JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De verkiezingen verliezen, de onderhandelingen winnen

N-VA toont dat het kan

Lorenzo Terrière3/9/2019Leestijd 6 minuten
Pinar Akbas heeft advies voor haar partijvoorzitter: kijk in de spiegel, zelfs
als het ongemakkelijk is.

Pinar Akbas heeft advies voor haar partijvoorzitter: kijk in de spiegel, zelfs als het ongemakkelijk is.

foto © Reporters / GYS

N-VA staat sterk in de onderhandelingen, zowel Vlaams als federaal, onder andere dankzij het talent van De Wever. Een nazomerse analyse

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is een moeilijke zomer geweest voor N-VA. Toen de partij in mei een kwart van haar kiezers verloor, laaide intern wederom een debat op over de te volgen koers. Tijdens de episode rond het Marrakeshpact haalde de principiële migratie-vleugel de bovenhand. Tijdens de eigenlijke kiescampagne trokken de pleitbezorgers van een centrumgerichte socio-economische profilering het laken naar zich toe. Toch kon een electorale terugval niet vermeden worden.

CSU in Vlaanderen

Om dit verlies proberen te maskeren werden in de partijcommunicatie de scores van beide V-partijen samengeteld. De interpretatie is haast even belangrijk als de verkiezingsuitslag zelf, en het gevecht daarover begint al kort na het sluiten van de telbureaus. Door gewag te maken van het ‘Vlaams-nationale’ signaal kocht N-VA tijd om intern haar toekomstig pad uit te stippelen. Ze werd daarbij gediend door de omstandigheden. Doordat het partijpolitieke landschap verder versnipperde, is N-VA onmisbaar aan Vlaamse zijde, ondanks het feit dat ze zelf gekrompen is.

Toen dit besef indaalde bij de partijtop, vatte die snel nieuwe moed. Partijvoorzitter De Wever ambieert nog steeds om van N-VA de CSU in Vlaanderen te maken. Dit betekent definitief de rol van CD&V overnemen als de dominante regionale politieke machtsfactor die de grote beleidslijnen uitzet en het hoge welvaartspeil verzekert. Zo nodig weegt men ook op de nationale politiek om de regionale belangen maximaal te vrijwaren.

Kortom, de teleurstelling van de nederlaag week weldra voor een meer assertieve opstelling om de zo moeizaam verworven machtsposities te behouden. Er werd beslist om als grootste partij zeker het initiatief voor de Vlaamse regeringsvorming in eigen handen te houden. Federaal moet dan maar wachten tot de regionale puzzel gelegd is.

Maar over de richting van het proces (Met wie? Met welk project?) was geen eensgezindheid. Dat de pauzeknop in juli door N-VA werd ingedrukt had weinig te maken met federale evoluties, maar alles met de moeilijkheid om binnenskamers consensus te vinden over de inhoudelijke positionering. De meningen waren te verdeeld om als partijvoorzitter één optie unilateraal door te drukken. Overleg en discussie waren nodig, hetgeen de nodige tijd vergt. Ondertussen werden de vier potentiële Vlaamse coalitiepartners wel genadeloos tegenover elkaar uitgespeeld.

Onderhandelen voor dummies

In onderhandelingen sta je als partij sterker wanneer je beschikt over meerdere alternatieven en zo mogelijk zelfs over terugvalposities. Een herhaling van de Zweedse coalitie is een voorbeeld van dit laatste, terwijl de Bourgondische formule en de ‘Forza Flandria’-gedachte voorbeelden van die eerste categorie zijn. Eén voor één werden deze kleurencodes op gezette tijdstippen door N-VA’ers in de etalage geplaatst, aangeprezen en er vervolgens weer uitgehaald. De verkooppraatjes sloegen verbazend goed aan. Op een bepaald moment riep sp.a-voorzitter Crombez zelfs publiekelijk zijn voltallige partijkader bijeen om een mandaat voor regeringsonderhandelingen met N-VA te verkrijgen. Vlaams Belang danste wel heel lang de limbo mee. Open VLD en CD&V lieten publiekelijk hun ongeduld blijken omdat zij elk even vreesden op de oppositiebanken te belanden. N-VA creëerde zo voor zichzelf week na week meer onderhandelingsruimte om zelf in te gaan bewegen.

