektriciteit en stromend water ligt de mensen dwars. Pakistan is een geduchte atoommacht en militaire mogendheid, maar er is nauwelijks geld om de noden van de bevolking te lenigen. Het hoefde dan ook niet te verwonderen dat Imran Khan hoge verwachtingen wekte, vooral bij jonge, niet-traditoneel stemmende kiezers, met eenvoudige, maar krachtige leuzen als ‘meer inkomsten voor de staat’. Het geld halen bij de rijken die geen belastingen betalen om het dan investeren in scholen, ziekenhuizen en wegen zou op zichzelf al een grote revolutie betekenen. De macht der gewoonte is toch sterker gebleken dan de droom van verandering. Nawaz Sharif (PML-N) haalde het op Khan.

Nipt

De gewiekste zakenman en theatraal optredende politicus – economie en politiek zijn in Pakistan nauw verweven met elkaar – heeft al heel wat broeierige watertjes doorzwommen, en wordt toch voor de derde maal premier. De eerste keer als premier werd hij in 1993 door de president afgezet wegens corruptie, de tweede keer werd hij in 1999 door generaal Pervez Musharaff aan de kant geschoven. Sharif waagde nu opnieuw zijn kans, maar voelde de hete adem van een gevaarlijke want frisse en hervormingsgezinde uitdager als Khan in zijn nek. Naar de oudere kiezer toe presenteerde hij zichzelf als ervaren politicus, naar de jongere toe prees hij het succesvolle beleid dat zijn partij in de stad Lahore heeft gevoerd aan als een model voor het hele land. De verkiezingsoverwinning van Sharif is nipt. Dat gaat regeringsonderhandelingen bemoeilijken. En daarmee gaat er weer kostbare tijd verloren om de grote problemen van het land aan te pakken. Het gevaar dat Pakistan uit elkaar spat en de islamfundamentalisten beslag leggen op het nucleaire wapenarsenaal is misschien overdreven. Meer waarschijnlijk en niet minder gevaarlijk is de sluipende aftakeling van het land. Daartegenover staat de wil tot democratie bij heel wat jongeren. Misschien houdt de nieuwe oude premier daarmee rekening.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties