JavaScript is required for this website to work.
post

Verklaring van Brussel tegen antipersoonsmijnen

20 jaar strijd

Theo Lansloot19/7/2017Leestijd 3 minuten
Op 30 november 2015 stond het beeld ‘Broken Chair’ in Genève als ‘installatie
met een nieuwe voet en een nieuw been’. Het moest de deelnemers aan de
conferentie herinneren aan de gevolgen van anti-persoonsmijnen.

Op 30 november 2015 stond het beeld ‘Broken Chair’ in Genève als ‘installatie met een nieuwe voet en een nieuw been’. Het moest de deelnemers aan de conferentie herinneren aan de gevolgen van anti-persoonsmijnen.

foto © Reporters

Ons land speelt sinds de Verklaring van Brussel en het Verdrag van Ottawa, een belangrijke rol in de strijd tegen antipersoonsmijnen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Van 24 tot 27 juni 1997 vond in Brussel de Internationale Conferentie over Antipersoonsmijnen plaats. Die werd toen ondertekend door 97 staten. Daarmee steunden ze een volledig verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen. Ze verbonden zich ertoe de mijnen te vernietigen en internationaal samen te werken en bijstand te verlenen aan ontmijning in getroffen landen. België pleitte er toen al voor dat slachtofferhulp een essentieel onderdeel zou vormen van de strijd tegen antipersoonsmijnen.

Verklaring van Brussel

De Verklaring van Brussel van juni 1997 was een beslissende stap in het goedkeuringsproces en in de ondertekening van het Verdrag op het Verbod van Antipersoonsmijnen, respectievelijk op 18 september 1997 in Oslo en op 3 en 4 december 1997 in Ottawa. Het Verdrag trad in werking op 1 maart 1999. De vier hoofddoelstellingen ervan zijn :

  • verbod op antipersoonsmijnen;
  • vernietiging van voorraden van anti -persoonsmijnen;
  • opruiming anti persoonsmijnen overal waar er nog in de grond zitten;
  • bijstand aan slachtoffers.

Op 9 maart 1995 was België het eerste land ter wereld dat een nationale wetgeving met een verbod op antipersoonsmijnen goedkeurde.

Succes

Van het Verdrag van Ottawa maken nu 162 staten deel uit. Daarvan hebben 85 hun voorraad volledig vernietigd. 30 van de 61 landen die hebben toegegeven dat er gebieden bestaan waar mijnen liggen, zijn klaar met de opruiming. Voor het eerst is slachtofferhulp in een dergelijk verdrag als een verplichting opgenomen.

Na 20 jaar is dus het Verdrag op het Verbod van Antipersoonsmijnen een succes. Nochtans blijft het aantal slachtoffers van anti- persoonsmijnen, en dan vooral van geïmproviseerde landmijnen wereldwijd zorgwekkend. België blijft het gebruik van (geïmproviseerde) anti-persoonsmijnen veroordelen. Ons land trekt zich het lot aan van de slachtoffers, hun families en hun leefgemeenschap.

Conferentie van Maputo

Van 23 tot en met 27 juni 2013 vond in Maputo (Mozambique) een toetsingsconferentie plaats. Die stelde een actiekader op voor de periode 2014-2019, met als doel tegen 2025 te komen tot een wereld zonder antipersoonsmijnen.

Op 20 juni 2013 heeft het Secretariaat van het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op antipersoonsmijnen bekendgemaakt dat Prinses Astrid – als Speciaal Gezant van het Verdrag – deel uitmaakt van een werkgroep die op diplomatiek niveau zal ijveren voor  de ondertekening van het verdrag door staten die tot dusver nog niet zijn toegetreden.

België was voorzitter van het Verdrag in 2015. Tijdens zijn voorzitterschap versterkte ons land de financiële basis voor het Verdrag. In aanwezigheid van Prinses Astrid, werd het voorzitterschap afgesloten met de 14e vergadering van verdragstaten in Genève op 30 november tot 4 december 2015. De eerste internationale donorconferentie voor de toepassing van het Verdrag werd georganiseerd in Genève op 2 maart 2016. Die had tot doel de lidstaten aan te zetten tot het versterken van de ‘Implementation Support Unit( ISU )’  van de Verenigde Naties. Dit is een onderdeel van de afdeling Ontwapening van de Verenigde Naties.

Wereldwijd

De universalisatie van het Verdrag van Ottawa blijft een doelstelling die ons land ten volle onderschrijft. Het steunt daarom volop de inspanningen van het huidige Oostenrijkse voorzitterschap dat er naar streeft het Verdrag wereldomspannend te maken en daarvoor rekent op de steun van de speciale gezanten voor de universalisatie.

Op 20 juni 2013 heeft het Secretariaat van het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op antipersoonsmijnen bekendgemaakt dat Prinses Astrid – als Speciaal Gezant van het Verdrag – deel uitmaakt van een werkgroep die op diplomatiek niveau zal ijveren voor  de ondertekening van het Verdrag door staten die tot dusver nog niet toegetreden. De Jordaanse Prins Mired Raad al–Hoessein is eveneens speciaal gezant van de Conventie over Antipersoonsmijnen. De bedoeling is dat beiden de Conventie op diplomatiek niveau promoten in landen die het Verdrag over het verbod op Antipersoonsmijnen nog niet geratificeerd hebben.

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.