onderhandelingenReporters / QUINET

Theo Francken, het gezicht van de principiële migratie-vleugel van N-VA

De principiële migratie-vleugel, met onder andere Vlaams-Brabantse kopstukken zoals Ben Weyts en Theo Francken, trok ditmaal aan het kortste eind tijdens de partijdiscussies. Francken houdt geregeld stevige tussenkomsten tijdens het partijbureau; zo stevig zelfs dat gedurende enige tijd het aantal partijmandatarissen verminderde dat hier nog weerwerk in wou bieden. Een ongezonde situatie, want gaat men de discussie niet langer binnen de schoot van de partij aan, dan wordt ze vroeg of laat op straat gevoerd. Zeker, Francken zette een sterke persoonlijke score neer in Vlaams-Brabant. Maar enkele partijkaders wijzen erop dat Francken in heel Vlaanderen een sentiment heeft losgemaakt dat enkel in Vlaams-Brabant door de partij ten gelde werd gemaakt. In alle andere provincies heeft het bovenal een uitstroom naar rechts op gang gebracht. Immers, daar kon men niet op de persoon van Theo Francken stemmen, waardoor potentiële kiezers dan maar massaal uitweken naar het dichtstbijzijnde alternatief, nl. het Vlaams Belang.

Het netto-resultaat van zo’n profilering bleek niet electoraal lonend voor de partij en wordt daarom best verlaten. Bovendien bezint N-VA zich over de houdbaarheidsdatum van haar electorale goudhaantje. Federaal roept de persoon van Theo Francken dermate veel polarisatie en tegenwind op bij anderen dat het wijselijk is om hem nu een mildere rol toe te bedelen die toelaat om nog enige tijd in het politieke métier mee te draaien. Vergeet niet dat Francken jarenlang zijn sporen verdiend heeft als kabinetsmedewerker bij toenmalig Vlaams Minister Bourgeois. Vervult hij de volgende jaren opnieuw de vroegere rol van zakelijke en bekwame bestuurder in een vertrouwde Vlaamse materie, dan wordt z’n eenzijdig profiel wat completer.

Afleidingsmanoeuvre

onderhandelingenReporters / GYS

Jan Jambon en Bart De Wever spelen al eens een één-tweetje

Doordat zowel ‘Bourgondië’ als ‘Forza Flandria’ praktisch onhaalbare bestemmingen bleken, haalden centrumgerichte en socio-economische krachten ditmaal de bovenhand binnen N-VA: na lang beraad werd het partijkompas afgestemd op een Zweedse doorstart. De zorgvuldig gecreëerde onderhandelingsruimte werd vastgelegd in enkele principiële afspraken met de twee andere coalitiepartijen.

Door de démarches heeft N-VA aan de kiezer echter wel de indruk gegeven dat het Vlaams Belang salonfähig is. Begaat men hier niet dezelfde fout als CD&V die destijds het koekoeksjong N-VA mee groot maakte? In ieder geval lijkt het politieke speelveld in 2024 groter geworden: lokale coalities tussen de twee V-partijen in Vlaamse gemeenten zijn niet langer ondenkbaar.

Een ander vervelend moment voor N-VA was de lang geanticipeerde wissel waarbij Jambon het Vlaamse roer overnam van De Wever. Om te pogen de aandacht wat af te leiden werd tegelijk ook een ‘startnota’ gepubliceerd: in nieuwsluwe tijden zijn journalisten altijd hongerig om een brokje inhoud te ontleden, hetgeen spontaan de focus wat verschoof weg van het personeelsmanagement. De timing van de verspreiding van deze tekst zonder duidelijk statuut werd nauwgezet op die wissel afgestemd.

Nu heeft Jambon als federaal vicepremier wel het nodige ondersteunende politiek personeel rond zich verzameld om de functie bekwaam in te vullen. En partijvoorzitter De Wever wil finaal vooral in de geschiedenis herinnerd worden voor een institutionele shift teweeg gebracht op het nationale niveau. Hij moet dus vooral daar zijn politiek gewicht in de schaal werpen. In het verleden toonde De Wever zich als een gewiekst onderhandelaar aan de federale onderhandelingstafel: hij komt niet zo vaak tussen als zijn teamleden maar zit er bij elke interventie wel boenk  op. Eén van die teamleden, Zuhal Demir, komt waarschijnlijk als nieuwe sterke vrouw in de Vlaamse regering. Mede dankzij de familiale band geniet zij het volle vertrouwen van Jambon. Als advocate arbeidsrecht kan ze hem bijstaan om de ambitie van 120.000 jobs te bewerkstelligen. Voor Liesbeth Homans is een toekomstige ministerpost dan minder evident geworden, al kan N-VA wel op vijf Vlaamse ministerposten mikken door het Parlementsvoorzitterschap te laten varen.

Pen vasthouden

N-VA zit tweemaal aan de Vlaamse onderhandelingstafel: als formateur en als onderhandelende partij. Jambon en De Wever kennen elkaar al lang en deinzen er niet voor terug om één-tweetjes op te zetten. Het numerieke overtal wordt nog versterkt door het feit dat N-VA de pen vasthoudt voor, tijdens en na de discussies. N-VA schreef de draft  van het regeerakkoord waarna het in 15 schuifjes over evenveel werkgroepen werd uitgestrooid. Niet evident voor de twee andere coalitiepartijen om zo inhoudelijk het overzicht te bewaren. Zij zijn beperkt tot het amenderen van deze teksten: je stapt met andere woorden wel mee in de denkrichting en de grote contouren van het uitgewerkte document. Amenderen betekent spaarzaam je gevechten kiezen; doe je moeilijk over elk punt dan dreig je overal bakzeil te halen. N-VA is via de formateur ook verantwoordelijk voor het herwerken van de bediscussieerde teksten — ook hier loert creativiteit en interpretatievrijheid om de hoek.

Kortom, in de politiek geldt de wijsheid dat wie de pen hanteert ook de macht in handen heeft. Men wil bij N-VA niet de fouten van in 2014 herhalen. Op cruciale domeinen zoals bijvoorbeeld het federale arbeidsmarktbeleid bekwam men een teleurstellend onderhandelingsresultaat doordat CD&V via haar co-formateur Peeters in elke zin ‘sociaal overleg’ liet bijschrijven. Bovendien gaat na het sluiten van het regeerakkoord het gevecht eigenlijk gewoon verder. Het afgesproken beleid moet namelijk in concrete maatregelen worden uitgeschreven. N-VA had hier aan CD&V een lastige klant de voorbije legislatuur, en als men niet oplet kan dit opnieuw tegenvallen.

Concurrent CD&V staat vandaag de ambitie van N-VA in de weg om zich te vestigen als de CSU in Vlaanderen. De christendemocraten namen de Vlaams-nationalisten in 2014 op in de regering in de hoop dat N-VA zich zou ‘kapot regeren’. Je zou kunnen zeggen dat de rollen nu omgedraaid zijn: er staan dusdanig veel problematische punten voor CD&V in de ontwerpteksten die N-VA loste dat je je afvraagt hoeveel CD&V bereid is om van haar eigen partijprogramma in te slikken om toch maar in die Vlaamse regering te zetelen? CD&V is sinds haar electorale opdoffer een gewond dier en N-VA duwt het mes nog wat dieper in de wonde. Als CD&V tijdens de huidige coalitiegesprekken dan nog eens haar beperkte pasmunt inzet om het provinciale bestuursniveau in leven te houden, dan is het duidelijk dat iemand in die partij dringend de eigen prioriteiten moet gaan herformuleren.

‘Less is more’

Zo voorspelbaar als de Vlaamse formatie verloopt, zo onvoorspelbaar is de federale. Door op Vlaams niveau Open VLD en CD&V aan zich te binden, hoopt N-VA met een Vlaams front aan de federale onderhandelingen te verschijnen — iets wat de voorbije jaren niet bestond. Zo’n bundeling van democratische krachten is noodzakelijk om een breed gedragen institutionele hervorming te bewerkstelligen.

Als enige partij heeft N-VA met haar confederalisme vandaag een duidelijk communautair bod. Het bewuste congresdocument van 76 bladzijden zal intussen wel door elke politieke opponent uitgeplozen zijn, al blijft het populair om te zeggen dat confederalisme slechts een leeg en ontoepasbaar begrip is. Aangezien de andere partijen eigenlijk ‘demandeur de rien’ zijn, ligt een mogelijk institutioneel compromis waarschijnlijk ergens in het midden. Binnen N-VA zijn er aanhangers van de ‘less is more’-strategie die reeds in 2010-2011 werd verkend. In plaats van op elk beleidsveld brokjes van bevoegdheden te decentraliseren wordt er dan één belangrijk domein uitgelicht en integraal overgeheveld. Denk bijvoorbeeld aan gezondheidszorg of werk, zoals zorgkoepels en interim-bureaus dit zelf bepleiten.

Intussen beseffen weinigen dat we maar één zet verwijderd zijn van vervroegde federale verkiezingen. Indien ook de Waalse coalitiepartners PS en Ecolo zich aan elkaar vastklikken, en zich tezamen aanbieden op het federale niveau, dan botst dit met het laatste veto van De Wever: niet met én PS én Ecolo in dezelfde regering. Dan eindigt het huidige schaakspel op remise, waarna traditioneel een rematch volgt.

 


Dit stuk verscheen ook op vrtnws

Lorenzo Terrière is doctoraatsonderzoeker en geeft les aan de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Gent. Voorheen werkte hij o.m. op het kabinet van Defensie (N-VA).

Meer van Lorenzo Terrière
Commentaren en reacties